Eind 2014 werden in Zimbabwe zo’n 80 jonge olifantjes van rond de vier jaar uit het wild geroofd en gevangen gehouden in Hwange National Park. Begin juli werden 24 van deze olifantjes naar China geëxporteerd en de Zimbabwaanse overheid is van plan meer olifanten te verkopen. Dit levert veel geld op: $40.000 – $60.000 per olifant.

Zimbabwe
© Burrard-Lucas Wildlife Photography

Vrijheid ontnomen
Hoewel Saviour Kasukuwere, minister van Milieu, Water en Klimaat, vorig jaar beweerde dat er geen olifanten naar China verscheept zouden worden, blijkt dit onjuist. Begin juli werden 24 dieren naar China gevlogen. National Geographic wist de hand te leggen op foto’s die een milieu-organisatie uit Beijing in het geheim van de dieren maakte, in een quarantaineverblijf in de provincie Guandong. De dieren zijn bestemd voor het Chimelong Safari Park. Experts zijn het erover eens dat de kalfjes er slecht uitzien op de foto’s. Ze hebben wonden, waarschijnlijk van onderlinge gevechten en/of olifantenhaken, en zijn ondervoed. Bekijk de foto’s hier.

Volgens Scott Blais, directeur van een olifantenopvang in Tennessee, Verenigde Staten, raken de dieren hun empathisch vermogen al kwijt, wat blijkt uit de verwondingen door gevechten.

“Op zo’n jonge leeftijd moeten olifantjes worden getroost, gerustgesteld en beschermd. Door gevangenschap worden ze geremd in hun gezonde emotionele, psychologische en lichamelijke ontwikkeling. Mensen beroven ze van datgene wat ze ‘olifant’ maakt.”

Hoewel er internationaal veel kritiek is op de wildroof, vooral van natuurbeschermingsorganisaties, lijkt de overheid zich hier niets van aan te trekken. Extra schrijnend is dat een groot aantal dieren naar China is vervoerd, het land dat verantwoordelijk is voor de gigantische daling in het aantal olifanten, vanwege de onverzadigbare vraag naar ivoor.

Onder het mom van conservatie
De overheid van Zimbabwe blijkt op deze perverse manier geld te willen genereren voor natuurbehoud. Volgens Saviour Kasukuwere is de opbrengst van de export van de olifantjes bestemd voor het betalen van salarissen van rangers, die zich anders wel eens tot stroperij zouden kunnen wenden.

Bioloog Mike Chase, oprichter van Elephants Without Borders, zegt dat deze aanpak juist niet werkt:

“Het vangen van kalfjes van wilde olifanten voor het genereren van fondsen voor natuurbehoud werkt averechts. Het is een grove schending van dierenwelzijn en weert bezoekers van een nationaal park dat een reputatie hoog te houden heeft op het gebied van ecotoerisme.”

Goochelen met cijfers
De Zimbabwaanse overheid is van mening dat er niet genoeg draagkracht is voor de huidige olifantenpopulatie. Volgens (overheids)tellingen leven er zo’n 80.000 olifanten en is er ruimte voor slechts 42.000. Natuurbeschermingsorganisatie Zimbabwe Conservation Task Force gelooft dat deze cijfers veel te hoog worden ingeschat en dringt erop aan om alternatieve methoden te vinden om de populatie, indien nodig, te beheersen. Zimbabwe kampt daarnaast ook met gevallen van stroperij.

Weggerukt bij hun familie
Olifanten hebben sterke familiebanden. Niet alleen de moeder, maar ook de andere vrouwtjes in de (matriarchale) kudde zorgen voor de jonge dieren. Vrouwtjes blijven meestal hun hele leven in dezelfde kudde, mannetjes tot ze in de puberteit komen, rond een leeftijd van 12-15 jaar. De gevangen genomen olifantjes zijn nog erg jong: tot een jaar of vijf zijn ze afhankelijk van hun moeder.

Wonderbaarlijk genoeg is de recente handel in de olifanten goedgekeurd door Convention on International Trade in Endangered Species of Fauna and Flora (CITES). Al eerder verkocht Zimbabwe jonge olifanten aan China. In 2012 werden acht olifantjes verscheept naar het Aziatische land: hiervan is er waarschijnlijk nog slechts een in leven.

Bronnen: The Guardian, National Geographic, The Dodo ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde