Terwijl de westkust van Noord-Amerika brandt, zijn wetenschappers bezorgd dat zeezoogdieren zullen worden geschaad door inademing van rook. Dit fenomeen is nog niet eerder bestudeerd. Er is weinig onderzoek gedaan naar de impact van blootstelling aan de rook en chemicaliën die vrijkomen tijdens bosbranden bij zeezoogdieren. Als de nasleep van de explosie van het booreiland Deepwater Horizon in de Golf van Mexico echter een indicatie is, kunnen ze te maken krijgen met ernstige gezondheidseffecten in de komende jaren.

Californisch wildvuur
Californisch wildvuur mogelijk schadelijk voor zeezoogdieren | Foto: Oliver Weihrauch/flickr

Tien jaar geleden zag dierenarts Cara Field als eerstehulpverlener in New Orleans hoe de ergste olieramp in de geschiedenis van de VS de natuur in de regio beïnvloedde. Door een lekkage kwam 200 miljoen liter olie vrij in de oceaan, waarvan een groot deel naar de oppervlakte steeg. Als onderdeel van het opruimen, verbrandden de bemanningsleden de olie, waardoor het in de atmosfeer terecht kwam. Een onderzoek dat slechts vijf jaar later plaatsvond toonde aan dat tuimelaars die de met chemicaliën beladen rook hadden ingeademd ernstige longziekten ontwikkelden, vatbaarder waren voor infecties én dat hun nageslacht sneller stierf.

Field werkt inmiddels als medisch directeur voor het Marine Mammal Center, een non-profit organisatie voor natuurbehoud in Sausalito, Californië. Ze vreest dat zeezoogdieren langs de westkust van Noord-Amerika een soortgelijk lot zouden hebben kunnen ondergaan tijdens het afgelopen seizoen. Door de branden is meer dan zeven miljoen hectare bos in rook opgegaan.

Wildvuur-rook bestaat uit een reeks gassen, waaronder: koolstofmonoxide, stikstofdioxide, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) en gevaarlijke deeltjes. Hiervan is aangetoond dat ze het risico op aandoeningen van de luchtwegen en hart- en vaatziekten bij mensen verhogen.

“Omdat walvissen, dolfijnen, bruinvissen en andere zeezoogdieren zijn aangepast aan het leven op zee, waar er minder luchtverontreinigende stoffen zijn dan op het land, zijn ze naar verwachting gevoeliger zijn voor verontreinigde deeltjes”, zegt Field.

Dat kan ernstige gevolgen hebben voor soorten als zeeotters en orka’s, die in de regio in aantal achteruit gaan. Omdat de effecten van natuurbrand-rook op zeezoogdieren niet goed worden begrepen en de potentiële dreiging groot is, dringt Field er bij wetenschappers langs de westkust op aan om nu te beginnen met het verzamelen van gegevens over de gezondheid van zeezoogdieren in gebieden die zijn getroffen door bosbranden. Hij vertelt dat hoewel er dit vuurseizoen geen meldingen zijn geweest van gestrande zeezoogdieren die bezweken zijn aan het inademen van rook, dit nog steeds mogelijk is. Field:

“Dit is het moment om onze basislijn te krijgen, te kiezen welke monsters we zoeken en om soorten of populaties te identificeren die potentiële kandidaten zouden zijn om te bestuderen.”

Kwetsbare anatomie

De anatomie van walvissen, dolfijnen en bruinvissen maakt ze kwetsbaarder voor de schadelijke effecten van natuurbrand-rook, aldus Field. Doordat ze via hun blaasgaten snel grote happen lucht uitwisselen, ademen ze gemakkelijker in de lucht zwevende rookdeeltjes in.

Stephen Raverty, een veterinair patholoog bij het ministerie van Landbouw in British Columbia:

“Zeezoogdieren missen ook sinussen en andere nasale structuren die bij landdieren worden aangetroffen. Deze vormen de fysieke barrières die deeltjes in slijm vasthouden en dieren in staat stellen te niezen of te hoesten, zodat er minder deeltjes de longen bereiken. Met een snellere in- en uitademing, het ontbreken van deze beschermende structuren en een grote hoeveelheid long uitwisseling bij elke ademhaling lopen walvissen, dolfijnen en bruinvissen een verhoogd risico op blootstelling aan rook.”

Necroopsieën bij de 46 dolfijnen die dood aangespoeld waren na de olieramp in de Golf van Mexico in 2010 bieden ook enig inzicht in hoe wildvuur-rook zeezoogdieren schaadt, aldus Field.

De dode dolfijnen hadden een ernstige longziekte en gedegenereerde bijnieren; de organen die hormonen reguleren, het immuunsysteem, reacties op stress en meer. Wetenschappers concludeerden dat dit veroorzaakt zou kunnen zijn door blootstelling aan koolwaterstoffen uit de rook, omdat blootstelling aan PAK’s bij proefdieren kan leiden tot vergelijkbare bijnier-atrofie en hun voortplantingssysteem kan beschadigen. Bij mens en dier zijn de chemicaliën in verband gebracht met verschillende vormen van kanker.

Een verreikend effect

Het is onmogelijk te zeggen wat de meeste schade aanbracht bij de dolfijnen in de Golf; de rook inademen van de afgebrande, gemorste olie, het opnemen van olie via de voedselketen of een combinatie van beide, aldus Field.

Hoe dan ook, dolfijnen en bruinvissen hebben meer kans op irritatie van hun luchtwegen en absorberen meer koolwaterstoffen dan walvissen, aangezien ze de neiging hebben om dichter bij de kust te blijven en vaker te ademen dan diepduikende zoogdieren. Field:

“Aangezien we weten dat de luchtwegen van dolfijnen waarschijnlijk gevoeliger zijn voor het inademen van deze deeltjes, is het zeer waarschijnlijk dat het inademen van as en deeltjes schade zal veroorzaken.”

Wetenschappers hebben ook gekeken naar de impact van rook en chemicaliën op zeeotters, een bedreigde diersoort in Californië. Een studie uit 2014 onder 39 Californische zeeotters wees uit dat blootstelling aan wildvuur, wildvuur-rook en afvoer hun immuunsysteem verzwakte. De afvoer in kwestie was een giftige mix van sediment, metalen en chemicaliën die in waterlichamen naast bosbranden stroomt. Een vervolg studie toonde aan dat 15 maanden later het immuunsysteem van de otters leek te zijn hersteld.

Het aantal dieren in de studie was echter klein en de langetermijneffecten op de soort blijven onbekend, aldus Field.

Uitdagingen voor het onderzoek

“Onderzoek doen binnen dit onderwerp is moeilijk, aangezien wetenschappers levende dieren niet gemakkelijk kunnen bestuderen tijdens een bosbrand. We kunnen om verschillende ethische en logistieke redenen niet naar buiten gaan om dieren levend te vangen, dus vertrouwen we op dode, gestrande dieren”, zegt Raverty.

Wetenschappers uit British Columbia hebben in een decennium meer dan zesduizend gestrande zeezoogdieren onderzocht als onderdeel van een langetermijnproject dat gegevens heeft opgeleverd over de algehele gezondheid van de dieren, zoals de niveaus en soorten verontreinigende stoffen die in het weefsel van een dier worden aangetroffen.

Als gevolg van klimaatverandering zullen de natuurbrand seizoenen in het westen van de VS alleen maar extremer worden en Raverty verwacht dat wetenschappers soortgelijke studies zullen lanceren om te onderzoeken hoe rook van natuurbranden invloed heeft op zeezoogdieren. Field meent dat de sleutel gedurende decennia het volgen van de vele langlevende diersoorten is.

“De effecten van bosbranden zijn vaak cumulatief”, zegt hij.

“Dingen zijn misschien jarenlang niet voor de hand liggend, dus moeten de studies gedurende een lange tijd plaatsvinden.”

Bron: