“Och, zielig! Daar zitten vier jonge haasjes helemaal alleen in het open veld. En de moeder is nergens te bekennen. Dat overleven die jonkies toch niet!” Dit denkt u misschien als u dit tafereeltje aantreft tijdens een wandeling. En hup: daar gaan we in al onze onwetendheid die kleine hazen helpen. Van de regen in de drup. Want de moeder is wel zéker in de buurt. Door ze op te pakken en naar een opvangcentrum te brengen, helpt u ze niet en vaak overleven ze het niet eens.

hazen
Opvangcentra waarschuwen over aanraken jonge haasjes en reeën | Foto: Pixabay

De dierenbescherming en opvangcentra waarschuwen op hun websites voor dit soort goedbedoelde, maar totaal foute acties. Vanaf januari en het hele voorjaar door, worden jonge haasjes naar de opvangcentra gebracht waar ze met veel moeite moeten worden gezoogd. Door de stress die de jonkies oplopen en het feit dat ze geen echte moedermelk drinken, waardoor ze darminfecties kunnen krijgen, overleven ze dit menselijk ingrijpen vaak niet. De ellende komt doordat mensen niet weten dat hazen geen hol hebben zoals bijvoorbeeld konijnen.

Roxanna van Vogel- en Zoogdierenopvang De Toevlucht in Amsterdam heeft nu, eind januari 2019, alweer de eerste jonge hazen binnengekregen:

“Vorig jaar hebben we 60 jonge hazen opgevangen, de volwassen dieren niet meegeteld. Ik schat dat 80% van de hazen die men naar ons toebrengt, door onwetendheid wordt meegenomen. We krijgen ook wel haasjes die door een kat of kraai zijn aangevallen, of jonge hazen die op een totaal verkeerde plek zitten, zoals in een voerbak in de paardenstal. Gewonde dieren of dieren in nood, helpen we graag. Maar een haasje dat in de paardenstal zit, kun je gewoon weer naar buiten zetten. De moeder komt het wel halen. Die is altijd in de buurt.”

“Ik snap het wel”, zegt Roxanna. “Ze lijken op elkaar, maar ze zijn toch heel verschillend.” Om dat op het netvlies van de doorsnee burger te krijgen zou voorlichting op scholen en andere plaatsen geen overbodige luxe zijn. Maar daarvoor heeft De Toevlucht begrijpelijkerwijs geen tijd. De Dierenbescherming, asielen en opvangcentra zijn nu gezamenlijk actief bezig met de mensen te informeren over het verschil tussen een haas en een konijn. Ze doen dat via hun website en social-mediakanalen.

De haasjes die het wel redden, worden na het afspenen in de opvang in de natuur uitgezet. Volgens Roxanna is het instinct van de beestjes zo goed ontwikkeld, dat ze meteen weer verwilderen.

“Omdat we ze met de fles hebben grootgebracht, lijken ze tam. Maar zodra ze afgespeend zijn, zetten we ze in een verblijf van meerdere andere hazen en geven we zo min mogelijk menselijk contact. We constateren dat ze buiten meteen verwilderen. Ons streven is om de haasjes uit te zetten in het gebied waar ze zijn gevonden. Maar vaak zijn ze van de ene naar de andere opvanglocatie en Dierenambulance gegaan.”

Haas versus konijn

Hazen lijken op het eerste gezicht inderdaad op konijnen en behoren beide tot de orde der haasachtigen (Lagomorpha) en de familie der hazen en konijnen (Leporidae). Maar het konijn is de enige soort uit het geslacht Oryctolagus.

De achterpoten en oren van de haas zijn veel langer die van de konijn. De moederhaas kan haar lange oren (lepels) draaien in de richting van het geluid. En met haar verfijnde lange snorharen kan ze in het donker prima de weg vinden. Haar reukvermogen is bijzonder goed ontwikkeld en met haar aan weerszijden van het hoofd geplaatste grote, ronde ogen kan ze een groot gebied overzien. Hazen kunnen zeer snel rennen (max. 60 km/u) en scherpe bochten maken. Maar het belangrijkste verschil dat je moet weten bij de reddingsactie, is dat hazen niet leven in een hol (zoals konijnen), maar een ‘leger’ (ondiepe kuil) maken in de grond. Ze leven solitair en komen alleen bij elkaar tijdens de paartijd (januari – juli). Ze zijn voornamelijk actief in de vooravond en ’s nachts. Overdag kiezen ze hun rustplaats in bosranden, ruigten of onder heggen.

Leger

Hazen houden van een open landschap – zoals weidegrond – met hier en daar struikgewas. De jonge haasjes worden in het leger geboren, dus boven de grond en niet – zoals konijnen – blind en onder de grond. Een haas kan per jaar drie tot vier keer jongen werpen. Een worp bestaat uit gemiddeld één tot vijf haasjes. Na ongeveer een maand zijn de haasjes zelfstandig.

In die periode gaan de jonge haasjes al na een paar dagen elk een eigen kant op. Ze zitten laag tegen de grond aangedrukt en vallen nauwelijks op. De moerhaas (moeder) bezoekt ze drie tot vier keer per dag en laat ze verder alleen. “Dat hoort dus zo en is niet zielig”, aldus de Dierenbescherming:

“Ze doen dit, zodat bij een eventuele aanval niet het hele nestje wordt geraakt. Vlak na zonsondergang verzamelt de hele familie zich bij het leger waar de jongen geboren zijn. Dan worden ze gezoogd en vervolgens gaat weer ieder een kant op.”

Foto: Bernard Stam/flickr

Trouwens: ook jonge reeën zitten zo in het open veld. Zie je een jonge ree of haas in het veld? Laat deze dan met rust en raak het dier nooit aan. Mocht het echter gewond zijn of zich op een gevaarlijke plek bevinden, bijvoorbeeld langs een drukke weg of op een sportterrein, laat het dier dan liggen en bel de dierenambulance via meldnummer 144. Medewerkers van de ambulance kunnen inschatten of het dier hulp nodig heeft en indien nodig actie ondernemen.

Bronnen: De Bonte Piet, Dierenbescherming ©AnimalsToday.nl Jeanette Wolters