Onder dierenliefhebbers is de verdeeldheid over dierentuinen groot. Toch blijkt bij velen vrij weinig bekend te zijn over de veelzijdigheid van dit onderwerp. Eindredacteur Angelique Lagarde deed hiernaar onderzoek en schreef een uitgebreid verslag over de voor- en nadelen. Van dit vierluik zijn inmiddels deel 1, deel 2 en deel 3 gepubliceerd. In dit afsluitende artikel komen heikele onderwerpen aan bod, zoals de veiligheid van dierentuindieren, stereotiep gedrag en overschotdieren. 

Dierentuinen een dilemma
Fotocredit: Dakiny Flickr via Compfight cc

Gevaarlijke situaties
Vorig jaar werd gorilla Harambe doodgeschoten in de dierentuin van Cincinnati. Een kleuter viel in het gorillaverblijf en de 17-jarige zilverrug werd gedood om het kind te beschermen. Het dier werd hierdoor het slachtoffer van een moment van onoplettendheid van de moeder. Daarnaast werd onlangs capuccinobeer Taps, een kruising tussen een ijsbeer en een bruine beer, doodgeschoten in een dierentuin in Osnabrück. Het dier was uit zijn verblijf ontsnapt en werd de dupe van de afweging tussen zijn veiligheid en die van de aanwezige bezoekers.

Hoe goed dierentuinen bezoekers ook tegen de aanwezige dieren proberen te beschermen, en zeker ook andersom, soms gebeurt het onverwachte. Diergaarde Blijdorp heeft hier ook ervaring mee, met de uitbraak van gorilla Bokito in 2007. Curator Harald Schmidt, zelf schutter van dienst op de dag van de rondleiding door de dierentuin:

“De dierentuin moet een afweging maken en heeft daar op zo’n moment maar heel kort te tijd voor. Voor de mensen die die beslissing moeten nemen is het ongelofelijk moeilijk. Er is een uitgangspunt, het belang van de bezoeker, de mens, staat voorop. Er zijn voorbeelden van mensen die bij tijgers terechtkomen om zelfmoord te plegen. Dan kun je aan de ene kant zeggen, hij is er zelf in gesprongen, maar dat kun je op dat moment dat een beslissing moet worden genomen niet gedegen onderzoeken.

Een verdoving is niet altijd een optie. Het duurt 5-10 minuten voor dat werkt. Door dat schot schrikt het dier en raakt-ie versuft, maar hij heeft veel adrenaline in zijn lijf. Adrenaline is een antagonist tegen heel veel narcosemiddelen. Het dier gaat onvoorspelbaar reageren. Je moet dus een inschatting maken hoeveel het dier precies nodig heeft, hoe zwaar hij precies is op dat moment, anders geef je te veel en gaat-ie alsnog dood.

Je kiest altijd partij voor de mens. De dieren zijn ook ongelofelijk belangrijk en die willen we natuurlijk helemaal niet doodschieten. Maar we hebben ook de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de bezoeker. Als er buiten bezoekuren iets gebeurt zal er waarschijnlijk een andere afweging worden gemaakt en proberen we toch eerst te verdoven.

Als er iets gebeurd is met een bezoeker of medewerker, dan wordt het dier natuurlijk niet achteraf gedood, dat zou absurd zijn. Dat dier volgt zijn instinct, dat neem je het dier niet kwalijk. Daar zou een goede dierentuin nooit aan meedoen. Bokito is ook niet gedood.

Toen hij na de aanval op de vrouw in het restaurant is terechtgekomen, is dat gebarricadeerd. Er stonden schutters klaar en er is een afweging gemaakt wat hij zou gaan doen. Er was op dat moment geen direct gevaar meer voor levens, daarom hebben we eerst geprobeerd hem te verdoven en dat is een goede afweging geweest. Het was overduidelijk dat het dier heel specifiek uitbrak, gericht op een persoon, hij heeft daarna niemand meer aangeraakt. Het was een uitzonderlijke situatie, die natuurlijk nooit had mogen gebeuren. Hij deed dingen die nog nooit door een gorilla vertoond zijn, dat kun je nooit helemaal uitsluiten.”

Dierentuinen een dilemma
Fotocredit: jgoge Flickr via Compfight cc

Veiligheid dieren
Dieren in gevangenschap houden is een grote verantwoordelijkheid, waarbij de veiligheid van de dieren zelf net zo belangrijk moet zijn als die van de bezoekers.

Hekken zijn er dan ook niet alleen om mensen te beschermen tegen dieren, maar ook andersom. Hoewel er veel medewerkers zijn in een dierentuin, is er niet altijd zicht op hoe bezoekers zich gedragen. Volgens Harald Schmidt komt het bijna niet voor dat mensen de dieren proberen te voeren, onze cultuur is er niet naar. Bij de meeste mensen is wel bekend dat de dieren geschikte voeding moeten krijgen. Zowel overdag als ’s nachts is er bewaking aanwezig in een moderne dierentuin. Toch lukt het dieven helaas wel eens dieren te stelen en waarschijnlijk te verhandelen. In 2014 zijn 5 gouden leeuwaapjes gestolen uit de Apenheul en in 2013 stalen dieven 13 dwergaapjes uit Dierenpark Wissel.

De laatste tijd hebben er diverse ernstige voorvallen plaatsgevonden in dierentuinen, die duidelijk maken dat de huidige mate van beveiliging van dierentuindieren helaas niet meer voldoende is. Een enorme tragedie was de moord op witte neushoorn Vince in de Franse dierentuin Thoiry. Het vierjarige dier, geboren in Burger’s Zoo, werd in de nacht van 6 op 7 maart doodgeschoten door stropers, waarna zijn hoorn met een kettingzaag geheel is verwijderd en zijn tweede hoorn deels afgezaagd. De dierentuin in de Tsjechische stad Dvur Kraloven ad Labem heeft besloten de hoorns preventief te verwijderen van 18 zwarte en witte neushoorns . Volgens Harald Schmidt van Diergaarde Blijdorp kleven er weliswaar wat bezwaren aan de ingreep, zoals het toepassen van extra narcoses en hiërarchieproblemen, maar gezien het vreselijke voorval in Frankrijk is voor te stellen dat meer dierentuinen deze beslissing nemen om hun neushoorns te beschermen.

Al enige jaren houden dierentuinen binnen EAZA rekening met verhoogde risico’s. De dierentuin Thoiry is voorzien van beveiligingscamera’s en maar liefst vijf medewerkers wonen op het terrein. Toch konden de stropers zich toegang verschaffen tot het neushoornverblijf en het dier afslachten.

Mishandeling
Mishandeling van dierentuindieren lijkt vaker voor te komen: een zorgelijke ontwikkeling. Een krokodil in de Belvedere dierentuin in Tunesië werd slachtoffer van een vreselijke aanval. Een groep bezoekers stenigde het dier, dat als gevolg daarvan aan een interne bloeding overleed. Dierenarts vertelde aan AFP:

“Het is vreselijk. Je kunt je niet voorstellen wat dieren te verduren hebben van sommige bezoekers. Ze laten afval en plastic zakjes achter. Ze gooien stenen naar leeuwen en nijlpaarden.”

In veel landen, zoals Tunesië, wordt anders over dierenwelzijn gedacht dan hier. Toch werden recent ook dierentuindieren in Europa het slachtoffer van ernstige dierenmishandeling. Begin februari verdween een Humboldt pinguïn uit dierentuin Luisenpark in Mannheim, Duitsland. Een paar dagen later werd het gestolen dier dood aangetroffen op een parkeerplaats.

In maart doodden zeer jonge kinderen een flamingo in de Tsjechische Zoo Jihlava. Flamingo’s werden door de kinderen van vijf, zes en acht jaar oud bekogeld met stenen en stokken en geschopt. Een 16-jarige flamingo overleefde de brute aanval niet en een andere raakte ernstig gewond. Twee kinderen werden direct na de mishandeling gepakt; ze hadden geen spijt van hun daad.

Eind februari overleed nijlpaard Gustavito in de dierentuin van El Salvador. In eerste instantie bracht de dierentuin het nieuws naar buiten dat de 15-jarige Gustavito mishandeld was, het dier zou met een voorwerp geslagen zijn en overleed een paar dagen later aan zijn verwondingen. Uit de autopsie bleek echter dat het dier overleden was aan een longbloeding en waarschijnlijk al langere tijd ziek was. Geen aanval is het dier fataal geworden, maar waarschijnlijk wel een slechte verzorging.

Tuberculose
Tuberculose wordt veroorzaakt door het Mycobacterium tuberculosis-complex. Meerdere diersoorten kunnen geïnfecteerd raken, risicosoorten in dierentuinen zijn bijvoorbeeld giraffen, primaten en olifanten. Dieren als gemzen, herten, onagers en kamelen kunnen lijden aan rundertuberculose. De bacterie verspreidt zich voornamelijk door de lucht: door de bacterie in te ademen raken dieren besmet. Symptomen van een besmetting met tbc zijn onder meer: hoesten, snotneus, verminderde eetlust, chronisch gewichtsverlies, veel water drinken. Het komt soms voor dat dierentuinen besmette dieren moeten euthanaseren, om lijden te besparen en verspreiding van de bacterie te voorkomen.

Besmetting met tbc is met name een hot item bij olifanten die leven in gevangenschap. Hoewel de ziekte een paar jaar geleden een voormalige weesolifant van de David Sheldrick Wildife Trust fataal werd, waarschijnlijk door contact met besmet vee, komt de ziekte niet voor bij wilde olifanten. Het ziet ernaar uit dat contact met mensen de bron is.

Mycobacterium tuberculosis is een anthropozoönose. Deze infectie kan niet alleen van dier op dier maar ook van mens op dier worden overgedragen, bijvoorbeeld op honden, katten of olifanten. Dit in tegenstelling tot zoönoses, ziektes en infecties die volgens de definitie van de World Health Organisation (WHO) ‘op een natuurlijke wijze uitgewisseld kunnen worden tussen mensen en gewervelde dieren’.

De Amerikaanse Oregon Zoo liet onlangs de bijna 55-jarige Aziatische olifant Packy inslapen. Volgens een verklaring van de dierentuin reageerde Packy onvoldoende op de behandeling tegen de resistente tbc-bacterie. Hier zit echter een luchtje aan. Volgens een anonieme olifantenverzorger en een andere medewerker van de dierentuin, die met Facebookpagina Team Packy probeerden steun te krijgen om het inslapen van de olifant te voorkomen, was Packy nog steeds vrolijk en gezond. Euthanasie was volgens hen veel te voorbarig. Bioloog Toni Fohoff van In Defense of Animals (IDA) gelooft dat de dierentuin Packy in liet slapen omdat hij geen rol meer had in het fokprogramma en zo te weinig opleverde.

“Dat doen ze vaker in dierentuinen, om ruimte te maken voor vruchtbare, meer charismatische dieren.”

De dood van Packy maakte veel los onder voor- en tegenstanders van dierentuinen. Reacties op zijn overlijden waren onder meer dat alle olifanten van de dierentuin naar een opvang zouden moeten, dat olifanten niet in dierentuinen horen en dat Packy een vreselijk leven had gehad. Dit schoot de mensen van Team Packy in het verkeerde keelgat: hoe verdrietig ze ook waren over de gang van zaken, ze maakten wel duidelijk dat zij en andere dierentuinmedewerkers er alles aan doen om de olifanten een goed leven te geven.

“We steunen ons fokprogramma en geven om onze olifanten alsof ze familie zijn.”

Stereotyp gedrag
Een onderwerp dat bij een artikel over dierentuinen niet mag ontbreken, is het doelloos vertonen van abnormaal gedrag dat steeds wordt herhaald, door stress, verveling of frustratie. Bijvoorbeeld heen en weer lopen (ijsberen), schommelen, of ‘weven’ met het bovenlichaam, wat sommige olifanten doen. Dit wordt stereotiep gedrag genoemd en komt voor bij dieren in gevangenschap (ook bij vee) die te weinig hun natuurlijke gedrag (hebben) kunnen vertonen en geen of te weinig controle over hun situatie hebben. Ze vervelen zich, krijgen te weinig mentale stimulans en zijn te veel beperkt in hun bewegingsvrijheid. Hierbij komt een stof vrij in de hersenen die ze een prettig gevoel geeft (endorfine). Heeft een dier dit gedrag eenmaal aangeleerd, dan blijft het dit meestal doen, ook als het later onder andere omstandigheden wordt gehouden. Harald Schmidt:

“We hadden ooit een Amoerpanter uit Tsjechië, Bogan, die daar stereotyp gedrag had aangeleerd. Hier in Blijdorp had hij meer ruimte, een waterval etcetera, maar toch liep hij vooral rondjes. Inmiddels is het dier overleden. Ook onze ijsberin, die al redelijk op leeftijd is, heeft dit gedrag lang geleden ontwikkeld, voor ze naar Blijdorp kwam. Hoewel ze er qua verblijf en ruimte enorm op vooruitgegaan is, zal dit gedrag ondanks het programma van gedragsverrijking nooit helemaal verdwijnen. Ook de leidkoe vertoon stereotiep gedrag. Ze is 45 jaar en komt uit Kopenhagen. Sinds ze 4 jaar is woont ze in Blijdorp. In die periode werden olifanten nog vaak vastgezet en in de dierentuin mee uit wandelen genomen. Haar gedrag heeft ze ooit aangeleerd en dan krijg je dat er niet uit. Er gebeurt even iets waardoor ze vervallen in dat gedrag. Ze raken er een soort van verslaafd aan.”

Sommige dieren gaan zelfs over tot zelfmutilatie, zoals het plukken van veren of vacht.

Dierentuinen een dilemma
Fotocredit: Dakiny Flickr via Compfight cc

Surplusdieren
Een onderwerp dat de laatste jaren veel stof heeft doen opwaaien is het doden van gezonde dieren door dierentuinen. De dood van giraf Marius in de dierentuin van Kopenhagen in 2014 maakte veel los en wees het grote publiek op een nadeel van het houden van wilde dieren in gevangenschap, waar velen eerder niet bij stil hadden gestaan.

Het is natuurlijk nogal krom, om dieren te doden om een diersoort te behouden. Bijna elke dierentuin heeft te maken met dieren die ‘boventallig’ zijn. De ruimte in een dierentuin is beperkt, waardoor de populatie binnen de perken moet worden gehouden. Dit gebeurt door het gebruik van anticonceptie of het doden van dieren die boventallig zijn, surplusdieren. Hierover kunnen dierentuinen van aanpak verschillen, dit kan per land en per continent anders zijn. Voorstanders van anticonceptie zijn van mening dat dit het meest diervriendelijk is, omdat hierdoor geen gezonde dieren worden gedood. Tegenstanders vinden dat dieren op die manier een heel belangrijke manier van een zo natuurlijk mogelijk leven wordt ontnomen. Daarnaast kan anticonceptie ook ernstige medische problemen veroorzaken in de voortplantingsorganen.

Erwin Vermeulen, werkzaam bij Sea Shepherd en opvangcentrum Wildlife Waystation vindt dat er geen excuus is voor het doden van overschotdieren:

“Zelfs als alle argumenten vóór dierentuinen waar zouden zijn, dan wordt nog steeds één, allesbepalend element angstvallig genegeerd: de rechten van die dieren; het fundamentele recht dat alle levende wezens zouden moeten bezitten om niet als een bezit, een ding te worden behandeld. In principe is een dierentuindier niets anders dan een gebruiksvoorwerp – om ten toon te stellen, te fokken, de soort in stand te houden, te bestuderen – en dat werd schokkend duidelijk toen de kerngezonde, achttien maanden jonge giraffe Marius door de kop geschoten werd, ontleed en aan de leeuwen gevoerd … enkel en alleen omdat hij overtollig was en deze ‘endlösing’ blijkbaar toelaatbaar is.”

Waardoor ontstaat overschot
Hoewel surplusdieren gezond zijn, worden ze door de dierentuin gedood, omdat er geen plek voor ze is of omdat ze niet in het fokprogramma passen. Geboortes van dieren worden groots worden en gevierd, terwijl de overschotdieren in besloten kring worden afgemaakt (behalve in de Deense dierentuin, waar dit heel openlijk gebeurt). Toch doen dierentuinen niet geheimzinnig over deze dieren en legde de toenmalige directeur van Diergaarde Blijdorp, Marc Damen, in 2014 uit aan Animals Today (toen nog PiepVandaag) voor ons artikel ‘Het lot van overschotdieren‘ uit waardoor het mogelijk is dat een dier boventallig raakt.

Er is in de samenwerkende dierentuinen, zoals de leden van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA), plek voor een bepaald aantal dieren per diersoort. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met hoe oud de diersoort ongeveer kan worden en hoeveel er gemiddeld per jaar sterven. Ook kunnen dierentuinen besluiten te stoppen met het huisvesten van de diersoort. Hiermee wordt uitgerekend hoeveel jongen er in het fokprogramma ongeveer nodig zijn om de populatie stabiel en gezond te houden. De coördinator van het fokprogramma van de diersoort wijst, samen met een comité van deskundigen (het Species Committee), dierentuinen aan die mogen fokken. De onzekere factoren zijn dan het aantal jongen, dit kunnen er meer of minder worden dan gemiddeld, en het geslacht. Er kan bijvoorbeeld behoefte zijn aan drie vrouwtjes, terwijl er maar een vrouwtje en twee mannetjes worden geboren. Dan ontstaat een probleem. Damen vertelde:

“We proberen de fok zoveel mogelijk af te stemmen op de latere afzetmogelijkheden, maar dat is moeilijk te voorspellen.”

Curator Harald Schmidt legt uit waarom dierentuinen toch regelmatig voor het doden van gezonde dieren kiezen, in plaats van voor anticonceptie.

“Ondanks dat het problemen oplevert met overschotten, hebben we wel de verantwoording voor onze dieren. Gorilla’s willen we bijvoorbeeld wel gorilla’s laten zijn. Voor de groep is het belangrijk de fok niet helemaal stil te leggen. Een jong zorgt voor sociale interactie, er is een hechte familiegroep waarin wordt gespeeld. Als je ze observeert zie je vast ook gedrag dat niet bij wilde dieren voorkomt, maar je ziet ook heel veel dingen die precies lijken op hoe ze in het wild leven.

Ik kan me wel voorstellen dat mensen er moeite mee hebben. Maar veel mensen willen geen dier mishandelen, en eten wel bijna dagelijks een mishandeld dier. Wij hebben een dier dat niet is mishandeld en het gaat niet naar de slacht. Het dier krijgt een boterham met pindakaas aangereikt, dat vindt-ie lekker en dan krijgt hij een pistool tegen zijn hoofd en is weg. Het dier heeft geen enkel benul van wat er is gebeurd en wordt daarna opgevoerd aan de roofdieren. En daar wordt schande van gesproken.

Terwijl, als je in de natuur werkt, of met dieren, dan weet je, er is leven en er is dood. Het ene dier leeft langer dan het andere, de meeste dieren in het wild maar kort. Veel giraffen sterven vrij jong een vreselijke dood. Dieren die een poot breken liggen lang te spartelen, die kunnen we niet redden en dat willen we niet, het is de natuur. Hier hebben we een bepaalde oppervlakte en we zouden best kunnen zorgen dat we nooit meer een giraf hoeven te doden. Dan castreren we de hengst, en dan laten we de vrouwtjes rustig oud worden. En als ze dood zijn zoeken we een dierentuin waar een overschot is en halen we nieuwe. Maar dat is niet de reden waarom we hier giraffen houden. Ooit, heel lang geleden zijn ze uit Afrika gehaald en gingen giraffen regelmatig dood. Tegenwoordig hebben we goede fokprogramma’s, goede veterinaire zorg, de problemen hebben we overwonnen. Nu blijven ze zich goed voortplanten. En dan hopen we dat we ze behouden en op termijn populaties terug kunnen brengen. Als je daar niet meer van overtuigd bent, is euthanasie heel lastig te verkopen. Zo’n beslissing wordt intern bediscussieerd en met meerdere mensen genomen. Veel verzorgers, die veel geven om de dieren waar ze voor zorgen, zijn toch tegen anticonceptie. Natuurlijk zijn er ook medewerkers die er meer moeite mee hebben dan anderen.

In Amerika zijn dierentuinen commerciëler. Ze krijgen geen subsidie, er is meer concurrentie onderling dan in Europa. Daar wordt mede uit angst voor de publieke opinie meer aan anticonceptie gedaan en bijna niet aan euthanasie. Daar zie je nu steeds meer de medische gevolgen van. Toch zijn verzorgers in die dierentuinen het vaak niet eens met het anticonceptiebeleid. Ze vinden natuurlijk gedrag belangrijker: dynamiek, de groep in beweging is het mooiste, dit geeft verrijking.”

Anticonceptie
Het gebruik van anticonceptiemiddelen heeft nogal negatieve bijwerkingen, voor zowel wilde als huisdieren. Ze vergroten de kans op ernstige aandoeningen, zoals melkkliertumoren, cystes in de baarmoeder en baarmoederontsteking. Deze manier van geboortebeperking levert veel problemen op, vooral bij huiskatten. Dierenarts Anita van Houten:

“Melkkliertumoren komen bij intacte poezen veel voor en 80-90% hiervan is kwaadaardig. Het gebruik van de poezenpil verhoogt de kans op het ontstaan van mammatumoren. Van de weinige dieren die de pil krijgen in plaats van een castratie ondergaan, zien we de meeste vroeg of laat terug met een melkkliertumor of baarmoederprobleem.”

EAZA, WAZA, AZA, NVD
EAZA
Dierentuinen moeten voldoen aan de landelijke wetgeving voor het welzijn van dieren. Daarnaast zijn veel gerenommeerde dierentuinen aangesloten bij EAZA (European Association of Zoos and Aquaria) moeten aan vastgelegde welzijnseisen voor verzorging van de aanwezige dieren voldoen. Dit wil niet perse zeggen dat het slecht gesteld is bij dierentuinen die hierbij niet zijn aangesloten, of andersom dat EAZA-dierentuinen het allerbeste zijn. Aansluiting betekent namelijk dat de dierentuinen zich aan alle bepalingen conformeren. Sommige dierentuinen, zoals Landgoed Hoenderdaell, besluiten dat niet te doen; bijvoorbeeld omdat ze dan geen zeggenschap hebben over dieren die onderdeel zijn van een fokprogramma. Dat bepaalt de coördinator van dat specifieke programma en die kan best werkzaam zijn in een andere dierentuin. De coördinator kan ook bepalen dat een dier boventallig is, lees daarover meer in de alinea over surplusdieren.

Samenwerking binnen EAZA betekent dat uitwisseling van dieren plaatsvindt, zonder dat hier kosten aan zijn verbonden. Hierdoor komt zaken doen met handelaren (bijna) niet meer voor en worden praktisch alleen dieren binnen gehaald die in gevangenschap zijn geboren. Het komt incidenteel nog wel voor dat dieren uit het wild worden gehaald. Veel vissen in het Oceanium van Diergaarde Blijdorp komen uit wildvangst; dit wil de dierentuin graag veranderen. Het lukt steeds beter om vissen zelf te kweken, zoals roggen. Succesvol (op)kweken van haaien is lastiger: de kans dat jonge haaien worden opgegeten door een grotere haai is groot. Daarom luistert het heel nauw wanneer ze het aquarium in kunnen.

WAZA
Niet alleen dierentuinen in Nederland en in Europa werken samen, ze wisselen ook informatie en (fok)dieren uit met dierentuinen die aangesloten zijn bij de World Association of Zoos and Aquaria (WAZA). Dit enorme netwerk zet zich, net als EAZA, in voor de bescherming van diersoorten in het wild (in situ) en in dierentuinen (ex situ), is mede-oprichter van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) en werkt onder meer samen met de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES).

AZA
De Association of Zoos and Aquariums (AZA), ook wel bekend onder de naam American Association of Zoological Parks and Aquariums, verleent accreditaties aan zoölogische parken en aquaria die aan de eisen van de AZA voldoen. Hierbij wordt, volgens de organisatie, gelet op de manier waarop de dieren gehouden en verzorgd worden, zoals de sociale groepen waarin ze leven, hun gezondheid en voeding. Ook verrijking en goede veterinaire zorg zijn van belang, evenals de inzet van de dierentuin in natuurbescherming en wetenschappelijk onderzoek en de kwaliteit van de medewerkers. Waar de AZA geen belang aan hecht, is of dierentuindieren in een klimaat verblijven dat geschikt voor ze is. Olifanten houden in een plaats met strenge winterse omstandigheden bijvoorbeeld, is bepaald niet in het belang van deze dieren die van nature in warmte leven. Dit betekent dat ze lang in hun binnenverblijf gehouden moeten worden, wat onder meer voetproblemen kan veroorzaken. De AZA heeft ook SeaWorld geaccrediteerd en een van de AZA-aquaria, het Georgia Aquarium, is de laatste tijd veel in opspraak gekomen door de ingediende vergunning om beloega’s te importeren. De wilde dieren zijn tussen 2006 en 2011 gevangen in de Zee van Ochotsk, ten noorden van Rusland. Deze importvergunning is gelukkig geweigerd door de rechtbank. De AZA verklaarde in een persbericht dat het ‘de noodzaak inziet van het verwerven van uit het wild gevangen exemplaren’.

NVD
14 Nederlandse dierentuinen werken samen op het gebied van kwaliteitseisen, fokprogramma’s, onderzoek et cetera in de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD). Al deze leden zijn ook lid van EAZA en wisselen kennis en ervaring uit. De NVD beschouwt lidmaatschap als een kwaliteitskenmerk voor een dierentuin. Niemand zal het belang van kwaliteitseisen ontkennen, maar aangezien het dolfijnencircus Dolfinarium Harderwijk ook aangesloten is bij de NVD, spreekt dit niet in het voordeel van de NVD. Het is juist opmerkelijk, omdat dierentuinen zich als heel andere instellingen profileren dan circussen. Ze vangen tenslotte zelfs dieren uit circussen op.

Conclusie
Voorstanders beschouwen een bezoek aan de dierentuin als een manier om genegenheid voor dieren te ontwikkelen en zich te verdiepen in diersoorten en de gevaren waarmee ze te maken hebben. Tegenstanders zien liever dat dierentuinen hun deuren sluiten en vinden dat maatregelen ter bescherming van een diersoort alleen in de natuur moeten plaatsvinden.

Wat het doel is van moderne dierentuinen, is niet voor iedereen even duidelijk. Naast het amusementsaspect behouden ze diersoorten, vangen exotische dieren op en informeren mensen over het leven en de bedreigingen van de tentoongestelde diersoorten. Die dieren zitten weliswaar niet te wachten op onze fascinatie; hun wilde soortgenoten zouden zich prima, zo niet beter, redden zonder menselijke belangstelling en bemoeienis. De realiteit is echter dat juist mensen een cruciale rol spelen in het beschermen van dieren, door beslissingen te nemen die bijdragen aan het voortbestaan van dieren in het wild en de destructie van leefgebieden tegen te gaan. Gezien de enorme snelheid waarmee diersoorten uitsterven en de vele gevaren waar ze mee geconfronteerd worden is dit een grote uitdaging. Dierentuinen profileren zich echter nog te veel als een attractie, ‘een leuk dagje uit’. De nadruk zou meer moeten komen te liggen op de invloed en verantwoordelijkheid die bezoekers zelf hebben, waarbij een bezoek wat minder vrijblijvend is en educatie en in actie komen belangrijker worden.

Hoewel dierentuinen onder de meerderheid van de bevolking nog steeds heel populair zijn, wordt de roep om verandering steeds luider. De betere, moderne dierentuinen hebben de laatste tientallen jaren grote stappen gemaakt, om het leven van de dieren die ze verzorgen te verbeteren. Dankzij meer kennis en empathie maken bezoekers (en mensen die besloten hebben geen dierentuinen meer te bezoeken), zich steeds drukker om het welzijn van dieren in gevangenschap. Dierentuinen zullen in hun beleidsvoering en investeringen steeds meer rekening moeten houden met de veranderende publieke opinie. Dit kan ook betekenen dat men inziet dat het beter is bepaalde dieren niet meer in dierentuinen te houden, of meer rekening te houden met klimatologische omstandigheden die voor diersoorten ongeschikt zijn. Het welzijn van dierentuindieren moet in onze optiek altijd zwaarder wegen dan het plezier dat mensen aan hun bezoek beleven.

Dierentuinen, een dilemma is in vier delen gepubliceerd. Wil je graag het gehele artikel nalezen, dan kan dit hier. Of lees alle gepubliceerde delen afzonderlijk:

Deel 1
Deel 2
Deel 3

Bronnen @Animals Today Angelique Lagarde