Nadat palmolieplantages grote delen van het habitat van de orang-oetan hebben vernietigd in Indonesië, gebeurt nu hetzelfde in Afrika, waar grote industriële plantages het leefgebied van chimpansees, gorilla’s en bavianen bedreigen. Het kappen van de bossen zal binnen afzienbare tijd een topbedreiging vormen voor de biodiversiteit in de Afrikaanse tropische regenwouden.

Chinese palmolieplantages
Chinese palmolieplantages hebben grote gevolgen voor het leefgebied van gorilla’s |´Silverback´ gorilla | Foto: Wikimedia Commons

Sinds het begin van deze eeuw schieten palmolie- en rubberplantages in het zuiden van Kameroen als paddenstoelen uit de grond, aldus Greenpeace Afrika. Satellietbeelden die Greenpeace heeft verzameld laten zien dat grote stukken (al meer dan 3.000 hectare) regenwoud in het beschermde Dja Faunal Reservaat in rap tempo worden gekapt om er rubber- en palmolieplantages op te bouwen, die worden exploiteert door bedrijven uit China en Singapore. Dit reservaat is niet alleen het leefgebied van verschillende soorten primaten, maar ook van olifanten, luipaarden en de bijna uitgestorven Afrikaanse grijze papegaai.

Volgens Filip Verbelen van Greenpeace is er een duidelijke toename van het aantal bedrijven dat investeert in palmolie in de tropische regenwouden in Afrika. Een aantal van de nieuwe palmolieprojecten zullen een negatieve impact hebben op het tropisch regenwoud, andere hebben dit al. In diverse Afrikaanse landen worden veel regio’s, waaronder belangrijke gebieden voor laaglandgorilla’s, bonobo’s en verschillende soorten chimpansees, ontwikkeld (of zullen worden ontwikkeld) tot palmolieplantages.

Er worden volgens Greenpeace ook plannen gemaakt om delen van het op dit moment nog intacte Ebo Wildlife Reservaat te kappen. Dit reservaat is van groot belang voor het behouden van primaten in Kameroen. Als er niet snel verandering komt in het op grote schaal inperken van het habitat van de primaten dan kunnen we verwachten dat dit er voor gaat zorgen dat de diversiteit van de primaten in Afrika snel zal afnemen.

Ook het ontbossen van niet-beschermde reservaten heeft een aanzienlijk invloed op de habitat van de dieren die daar wonen. Daarnaast weerhoudt de industriële ontwikkeling die naast de reservaten plaatsvindt dieren ervan om te migreren, zorgt het voor verandering in de waterstromen, creëert het erosie en vormt het ook op andere manieren een bedreiging voor planten en dieren.

Filip Verbelen, Greenpeace België:

“Grootschalige industriële projecten die zo dicht in de buurt van beschermde gebieden plaatsvinden, kunnen voor onomkeerbare schade zorgen. Je hoopt dat de zones om deze gebieden heen bestemd zullen zijn voor een mildere vorm van gebruik, zoals bosbouw door lokale gemeenschappen of lokale landbouw.”

Een rapport van UNESCO uit 2014 laat zien dat stropen ook toeneemt in het Dja Faunal Reservaat. Ontwikkeling in de gebieden rondom de reserveraten zorgt er voor dat stropers makkelijk toegang hebben tot gebieden waar voorheen mensen nauwelijks kwamen. Palmolieprojecten dragen bij aan de toename van stroperij in en rondom het Dja Faunal Reservaat.

Beschermde tropische gebieden staan bijna overal onder toenemende druk. In het Kongobekken, op het Amazonegebied na het grootste regenwoudgebied op aarde, is sprake van een explosie van nieuwe projecten die worden ontwikkeld in de mijn- en olie-industrie en landbouw. Deze projecten hebben zowel direct als indirect grote gevolgen voor het milieu nu er grote stukken tropisch regenwoud permanent worden verwoest. Ook heeft de vernietiging van het regenwoud nadelige gevolgen voor de lokale bevolking. De ecologische invloed en de impact op de dieren die het kappen van de wouden met zich meebrengt, moeten we volgens Verbelen niet onderschatten.

Bronnen: TakePart, Greenpeace ©PiepVandaag.nl Lianne Raat