In zijn beroepsleven werkte dr. Hans-Heinrich Fiedler (73) als patholoog voor het Duitse Veterinaire Instituut in Oldenburg. Daarbij moest hij door sectie de vroegtijdige doodsoorzaak vaststellen van boerderijdieren en onderzoeken of er sprake was van BSE (gekke koeienziekte), vogelgriep of dat er dioxine in het vlees zat. Maar tijdens zijn werk kwam hij zoveel misstanden tegen dat hij na zijn pensioen besloot er een boek over te schrijven, vol confronterende feiten over de vee-industrie en de gevolgen daarvan voor mens, milieu en dierenwelzijn.

gelovigen
Foto: Pixabay

Bij de dode dieren die Fiedler onderzocht vond hij met grote regelmaat de vreselijke gevolgen van de vee-industrie voor de dieren zelf. Hij zag onder meer artrose bij varkens, die veel te snel te zwaar waren geworden, ontstekingen bij legkippen die teveel eieren hadden gelegd en zweren aan de voetzolen bij vleeskuikens, die letterlijk moesten waden in hun eigen uitwerpselen. Ook noemt hij afgeknipte snavels bij kalkoenen, gecoupeerde staarten bij biggetjes en het onthoornen van kalveren. Fiedler:

“Als jonge veearts werkte ik ook mee aan het couperen van biggenstaarten. De algemene consensus was dat het zenuwgestel bij de jonge dieren nog niet volgroeid was en dat ze dus nauwelijks of geen pijn voelden. Ondanks onderzoeken die het tegendeel bewijzen staat deze theorie nog altijd overeind.”

Vanaf het begin van zijn carrière lieten de dieren hem als mens niet koud:

“Ik heb altijd veel empathie gevoeld voor de dieren, verplaatste mij in hun situatie.”

Medeschepselen
Na zijn pensioen, nu bijna 10 jaar geleden, kwam Fiedler in wat hij noemt de ‘filosofische fase’ van zijn leven. Daarbij is het Christelijke geloof zijn leidraad. Zo leest hij in de Bijbel dat dieren ‘medeschepselen’ zijn en hij interpreteert dat als ‘medemensen’. Voor Fiedler is deze omschrijving niets meer en niets minder dan een Bijbelse oproep voor gelovigen om dierenwelzijn te respecteren. Hij meent dan ook dat die boodschap opgepikt moet worden door de kerken, omdat die nog altijd ‘gewicht hebben als morele autoriteit’.

Hij besloot een boek te schrijven aan de hand van zijn eigen bevindingen en een grote verzameling artikelen en onderzoeken over de misstanden in, en gevolgen van de vee-industrie. Het 148 pagina’s tellende werk kreeg de naam ‘…en heerste over het vee… – Varken, kalkoen en kip: ding of medeschepsel?’

Dit zijn de belangrijkste conclusies van Fiedler:

  1. Steeds minder boeren: in 1950 hielden in Duitsland 2,4 miljoen boeren 12 miljoen varkens, in 2012 waren er 28 miljoen varkens op slechts 30.300 boeren.
  2. Loon- en sociale dumping: de arbeid in de vleesindustrie vindt plaats onder ‘onmenselijke omstandigheden’, met name voor uitzendkrachten en werknemers met een contract.
  3. ‘Diefstal’ van land: de immense hoeveelheden voer bestemd voor de industriële veehouderij en het daarvoor benodigde landbouwareaal zou eigenlijk bestemd moeten zijn voor een deel van de Derde Wereld.
  4. Verontreiniging van bodem en water: in Nedersaksen heeft 60 procent van het water een te hoog nitraatgehalte, en endocriene en antibiotische stoffen worden in toenemende mate gevonden.
  5. Klimaatschade: in Duitsland komt 11 procent van de lozing van broeikasgassen, bijvoorbeeld methaan, uit de landbouw – meer dan van het wegvervoer.
  6. Resistentie tegen antibiotica: multiresistente schadelijke organismen worden steeds vaker aangetroffen in vlees en bij dieren.
  7. Honger in de wereld: 75 procent van het gewas wordt gevoerd aan vee. Als men minder vlees zou eten konden in theorie veel meer mensen gevoed worden.
  8. Gezondheidsrisico’s: uit lange-termijn studies van de Harvard Universiteit blijkt dat de kans op sterfte onder de studiedeelnemers steeg met 13 procent wanneer zij iedere dag vlees aten.

Maar misschien wel de belangrijkste conclusie voor Fiedler is het dierenleed wat voortvloeit uit de industriële veehouderij, mede veroorzaakt door een aantal van de bovengenoemde punten.

Geweten
Inmiddels heeft Hans-Heinrich Fiedler zijn eigen kerkgemeenschap in Oldenburg-Osternburg zover gekregen dat er bij barbecues geen kiloknallers meer gekocht worden en dat het vlees een verantwoorde oorsprong heeft. Zelf eet hij nauwelijks vlees, zo verklaart hij. Ook zegt hij het boek niet geschreven te hebben om er geld mee te verdienen, maar dat hij er juist veel geld in heeft gestoken om het uit te brengen. Fiedler stuurt exemplaren naar de bisschoppen van katholieke en protestantse kerken, naar gespecialiseerde commissies en politici. De reacties zijn tot nu toe lauw, maar voor dierenbeschermer Fiedler geldt maar één ding:

“Niemand zal achteraf kunnen zeggen: wij hebben het niet geweten.”

Bron © PiepVandaag.nl Bart van Riel