De bever is een zogenaamd aquatisch knaagdier dat voorkomt in Europa en Noord-Azië. Het is het grootste knaagdier van Europa en zelfs een van de grootste knaagdieren ter wereld.

bever
Foto: Wikimedia Commons

Sinds  de 19e eeuw was de bever uitgestorven in Nederland in 1988 is het dier geherintroduceerd in Nederland. En het gaat nu erg goed. Er leven op dit moment in Nederland gescheiden groepen die niet alleen qua aantal maar ook qua leefgebied naar elkaar toegroeien.

De bever komt nu voor in de Biesbosch en de Gelderse Poort maar er leven ook dieren langs de Maas, mogelijk vanuit de Biesbosch en de Gelderse Poort, of vanuit België, waar ook een groot aantal leeft. Het totaal wordt nu geschat op ongeveer 600 volwassen dieren en dat aantal lijkt fors toe te nemen.

In opdracht van het faunafonds is in 2011 een schatting gemaakt van het aantal bevers dat in Nederland zou kunnen voorkomen in de toekomst. Daaruit kwam naar voren dat er in 2035 mogelijk 7.000 dieren zijn en dat de populatie daarna zelfs kan doorgroeien tot zo’n 10.000 bevers.

Dat is prachtig nieuws voor natuurgebieden. Daar waar bevers dammen bouwen en de zogenaamde ‘bevervijvers’ ontstaan, wordt een ideaal leefgebied gecreëerd voor diverse ongewervelden, vissen, amfibieën en hun roofdieren. Ook een de verschillende stroomsnelheden en de omgeknaagde bomen dragen hier aan bij.

Vanaf oktober krijgen sommige  bevers in Nederland het druk. Een deel van de dieren legt vanaf dan een extra voedselvoorraad aan, andere bevers verzamelen in de winter zelf hun voedsel . Bevers houden namelijk geen winterslaap. Waarom de ene bever wel een voorraad aanlegt en de andere niet is nooit duidelijk geworden.

Bron: Natuurbericht