Bijna drie miljoen walvissen zijn er tussen 1900 en 1999 gedood voor commerciële doeleinden. En dat aantal is nog een stuk hoger dan altijd werd gedacht, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, ‘Het legen van de oceanen: een overzicht van de industriële walvisvangst in de 20ste eeuw’. Onderzoekers noemen het de grootste jacht uit de menselijke geschiedenis.

Walvisjacht Antarctica walvissen
Walvisjacht Antarctica | Foto: ASOC Pictures / Foter.com / CC BY-NC-ND

De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op de cijfers van de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) en gecorrigeerde gegevens over de walvisjacht door de voormalige Sovjet-Unie. Wereldwijd werden in 1920 meer dan 175.000 walvissen gedood. In de jaren vijftig was dat aantal gedode dieren alleen al op het zuidelijk halfrond gestegen naar bijna 470.000 dieren.

In 1986 bepaalde het IWC, de enige internationale organisatie die regels stelt aan de walvisjacht, dat er een wereldwijd verbod komt op de commerciële walvissenjacht. Helaas was er een uitzondering: het doden van walvissen voor wetenschappelijk onderzoek. Onder die noemer vangt Japan nog steeds walvissen, terwijl het vlees van de dieren gewoon in restaurants terecht komt.

In de jaren negentig werden nog eens 7.170 walvissen gedood. Niet alleen Japan, maar ook Noorwegen, Korea, de voormalige Sovjet-Unie en IJsland bleven jagen op deze zeezoogdieren. IJsland en Noorwegen hebben het moratorium overigens nooit ondertekend.

Eind maart vorig jaar oordeelde het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag dat Japan illegaal op walvissen jaagt in de Zuidelijke IJszee en wetenschappelijk onderzoek als excuus voor commerciële walvisvaart gebruikt. Daarom kreeg Japan een verbod op walvisjacht opgelegd in dit gebied, een walvisreservaat. Japan gaf toen aan zeer teleurgesteld te zijn in de uitspraak, maar het besluit van het ICJ te respecteren. Daarom werd door het visserijagentschap aangekondigd de jaarlijkse walvisjacht in de Zuidelijke IJszee te annuleren: dit was voor het eerst in vijfentwintig jaar.

Half april vorig jaar werd echter bekend dat de slachting van walvissen in de Zuidelijke IJszee onverminderd doorgaat, ondanks de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) dat de jacht op de dieren per direct moet stoppen. En in september vorig jaar werd bekend gemaakt dat Groenland van de IWC weer mag beginnen met de walvisjacht. Per jaar mogen er 200 walvissen gedood worden. Groenland mocht de afgelopen twee jaar geen walvissen meer vangen, maar ging daar gewoon mee door. Omdat de jacht uitgevoerd wordt door een ‘inheems volk’, heeft Europa het voorstel van Denemarken gesteund, uiteraard tot grote woede van natuurbeschermingsorganisaties. Voor de Noorse walvisvaarders was vorig jaar zelfs een recordjaar. Er werden in het seizoen namelijk al 682 walvissen afgeslacht. Sinds de hervatting van de walvisjacht in 1993 zijn er in één seizoen niet zoveel dieren geschoten.

Organisaties als Sea Shepherd doen er alles aan de dieren te beschermen. Tijdens haar campagne vorig jaar in de Zuidelijke Oceaan heeft Sea Shepherd de slachting van zo’n 750 walvissen door toedoen van de Japanse walvisvaarders kunnen voorkomen.

Helaas worden walvissen dus nog steeds in hun voortbestaan bedreigd. Niet alleen door de jacht, maar ook door klimaatverandering en doordat zeeën en oceanen druk bevaren worden is er veel geluidsoverlast, vooral veroorzaakt door scheepsmotoren. Ook werkzaamheden als heien kunnen storend zijn, evenals het gebruik van sonar door marineschepen, botsingen met schepen.

Bron: Volkskrant ©PiepVandaag.nl