Ineke van HerwijnenSpeuren met de hond, kent u het al? De laatste jaren is praktijkspeuren populair geworden. Tien jaar geleden wist bijna niemand wat ‘praktijkspeuren’ inhield. Vandaag de dag beleven heel veel hondenliefhebbers er plezier aan. Sinds kort is er zelfs een goed en duidelijk boek verschenen: ‘Iedere hond kan speuren’, geschreven door het Speurhonden Training Center (speurhond.nl).

Fantastisch, want nu ligt deze hobby binnen bereik van elke hondenbezitter. In een samenleving waar meer dan 60% van de honden te weinig beweging krijgt, honden uit verveling soms hun eigen poten kapot knagen, de buren met geblaf tot waanzin drijven en begrip voor het wezen hond regelmatig ver te zoeken is, vormt praktijkspeuren een oase.

Een oase van ‘hond zijn’ voor de hond. Eindelijk mag hij werken met datgene waarvoor hij geboren is te werken: zijn neus. Terwijl ondertussen zijn eigenaar op een nieuwe manier leert zijn hond te lezen. Praktijkspeuren is teamwerk. Het versterkt de relatie tussen eigenaar en hond. Honden die normaal te boek staan als lastig of ‘problematisch’, kunnen op het spoor fantastische resultaat laten zien. En dat is ook wel eens lekker. De baas kan eindelijk eens trots zijn op zijn hond. De hond kan zijn energie kwijt op een verantwoorde manier.

Speurneus
Iedere hond moet speuren!

Praktijkspeuren voldoet ook aan de eis die de samenleving steeds vaker stelt. Het moet aangelijnd. Waar de hond normaal tijdens een aangelijnde wandeling zich verveelt, is hij nu zo hard aan de slag dat hij de lijn soms niet eens bemerkt. Zeker niet als de baas de lijn goed hanteert.  Ik durf zelfs te beweren dat praktijkspeuren de samenleving iets oplevert. De ‘stevige wandeling’ is goed voor de conditie van de baas en dus voor zijn gezondheid. Het bevordert positief contact met andere recreanten die over het algemeen verbaasd zijn honden van allerlei soorten en maten hun baas door het bos te zien sturen achter een al dan niet snel wandelende sporenloper aan. En het biedt plezier, waardoor er weer energie is voor de baas om dagelijkse beslommeringen aan te gaan. Terwijl de hond moe en voldaan een dutje doet en zo wordt overlast voorkomen.

Het meest fantastisch is wat mij betreft dat de hond juist eens niet in het gareel hoeft te lopen. In zijn speurharnas is hij vrij om (veilig) zijn instinct te volgen en te doen waarvoor hij gemaakt is.

Is er dan niets negatiefs te melden over praktijkspeuren? Wellicht is het enige punt dat het een relatief dure hobby is. Praktijkspeuren is een individuele bezigheid. Daarom is het duurder dan veel groepsactiviteiten.  Door het verschijnen van het boek ‘Iedere hond kan speuren’, is dit argument echter weggevallen.  Nu kan iedereen met zijn hond aan de slag. Hoewel begeleiding van een deskundige instructeur natuurlijk te prefereren is.

In mijn optiek is het dus niet alleen zo dat iedere hond kán speuren. Iedere hond die daartoe lichamelijk in staat is, zou ook moeten speuren. Het biedt plezier en vrijheid die de – in onze samenleving ingeperkte – honden, niet zouden mogen missen.

©PiepVandaag.nl Ineke van Herwijnen, directeur Hondenbescherming