In de herfst kun je niet om ze heen: de zijdeachtige webben van de vele kruisspinnen, ’s ochtends prachtig bedekt met dauw. Overal in Noord-Europa tref je ze aan, in tuinen, bossen en voor het raam.  Daarom worden ze ook wel ‘tuinspinnen’ genoemd. Ze zoeken een plekje dat zo veel mogelijk uit de wind ligt, zodat hun web, dat wel 40 cm groot kan zijn, intact blijft.  Kruisspinnen houden erg van vochtigheid. Ze eten vliegende insecten, het liefst muggen en vliegen. Zelf worden ze gegeten door vogels.

Om in kaart te brengen welke spinnensoorten in Nederland veel in huis en tuin voorkomen, organiseert VARA-programma Vroege Vogels dit jaar de Nationale huis- en tuinspinnentelling. Doe mee!

kruisspin
Foto Lucarelli via Wikimedia Commons

Bol achterlijf met kruis

De Araneus diadematus (kruisspin) behoort tot de familie van de wielwebspinnen, vanwege de fietswielvormige webben die de dieren maken met kleverige draden uit het achterlijf. De kleur van de spin kan variëren, van gelig tot roodbruinig tot bijna zwart. Door het witte kruis op zijn rug is hij duidelijk herkenbaar. Zijn lijf bestaat uit een kopborststuk en achterlijf en hij heeft acht poten met een stekelige beharing en tastzintuigen.  Ook heeft de spin acht ogen, aan de voorzijde van het kop/borststuk. De spin heeft twee paar kaken en gifklieren, waarmee verteringssappen in de prooi worden gebracht en die de spin weer opzuigt. Vrouwtjes zijn groter dan mannetjes, vooral het achterlijf is bij vrouwtjes dikker en groter.

Een hapje eten

De spin is een groot deel van zijn leven bezig met het spinnen van zijn web en zit hoofdzakelijk in het midden van zijn bouwwerk. Zodra een prooi in het web terechtkomt en beweegt, wordt de spin gealarmeerd door de trillingen van de signaaldraden. Hij schiet eropaf en omwikkelt de vlieg of mug met draad, waarna hij gif spuit in zijn prooi. Hierdoor raakt deze verlamd. In een hoekje van het web eet de spin zijn maaltijd op. Het web wordt dagelijks gerepareerd of geregeld helemaal opnieuw gesponnen. Oude draden eet de spin op: hierin zitten proteïnen.

Zorgen voor nageslacht

Paren is een hachelijke zaak voor de mannelijke kruisspin en moet zo snel mogelijk worden afgehandeld. Hij loopt namelijk de kans door het vrouwtje te worden opgegeten. Het sperma wordt opgeslagen in de spermatheek in het achterlijf van het vrouwtje. In haar gepaarde eileider worden de eicellen bevrucht en eieren gevormd. Hierdoor zwelt haar achterlijf enorm op. In de herfst legt zij honderden eitjes en bindt ze samen tot een massa met kleverige draden. De eitjes bewaakt ze een maand lang, waarna ze sterft. Dit is het einde van haar tweejarige levenscyclus.

Nieuw leven

In de lente komen de kleine, gele spinnetjes tegelijk uit hun cocon en verblijven nog een paar dagen in spinsel. Na een dag of tien klimmen ze zo hoog mogelijk en laten ze zich aan een draad door de wind meevoeren en beginnen hun eigen web en leven op de plek waar ze neerkomen.

Spinnen tellen

VARA-programma Vroege Vogels organiseert dit jaar voor het eerst de Nationale huis- en tuinspinnentelling.

“Een week lang mag iedereen op zoek naar alle achtpotigen van Nederland. Vroege Vogels heeft een zogenoemde spinnenzoekkaart gemaakt met daarop tien spinnen die mensen in en om het huis kunnen tegenkomen. Op de lijst staan onder meer de kruisspin, de grote trilspin, de (gewone) tandkaak en de wespspin, ook wel tijgerspin genoemd”, aldus het programma.

Om mee te doen aan de telling kun je gebruikmaken van de spinnenzoekkaart, te downloaden op de website van Vroege Vogels. Vul daarna je waarnemingen in op het formulier.

Onderstaand filmpje van TV Green brengt de kruisspin mooi in beeld.

Bron ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde