Als kind konden mijn zus en ik tijdens vakanties in Griekenland geen weerstand bieden aan die verwachtingsvolle blikken van zwerfhonden en zwerfkatten, die naast de tafels in het restaurant of bij het huisje zaten te wachten op voedsel. Wij stopten ze dan ook minimaal de helft van ons eigen eten toe in het restaurant of kochten brokjes, tot grote ergernis van mijn ouders. Zij probeerden ons te overtuigen met rationele argumenten, zoals tafel hygiëne en het feit dat voeren het probleem (op populatieniveau) in stand hield en dat die dieren in de winter zonder toeristen honger zouden lijden. Nu een behoorlijk aantal jaren verder (en na een studie biologie), zie ik in dat ze gelijk hadden en dat een oplossing voor het individu niet altijd een oplossing op populatieniveau is. Echter, of ik nu andere keuzes zou maken als ik geconfronteerd wordt met een zwerfdier zou ik niet durven zeggen, mogelijk wegen emoties dan toch zwaarder.

zwerfhonden
Verwachtingsvolle blikken | Foto: Pixabay

Gelukkig hebben wij in Nederland geen zwerfhondenpopulaties meer, maar in mijn werk als gedragstherapeut kom ik wel regelmatig problemen met ex-zwerfhonden tegen. Sommige honden die in het buitenland gered zijn en naar Nederland geïmporteerd worden, hebben problemen met de aanpassing aan de samenleving en het gezinsleven en vertonen angst en vluchtgedrag.

Voor die individuen is de grote vraag dus wat is erger, een leven zonder hoop of een leven in vrees? Een specifieke schrijnende casus staat me nog in het geheugen gegrift. Deze hond Amy was al een jaar of twee in Nederland en was zo bang dat ze in huis de hele dag zat te bibberen onder de trap of voor de achterdeur zat, omdat ze naar buiten wilde. De eigenaren konden in huis moeilijk contact krijgen met Amy (omdat ze zo enorm gestresst en bang was) en hebben uiteindelijk in de tuin een hondenhok moeten bouwen. Buitenshuis vertoonde deze hond namelijk geen angstgedrag en was ze vooral gelukkig als ze met andere honden kon spelen.

Deze hond hoeft niet meer haar eigen kostje bij elkaar te scharrelen en gelukkig heeft deze hond eigenaren getroffen die haar wensen respecteren en een tuin hebben, maar wat als deze mensen op een flat hadden gewoond? Nog afgezien van het feit dat de eigenaren weinig plezier aan deze hond beleven buiten de momenten dat ze zelf buiten in de tuin zitten of met haar wandelen. Aangezien de socialisatieperiode niet opnieuw gedaan kan worden blijft een slecht gesocialiseerde zwerfhond zijn leven lang bang. Hoewel er natuurlijk ook veel honden zijn voor wie de leefomstandigheden enorm verbeterd worden na plaatsing bij een eigenaar, levert het importeren voor sommige individuen ook een hoop angst en stress op voor de hond en soms zelfs overlast voor de eigenaren.

Daarnaast levert het ook risico’s op voor de populatie honden in Nederland, doordat er exotische ziektes Nederland in geïmporteerd worden. Bovendien, als het exporteren van individuen de enige maatregel is die een organisatie in het buitenland toepast, biedt dit op populatieniveau  geen structurele oplossing. Immers, elke hond die de populatie verlaat zorgt voor een lege plek die heel snel opgevuld wordt doordat simpelweg meer jonge dieren geboren worden en overleven.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik van mening ben dat de vele Nederlandse zwerfhondenorganisaties geen goed werk doen. Integendeel, ik kan me geen structurele oplossing voorstellen zonder ook op individueel niveau hulp te bieden en een individu kan ook als boegbeeld voor de problemen op populatie niveau dienen. Dit is echter vooral een pleidooi voor erkenning van de problemen waar sommige ex-zwerfhonden en hun eigenaren mee te maken krijgen. Pas als er een bredere erkenning is dat importeren niet altijd de beste oplossing voor een individu is, is er ruimte voor een goede screeningsprocedure van de honden in het land van herkomst, een nazorgtraject na plaatsing en vooral ook ruimte voor maatregelen op populatieniveau in samenwerking met lokale overheden die moeten leiden naar een structurele oplossing.

zwerfkatten
Wachten op voedsel | Foto: Pixabay

Men zegt wel eens dat de ontwikkeling van een samenleving direct terug te zien is in de manier waarop mensen met hun (gezelschaps)dieren om gaan. In landen die zich al verder ontwikkeld hebben is het dierenwelzijn vaak van een hoog niveau. Dat is ook voor de hand liggend, als mensen het goed hebben en zich geen zorgen hoeven maken of ze hun kinderen wel eten kunnen geven, is er simpelweg meer tijd en gelegenheid beschikbaar zijn om zorg aan (gezelschaps)dieren te bieden.

Ik ben van mening dat een zwerfdierenorganisatie ook een ethische plicht heeft om aan de mentaliteit van een land m.b.t. de zorg voor gedomesticeerde dieren te schaven, en vooral te monitoren wat de resultaten van hun werkzaamheden zijn op populatieniveau.

Kortom, er is altijd ruimte voor verbetering en hopelijk komen we daardoor steeds minder ex-zwerfhonden met aanpassingsproblemen in Nederland tegen en wordt er (nog vaker) gewerkt aan structurele oplossing in het land van herkomst.

Chantal Kapteijn – Gedragsbioloog en Gedragstherapeut

Over de schrijver

Chantal Kapteijn is afgestudeerd gedragsbioloog, heeft een post HBO Bedrijfskunde behaald en is daarnaast gediplomeerd trainer en gedragstherapeut. Zij heeft zich met name gespecialiseerd in diergedrag met in het bijzonder het gedrag van honden en paarden. Onder andere heeft zij als gedragsbioloog en manager voor verschillende non-profit dierenbeschermingsorganisaties gewerkt, heeft ze haar eigen bedrijfje en is docent bij opleidingen voor gedragstherapeuten voor honden en paarden. Haar passie is het verbeteren van dierenwelzijn, in het bijzonder in relatie met de mens.

©AnimalsToday.nl