Uit het gepresenteerde rapport ‘Maak van de melkveehouderij geen vee-industrie‘ blijkt dat het droevig is gesteld met de verkrijgbaarheid van zuivelproducten, die uitsluitend zijn gemaakt van melk van koeien die in de wei hebben gelopen. Volgens de Dierenbescherming zijn veel producten als kaas, toetjes en boter ‘vervuild’ met stalmelk. Ongeveer 70% van de koeien staat in de wei, maar slechts een klein deel van de zuivel van deze koeien wordt apart opgehaald en verwerkt tot weidezuivelproducten.

Melkkoe op stal
Melkkoe op stal | Foto: CIWF | CC BY 2.0

Frank Dales, directeur van de Dierenbescherming, riep tijdens een bijeenkomst van de ondertekenaars van het Convenant Weidegang supermarkten en zuivelproducenten op, hun aanbod koevriendelijke zuivel te vergroten.

Een voorstel is om alle weidemelk gescheiden op te halen en apart te verwerken tot weidezuivelproducten, en de weidemelk dus niet langer te mengen met stalmelk. Allerlei producten als slagroom, margarine en boter zijn hierdoor niet of nauwelijks te verkrijgen als weidezuivelproduct. Kaas is wel verkrijgbaar met weideganggarantie, zij het heel beperkt. Terwijl bij kaas veel winst valt te behalen. Meer dan de helft van de Nederlandse melk wordt gebruikt om kaas van te maken. Voor één kilo kaas is bijna tien liter melk nodig.

Sinds het loslaten van het Europese melkquotum ziet het er voor de Nederlandse koe slecht uit. Melkveehouders gaan in rap tempo hun collega’s in de varkens– en pluimveehouderij achterna, waarbij de dieren helemaal geen daglicht meer zullen zien. Meer grootschalige bedrijven ontstaan, die uit kostenoverwegingen hun dieren het hele jaar op stal houden.

Zoals zo vaak heeft de consument de macht om het tij voor de koe te keren, zodat het dier straks niet alleen maar op stal hoeft te staan, maar ook lekker naar buiten kan. Om dit te bereiken moeten supermarkten en zuivelproducenten de handen in elkaar slaan om zo tot een ruim aanbod te komen van weidezuivelproducten.

Bron: Dierenbescherming.nl ©PiepVandaag.nl Walter Eijndhoven