Volgens nieuw onderzoek is er nog een schakel in het geheel van ecosystemen dat lijdt aan pesticiden: de mier. Dit is de conclusie van de Universiteit van Bern. De wetenschappers hebben recentelijk aangetoond hoe zelfs lage doses van de populaire pesticiden genaamd neonicotinoïde, die kunnen voorkomen in verontreinigde bodems, de ontwikkeling van zwarte tuinmieren (Lasius niger) negatief beïnvloeden en mierenkolonies verzwakken, met mogelijk vergaande rampzalige gevolgen.

Pesticiden
Ook de mier lijdt aan pesticiden, met vergaande gevolgen | Foto: Pixabay

De studie, waarvoor kolonies van zwarte tuinmieren gedurende 64 weken chronisch werden blootgesteld aan realistische veldconcentraties van thiamethoxam, een insecticide in de klasse van neonicotinoïden, werd gedaan door o.a. de Universiteit van Bern en gepubliceerd op de wetenschapssite ScienceDaily en in Communications Biology, dat natuuronderzoek publiceert. “Mieren zijn een van de belangrijkste diergroepen op onze planeet. Ze worden ook beïnvloed door de wereldwijde achteruitgang in overvloed en diversiteit aan insecten, die recentelijk is waargenomen,” zei hoofdauteur van de studie Daniel Schläppi van het Institute of Bee Health van de Universiteit van Bern. Co-auteur Gaétan Glauser van de Universiteit van Neuchâtel:

“Een probleem van deze stoffen is hun persistentie en de mogelijkheid om grond en water te verontreinigen, zelfs in gebieden waar ze niet worden toegepast.”

Verstrekkende gevolgen

Dat mieren een belangrijke rol in natuurlijke ecosystemen spelen was al bekend. Maar tot nu toe was er geen data om aan te tonen hoe blootstelling aan lage concentraties van pesticiden, die niet een directe sterfte veroorzaken, op lange termijn het leven van mieren beïnvloedt. De resultaten van de Bern studie geven aan dat het gebruik van neonicotinoïden langetermijneffecten heeft op mieren, effecten die niet detecteerbaar zijn tijdens het eerste jaar van de ontwikkeling van een kolonie, en die een bedreiging vormen voor het goed kunnen functioneren van algehele ecosystemen. Professor Peter Neumann van het Institute of Bee Health van de Universiteit van Bern vindt de resultaten alarmerend. Hij zei:

“Dit is een voorbeeldstudie die laat zien hoe negatieve effecten van milieuverontreiniging pas zichtbaar worden na langdurige monitoring, maar met mogelijk verstrekkende gevolgen.”

Het hele plaatje

Het zijn niet alleen mieren, maar ook honingbijen, andere nuttige insecten, vlinders, vissen, amfibieën en insectenetende vogels die allen lijden onder het gebruik van bestrijdingsmiddelen met neonicotinoïden. Een wetenschappelijk rapport van Greenpeace uit 2017, uitgevoerd door wetenschappers van de Universiteit van Sussex, concludeerde al dat neonicotinoïden gevaarlijk zijn voor honingbijen, hommels, vlinders en waterinsecten. Ze hebben schadelijke gevolgen voor natuurlijke voedselketens. Het rapport noemde ze een groter gevaar dan eerder was aangenomen. Ook andere bronnen, zoals EOS Wetenschap in 2014, beschreven neonicotinoïden als een supergif voor het landbouwleven.

hommels
Hommels | Foto: publiek domein

Toekomst

Volgens de wetenschappers benadrukken de alarmerende langetermijneffecten die getoond zijn door de studie nog sterker de noodzaak om het gebruik van chemische ongediertebestrijding voor duurzamere landbouw te herzien. Net als Greenpeace die met hun rapport uit 2017 de Europese Commissie verzocht om neonicotinoïden te verbieden en gifvrije ecologische landbouw te bevorderen, benadrukt ook deze studie het belang van het ontwikkelen van duurzame landbouwpraktijken. Er moet minder gebruik worden gemaakt van agrochemicaliën om onherstelbare schade aan natuurlijke ecosystemen te voorkomen. In het bijzonder benadrukken de wetenschappers het belang van het opnemen van mieren als modelorganismen en het volledig implementeren van langetermijneffecten in toekomstige risicobeoordelingsschema’s voor duurzamere landbouw.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Femke van Iperen