Net als zijn neven de klapekster en de roodkopklauwier, behoort de grauwe klauwier tot de orde der zangvogels, met een lange staart en een donkere haaksnavel. Volwassen mannetjes hebben een grijze kop met een zwart masker. De onderdelen van de grauwe klauwier zijn lichtroze met een witte keel. De bovendelen kastanjebruin. Vrouwtjes vallen veel minder op met oranjebruine onderdelen en een grijsbruine kop.

Mannetjes grauwe klauwier hebben een grijze kop met een zwart masker | ©Yves Adams, Vilda natuurfotografen

De grauwe klauwier is een echte zomervogel. Pas in mei komt hij in ons land aan om te broeden. In het nest worden vier tot zes eieren gelegd. Na 12 tot 16 dagen komen de jongen uit hun ei. In de eerste week na het uitkomen, blijft het vrouwtje bij het nest, terwijl het mannetje op zoek gaat naar voedsel.

Bargerveen

Het Bargerveen, een van de laatste hoogveenlandschappen in Drenthe, was eind 20e eeuw één van de laatste bolwerken van de grauwe klauwier in Nederland. Niet zo vreemd natuurlijk, want deze soort heeft een voorkeur voor hoogveen en kleinschalige landschappen, waar veel kleine zoogdieren en insecten te vinden zijn. In het Bargerveen is dit allemaal te vinden. Nadat hij een prooi heeft gevangen wordt deze aan een doorn van een struik geprikt. Als een soort provisiekast. De naam klauwier is afgeleid van deze, voor velen, macabere gewoonte.

Aan het eind van de zomer houdt de grauwe klauwier het alweer voor gezien in Nederland. Soms al eind juli/ begin augustus vertrekt de grauwe klauwier weer uit ons land. Via het gebied ten oosten van de Middellandse Zee, trekt de grauwe klauwier naar Kenia en Tanzania, om daar te overwinteren.

Herstel

Veel vogelaars zullen de soort direct herkennen, maar voor de meeste leken is de grauwe klauwier nog altijd een grote onbekende. De soort werd dan ook niet veel meer waargenomen. Door het verdwijnen van woeste gronden en dus geschikt broedgebied nam het aantal broedende vogels fors af in de vorige eeuw. Ook het verdwijnen van veel grote insecten speelde hierbij een rol. Natuurorganisaties als Vogelbescherming, de Stichting Bargerveen en SOVON organiseerden acht jaar geleden het Jaar van de Klauwier. Dit leverde veel kennis op over de soort. Met behulp van deze kennis vond herstel van beheer plaats in diverse natuurgebieden in het oosten en noordoosten van Nederland.

Geslaagd

Na vele jaren van achteruitgang zit het aantal grauwe klauwieren in Nederland weer in de lift. Begin van de vorige eeuw broedden hier duizenden paren, maar eind 20e eeuw daalde het aantal grauwe klauwieren in snel tempo. Uiteindelijk waren nog slechts 100 exemplaren over, voornamelijk in het Drentse Bargerveen. Dankzij acties van diverse natuurbeschermingsorganisaties nam hun aantal weer toe en kunnen vogelaars weer genieten van deze mooie vogelsoort. Uit gegevens van Sovon blijkt dat vooral de zomer van 2018 een goed jaar was voor de grauwe klauwier. Hierdoor waren veel broedsels vroeg in het jaar geslaagd en hebben zij lang de tijd gehad om op te vetten. Dit draagt allemaal bij aan een hoge overleving in het overwinteringsgebied en de terugkeer van de jongen in de lente van 2019. Ook vorig jaar was daardoor een goed jaar. In 2020 verwacht Sovon dan ook een verdere uitbreiding van de soort.

In diverse gebieden maakt de geduldige vogelaar weer kans op het waarnemen van een grauwe klauwier. De beste plek van Nederland is het Bargerveen in Drenthe. Ieder jaar broeden in dit gebied zo’n 50 tot 55 paartjes, in 2018 zelfs 65 paartjes. Nog een mooie plek is de voormalige vliegbasis Soesterberg, in het midden van het land. Vorig jaar broedden hier vijf paartjes.

Bronnen:

©AnimalsToday Walter Eijndhoven