Varkens in Nood heeft maandag een brandbrief gestuurd naar minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de alsmaar toenemende biggensterfte bij varkenshouderijen. De varkenssector heeft in 2009 de taak op zich genomen om het aantal dode biggen per jaar terug te dringen, maar het percentage stijgt nog elk jaar. Varkens in Nood roept de minister met klem op om de aanpak van biggensterfte niet langer over te laten aan de sector.

biggensterfte
In 2016 stierf 13,9 procent van de biggen | Foto: publiek domein

In 2009 luidde Varkens in Nood voor het eerst de noodklok over de 12,9 procent biggensterfte in 2008. Toenmalig minister Verburg riep de sector op om de biggensterfte terug te dringen. Datzelfde jaar werd ‘Stuurgroep Bigvitaliteit’ opgericht door de varkenssector. De Stuurgroep wilde het sterftepercentage voor het eind van 2018 terugbrengen naar 10,5 procent. Dat is niet gelukt, het sterftepercentage onder biggen is in 2016 zelfs gestegen naar 13,9 procent. Varkens in Nood concludeert dat de sector overduidelijk niet in staat is om dit probleem zelfstandig aan te pakken.

Oorzaken biggensterfte
Jaarlijks sterven miljoenen biggen nog voor ze vier weken oud zijn. De hoofdoorzaak van de hoge sterfte ligt in het fokbeleid, dat is gericht op een verhoging van het aantal biggen dat jaarlijks per zeug wordt geboren. De toename van het aantal biggen per zeug zorgt namelijk voor meer zwakke, kwetsbare biggen. Deze biggen worden sneller ziek, raken eerder onderkoeld en hebben een grotere kans om te verhongeren.

De varkenssector zegt de biggensterfte te willen verminderen, maar varkenshouders blijven onverminderd doorfokken op een verhoging van het aantal biggen per worp. Hierdoor zal de sterfte alleen maar toenemen.

Lees hier de brandbrief (pdf).

Persbericht Varkens in Nood