De zeldzame roze dolfijnen in de wateren van Hongkong worden bedreigd door de uitbreiding van een luchthaven. Deze bijzonder ogende dieren werden 400 jaar geleden voor het eerst waargenomen en nu lijkt hun einde nabij.

roze dolfijnen
Roze dolfijn | Foto: rruiz3960/Flickr

De roze dolfijn is van nature eigenlijk wit en heet Chinese witte dolfijn. Ze krijgen hun kleur omdat ze bloedvaten hebben die vlak onder de huid liggen. Door het warme tropische water bij Hongkong kleuren de dieren roze, net als mensen die rood worden na een inspanning. Dit fenomeen wordt op één andere plaats waargenomen, want ook in de Amazone leven roze dolfijnen.

Afname
Sinds 2003 nemen de aantallen roze dolfijnen bij Hongkong gestaag af; van 158 naar 60 dieren vandaag. Dit is vooral te wijten aan overbevissing, scheepvaart en vervuiling, aldus de Hongkong Dolphin Conservation Society. En nu ligt de uitbreiding van Chek Lap Kok Airport, ook wel Hongkong International Airport genoemd, op de loer als nieuwe bedreiging. Deze luchthaven bevindt zich op een eiland en er is een nieuwe start- en landingsbaan gepland in zee, die het leefgebied van de roze dolfijn ernstig zal gaan verkleinen.

Ramp
Volgens het WWF hebben de roze dolfijnen bij Hongkong afgelopen 20 jaar 5000 hectare aan habitat verloren, en de uitbreiding van de luchthaven zal opnieuw zo’n 4000 hectare van de dieren afpakken. Een ramp, vindt Samuel Hung van de Hongkong Dolphin Conservation Society:

“Het lijkt erop dat we ze beetje bij beetje naar de rand van de afgrond duwen. Deze laatste stap is het duwtje in de rug waardoor ze helemaal zullen verdwijnen. Het is tijd om orde op zaken te stellen.”

Hung heeft een persoonlijke band opgebouwd met de roze dolfijnen bij Hongkong:

“Sommigen van hen volgen we al 20 jaar, het zijn oude vrienden geworden. Ze hebben niet door dat er een ramp boven hun hoofd hangt.”

Ooit was de roze dolfijn het symbool van Hongkong, maar het ziet ernaar uit dat de wereldstad dit bijzondere dier binnen afzienbare tijd alleen nog maar van de foto’s zal kennen.

Bron ©PiepVandaag.nl Bart van Riel