De olifant in Mali staat door stroperij op uitsterven, maar helaas is het voor het handjevol wildlife rangers te gevaarlijk om op patrouille te gaan door de aanwezigheid van islamitische terreurbewegingen. Daarom moet het Malinese leger te hulp schieten, zo luidt de noodkreet.  

Mali
Foto: Oliver Wright/Wikimedia

Sinds januari zijn er in de Malinese Gourma-regio zeker 19 olifanten gedood door stropers op motoren. Deze georganiseerde bendes gaan twee-aan-twee te werk om de dieren neer te schieten voor hun ivoor. Omdat er in Mali naar schatting nog maar 350 tot 700 olifanten in het wild voorkomen moet de stroperij keihard bestreden worden, maar daarvoor ontbreken de macht en de middelen. In totaal 10 rangers moeten een gebied bewaken van 1,25 miljoen hectare, op zich al een vrijwel onmogelijke taak.

Al-Qaida
In de Gourma-regio, waar de olifanten het meeste gevaar lopen, heerst ook terreurbeweging al-Qaida. Behalve het terroriseren van de bevolking houdt al-Qaida zich, samen met andere gewelddadige islamitische organisaties, ook bezig met het stropen en verhandelen van illegaal ivoor, waarmee geld voor wapens wordt verkregen. Dit maakt de taak van de 10 rangers levensgevaarlijk, aldus assistent-directeur Soumana Timbo van de Malinese overheidsinstelling voor natuurbescherming. Hij roept het leger om hulp:

“Wanneer wij rangers op een motor het gebied in sturen riskeren zij hun leven. Daarom zijn er gezamenlijke patrouilles nodig van onze rangers samen met het Malinese leger. We moeten alle energie steken in het voorkomen van deze massaslachting onder olifanten.”

Oorlog
Of de gevraagde hulp er komt is nog niet duidelijk. Mali is feitelijk een land in oorlog, waarbij zowel de veiligheid van mens als dier in het gedrang komt. Het enige verschil is dat de mens geen uitsterving boven het hoofd hangt, en daarom zal alles op alles gezet moeten worden om de olifant en andere bedreigde wilde diersoorten in oorlogsgebieden te beschermen. Ook buiten Mali.

Bron ©PiepVandaag.nl Bart van Riel