Natuurbescherming sluit soms inheemse groepen uit. Een voorbeeld: misschien ben je op safari geweest. Prachtig om de olifanten, zebra’s en antilopen in het wild te zien. Dat vindt de overheid van Tanzania ook. Zij veranderden dan ook onlangs de legale status van het Ngorongoro gebied zodat niemand daar nog mag wonen, om de dieren ongestoord te laten. En om meer toeristen te trekken. Die mogen wel gewoon nog in het gebied. Is het uitsluiten van die inheemse groepen eigenlijk dan wel terecht?

groepen
Natuurbescherming versus inheemse groepen: een onnodige strijd | Foto: publiek domein

De toeristische sector in Tanzania sleept zo’n 5.5 miljard euro per jaar binnen. Dat klinkt natuurlijk geweldig voor het toerisme, de economie, en de natuur. Dat zou je denken, ware het niet voor zo’n 100.000 mensen die gedwongen worden het gebied te verlaten. Dat is zeg maar net zoveel inwoners als Delft heeft. Het gaat hier vooral om de Masai. De Masai zijn inheemse mensen die al lang voor het kolonialisme in het gebied leven. Het zijn vooral herders, die van plek naar plek trekken. De overheid zegt dat ze de Masai moeten verwijderen om de biodiversiteit te beschermen. De Masai zeggen juist dat dit ook kan en moet zonder hun levens en cultuur in gevaar te brengen. Hoe dan? En wat heeft de wetenschap hier over te zeggen?

Natuurbescherming
De Masai in Tanzania | Foto: publiek domein

Natuurbescherming

Landen over de hele wereld zijn bezig met 30 by 30, een groot internationaal plan om tegen 2030 30 procent van het aard-en zeeoppervlak tot natuurgebied te maken. Gebieden over de hele wereld die rijk zijn aan biodiversiteit worden omgezet in beschermd natuurgebied. Vaak wordt dit gefinancieerd door grote natuurbeschermingsorganisaties, zoals WWF en Wildlife Conservation Society. Ook door rijkere landen zoals de VS, Japan en Frankrijk. Toch wonen er vaak al mensen in deze gebieden. Meestal zijn dat inheemse bevolkingsgroepen. Zo’n 476 verschillende inheemse volken wonen in gebieden die bij elkaar zo’n 80 procent van de biodiversiteit bijdraagt. Ten minste, ze woonden er. Daar is in de laatste jaren veel verandering in gekomen.

Inheemse groepen

In India zorgde het maken van tijgerreserves om meer toeristen aan te trekken, voor de gewelddadige ontzetting van veel Adivasi. In Congo vechten de Batwa nog steeds om terug te mogen komen naar het Kahuzi-Biega nationaal park, waar zij al in de jaren 70 uit verjaagd werden. Vorige maand nog vielen de park-autoriteiten en het Congolese leger Batwa-dorpen binnen en staken hun huizen in brand. Soortgelijke verhalen spelen zich af in Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika. De inheemse bevolking heeft vaak nog steeds geen recht gekregen tot het land waar zij al eeuwen en zelf vóór het kolonialisme wonen.

Vaak wordt natuur ‘beschermd’ door mensen daar weg te houden. Het idee heerst bij velen dat waar mensen zijn de natuur vooral niet haar gang kan gaan. Volgens veel deskundigen is dit echter niet het geval. Ook zijn er verschillende bedrijven en groepen die flink verdienen aan het zichtbaar maken van de waarde van natuur, bijvoorbeeld door toeristen mee te nemen op safari. Al een tijdje roepen deskundigen en onderzoekers voor een andere aanpak. Veel van hen geven juist aan dat mensen niet los staan van de natuur, maar er deel van uitmaken. Dat de integratie van duurzame en groene manieren van leven de natuur en de mens juist beter is. Dit klink misschien utopisch, maar zo deden wij het vroeger ook wel, toen men bijvoorbeeld takken uit het bos haalde voor brandhoud.

Integratie natuurbescherming

De onderzoekers Büscher en Fletcher pleitten er in 2019 voor dat natuurbescherming (opnieuw) geïntegreerd moet zijn in het dagelijks leven en in het beleid. En niet alleen in beschermde gebieden of wanneer mensen doneren aan NGO’s. Volgens hun zit de echte rijkheid van de natuur niet in wat er aan te verdienen valt. Büscher en Fletcher:

“Het (de rijkheid van de natuur) zit in de verschillende manieren waarop het toestaat dat mensen en niet-mensen hun levens zij-aan-zij leven.”

De Masai leven al lang zij-aan-zij met de natuur. Dit is voor hen nooit anders geweest is. Het idee dat mens en natuur van elkaar gescheiden zijn bestaat niet echt onder de meeste inheemse volken. Zij wonen al generatie op generatie op dat land en weten als geen ander hoe zij ervan en ermee kunnen leven. Zo grazen de kuddes van de Masai graag aan het gras in het Ngorongoro gebied. Maar wanneer ergens dat gras op is, nemen zij hun kuddes weer ergens anders mee naartoe. Zo blijft hun vee gevoed, maar kan ook het gras weer teruggroeien.

Onderzoek toont talloze voorbeelden van inheemse volken die duurzaam in hun leefgebied leven. Soms is de kennis van inheemse volkeren meer abstract. Zo keek een studie in 2011 naar First Nations (inheemse Amerikanen) in Canada. Onder andere vonden zij dat First Nations-mensen veel duidelijker de verschillende gebieden die een diersoort gebruikt in beeld hebben. Hier schieten overheden en organisaties vaak te kort wanneer het op dierenmanagement aankomt.

Kennis inheemse volken

Inheemse volken hebben met een kennis van ecosystemen vaak ook beter langdurige processen in beeld. Zo kunnen de Kayapo mensen uit Brazilië heel goed boseilanden maken. Dit zijn stukjes grond waar over een aantal jaar een enorme biodiversiteit ontstaat, waaronder gewassen die de Kayapo kunnen eten.

Dit zijn een aantal voorbeelden van wat we kunnen leren van inheemse groepen. Voorbeelden van hoe zij met de natuur leven en hoe hun kennis belangrijk is voor goede natuurbescherming. Dr Marcus Colchester is senior beleidsadviseur, oprichter en voormalig directeur bij het Forest Peoples Programme. Hij stelt dat maar weinig natuurbeschermorganisaties nog geloven dan het maken van de beschermde gebieden op zichzelf de biodiversiteit waarborgt. De benoeming tot beschermde gebieden ervoor zorgt dat het gebied wordt afgezonderd van bedreigingen die de regio aantasten.

Inheemse volkeren beste beschermers van bossen

Kloof

Hij drukt overheden ook op het hart dat door hun beleid aan lokale groepen op te leggen, zij de kloof tussen de mensen en de overheid alleen maar groter maken. Dit alles terwijl al dat onderzoek laat zien dat overheden beter naar lokale groepen en vooral inheemse groepen moeten luisteren als zij echt de natuur willen berschermen.

Zo veel inheemse volken worden geconfronteerd door bedrijven en overheden die iets willen verdienen aan het land waar zij wonen. In Congo is het toerisme. In andere gebieden zijn het grondstoffen of landgoed. Het idee dat de natuur ruimte moet maken voor de mens heeft zo veel natuur verwoest. Het idee dat de mens ruimte moet maken voor de natuur verwoest vele levens. Volgens onderzoekers is de oplossing niet de scheiding tussen mens en natuur waarborgen, maar deze juist opheffen. Dat we weer leren leven met de natuur. Inheemse volken kunnen ons hier alles over leren.

Betere natuurbescherming door overheden óf inheemse groepen?

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Thomas Prins