Het vlees van gedode Spaanse vechtstieren in stierengevechten kan in de Nederlandse supermarkten terechtkomen. Dat komt doordat Spanje EU-regels op een verkeerde manier implementeert. De stierenvechtsector maakt misbruik van regels die bedoeld zijn voor productiedieren en op die manier vlees van gedode stieren kan vermarkten in de Europese Unie met risico’s voor de voedselveiligheid. Het Comité Anti Stierenvechten (CAS International) heeft een klacht ingediend bij de Europese Commissie over Spaanse regelgeving die het doden van stieren in de arena, bij stierenfeesten en op stierenvechtscholen beschouwt als noodslachting. 

Spaanse vechtstieren
Vlees van Spaanse vechtstieren mogelijk in Nederlandse supermarkten | Foto: CAS International & AnimaNaturalis

In de Europese Unie zijn regels voor het doden van dieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie, centraal vastgelegd in de “Verordening (EG) 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden”. Het was al bekend dat het vlees van bevochten stieren (stieren die dus in de arena zijn gedood) ook voor menselijke consumptie wordt aangeboden. Het doden van deze stieren hoeft niet te voldoen aan de regels die worden gesteld in betreffende Verordening, omdat er een uitzondering in is opgenomen voor dieren die worden gedood bij culturele, traditionele of sportevenementen.

Noodslachting Spaanse vechtstieren

Echter, Spanje heeft wetgeving gemaakt middels het “Real Decreto 1086/2020” die het doden van bevochten stieren in de arena, bij een stierenfeest of op stierenvechtscholen beschouwt als een zogenaamde noodslachting. De regels voor een noodslachting en de voorwaarden waaronder deze is toegestaan zijn vastgelegd in de Europese “Verordening (EG) 853/2004”. In bijlage 3, sectie 1, hoofdstuk 6 van deze Verordening wordt de noodslachting als volgt omschreven: “Het slachten (buiten een slachthuis) van een voor het overige gezond dier dat een ongeval heeft gehad en om welzijnsredenen niet levend naar het slachthuis kan worden vervoerd”. Om een noodslachting uit te voeren moet worden voldaan aan drie voorwaarden, namelijk:

  • Het dier moet een ongeval hebben gehad (1)
  • Het dier moet gezond zijn op het ogenblik van het ongeval (2)
  • Het dier is om welzijnsredenen niet geschikt voor transport (3)

De noodslachting is dus bedoeld voor het buiten het slachthuis doden van dieren ten behoeve van menselijke consumptie, wanneer die dieren om welzijnsredenen niet meer naar het slachthuis vervoerd kunnen worden.

60 dode stieren
Foto: publiek domein

Voorwaarden

Het moge duidelijk zijn dat aan in ieder geval de eerste voorwaarde niet wordt voldaan. Het gaat hier niet om een ongeval, maar om een opzettelijke verwonding en mishandeling van een dier. Daarnaast maakt Spanje de regels ook nog flexibeler dan is toegestaan volgens de EU-regels. Zo mag de ante-mortemkeuring die door een dierenarts moet worden uitgevoerd en nodig is voordat de noodslachting plaatsvindt, achterwege worden gelaten en hoeft er dus ook geen reden voor de noodslachting te worden opgegeven. In plaats daarvan worden de Spaanse vechtstieren door een dierenarts gekeurd wanneer ze nog op het bedrijf van herkomst zijn en voordat ze vervoerd worden naar de arena. Hiermee wordt dus ook niet voldaan aan voorwaarde 2.

Doordat de dieren niet meer levend worden beoordeeld door een dierenarts tussen het verlaten van het bedrijf en het doden in de arena zijn er tevens risico’s voor de voedselveiligheid die kunnen ontstaan tijdens het transport en in de arena, vóór en tijdens het gevecht. Maite van Gerwen, Directeur van CAS International:

“De Spaanse regelgeving zorgt ervoor dat de stierenvechtsector als het ware van twee walletjes kan eten. Aan de ene kant kan men onder het mom van cultuur alles met dieren doen wat men wil en aan de andere kant profiteert men van de mogelijkheid om het vlees ook nog binnen Europa te vermarkten onder soepelere voorwaarden dan waaraan andere vleesproducenten moeten voldoen.”

Nog erger is het dat er dierenartsen zijn die hieraan meewerken door de ante-mortemkeuring op het bedrijf uit te voeren en deze dus in directe relatie tot de noodslacht achterwege te laten. Alleen de post-mortemkeuring wordt dan nog uitgevoerd, nadat het dier al is gedood. Er wordt dus een andere procedure uitgevoerd dan die de Europese regelgeving voorschrijft. Volgens de EU-regels moet de dierenarts namelijk beslissen of überhaupt wordt voldaan aan de voorwaarden voor een noodslachting en moet hij/zij de reden voor de noodslachting invullen op een formulier.

Klacht

In de klacht geeft CAS International aan dat het Spaanse “Real Decreto 1086/2020” een incorrecte implementatie is van de Europese Verordening (EG) 853/2004. De Europese Commissie moet de klacht nu in behandeling nemen en onderzoeken. Dit kan lang duren, maar uiteindelijk leidt dit er hopelijk toe dat Spanje haar regels moet aanpassen. Het kan en mag niet zo zijn dat de Spaanse stierenvechtsector onterecht gebruik maakt van Europese regels die bedoeld zijn voor productiedieren en op die manier de regelgeving rondom dierenwelzijn en voedselveiligheid ontloopt, waardoor deze aspecten beide in het gedrang komen.

Bron:

©AnimalsToday.nl