Dos WinkelMaar al te vaak horen en lezen we dat we vooral vis moeten eten en visoliepillen moeten slikken, willen we gezond blijven. De voordelen van het eten van vis en visproducten zouden de nadelen ruim overschrijden…. Niets is minder waar, tenzij het over de voordelen voor de vissers, de visverwerkende industrie en de visverkopers gaat.

Het is een moeilijke boodschap, want nu veel mensen eindelijk beginnen te begrijpen waarom we de vleesconsumptie moeten minderen, of eigenlijk liever stoppen, komt nu ook vis zwaar onder vuur te liggen…

“De moderne visvangst is de meest destructieve en ondoordachte menselijke bezigheid ooit” – David Takayoshi Suzuki, Canadees geneticus en milieuvoorvechter – houder van 22 eredoctoraten.

1. Overbevissing

Van de Europese visbestanden is 88% overbevist of al ingestort. In 2013 moet een belangrijk deel van de Europese vissersvloot geëlimineerd zijn. Afwachten nu maar wat de reactie van de verschillende visserijministers zal zijn. Optimistisch hoeven we daar niet over te zijn, want voor 2012 zijn de door wetenschappers geadviseerde quota door de Europese visserijministers al met 40% overschreden. Er verandert dus ondanks het lobbywerk van zo´n 130 Europese NGO´s, waaronder de Sea First Foundation, voorlopig helemaal niets, ook al doet Eurocommissaris Maria Damanaki werkelijk haar best. Uiteindelijk hebben de visserijministers het voor het zeggen.

Wetenschappers, (mariene en visserijbiologen) hebben met een computermodel aangetoond dat als er niets verandert, de zeeën tegen 2048 leeg zullen zijn. Een rapport van de Verenigde Naties (opgesteld door economen) heeft eind 2010 deze bevindingen bevestigd – zij kwamen uit op 2050 – en gesteld dat er drastische veranderingen moeten komen. Drastisch betekent: van de ruim 20 miljoen vissersboten 13 miljoen zo spoedig mogelijk uit de vaart nemen. Hieronder vallen in ieder geval alle grote fabrieksschepen. Verder is de 27 miljard Euro die jaarlijks door overheden wereldwijd aan subsidies gegeven wordt, meer dan genoeg om 20 miljoen van de 35 miljoen vissers om te scholen en aan alternatieve jobs te helpen – bijvoorbeeld in de zeewierkweek.

Tegen 2050 lege zeeën wil zeggen dat dan alle commerciële vissoorten verdwenen zullen zijn. Dit geldt voor alle zeeën. In de Atlantische Oceaan en in grote delen van de Pacific (Stille Oceaan) bestond gedurende eeuwen een duurzame visserij. In de laatste decennia heeft Europa ook hier verandering in gebracht. De Europese wateren zijn bijna leeg, dus dan maar het voedsel “stelen” van de mensen die vis nog als eiwitbron nodig hebben. We betalen wat geld aan de (veelal corrupte) overheden – waarvan de lokale vissers geen cent in handen krijgen – en daarna vissen we gewoon al hun eten weg. Voor wie? Voor de Europese consument.

Een bijkomend ernstig probleem is dat er jaarlijks circa 35 miljard kilo vis gevangen wordt om verwerkt te worden tot voer voor kweekvis, varkens, kippen en pelsdieren. Zie verder punt 5.

2. Bijvangst

De totale jaarlijkse bijvangst, bestaande uit dieren die men niet mag of wil vangen en die in 99% dood overboord gegooid worden, bedraagt ongeveer 45 MILJARD kilo. Het betreft miljoenen zeezoogdieren (met name dolfijnen en andere kleine walvisachtigen, zeeschildpadden,  zeevogels en uiteraard vissen, omdat ze verstrikt raken in visnetten en vislijnen. Wetenschappers hebben via satellietbeelden berekend dat er zoveel ‘long lines’ in de zeeën hangen, dat de totale lengte gelijk staat aan 550 maal rond de aarde. Ruim 22 miljoen kilometer! Vaak hebben deze long lines een lengte van meer dan 100 kilometer. De vissen en andere dieren die in de haken vast komen te zitten sterven een verschrikkelijke dood. Vaak vechten ze meer dan 24 uur voor hun leven. Deze long Lines zijn vooral bedoeld om tonijn en zwaardvis te vangen. Van deze vissoorten zijn er steeds minder, dus moeten er nog langere lijnen komen.

Een belangrijke deel van de Nederlandse vloot en het grootste deel van de Belgische vloot (gedeeltelijk bestaande uit “ontsnapte” Nederlandse vissers) bestaat nog uit boomkorvisserij. Dat zijn netten die met zware kettingen de bodem omwoelen en alle dieren vangen die op de bodem leven, maar daarbij het volledige bodemecosysteem vernietigen. Tot 96% is bijvangst.
 

3. Duurzaamheidslabels

Het bekendste duurzaamheidslabel is MSC (Marine Stewardship Council). Dit label is in het leven geroepen door het Wereld Natuur Fonds en Unilever. Hun ideeën over duurzaamheid zijn wel een beetje verschillend van die van bijvoorbeeld de Sea First Foundation. Er zijn zelfs de allesverwoestende boomkorvisserijen en long line visserijen die een MSC-label hebben. Met dierenwelzijn wordt al helemaal geen rekening gehouden.

Met de meeste andere “duurzaamheidslabels” is het vaak nog erger gesteld.

4. Haaienmoord en tonijn

Een derde van alle haaiensoorten wordt met uitsterven bedreigd – naar schatting worden jaarlijks 100 miljoen (!) haaien gedood om hun vinnen. In 2006 was dat nog 120 miljoen; het wordt alleen maar minder omdat er minder haaien zijn. Niet China, maar de Europese vissers blijken de grootste leveranciers van haaienvinnen aan het Verre Oosten te zijn. Het zijn vooral de Spaanse vissers, maar ook de Nederlanders die zich hieraan schuldig maken. De haaien worden levend van hun vinnen ontdaan en dan letterlijk weer overboord geschopt. Een gruwelijk einde. Haaienvinnensoep betekent aanzien in China en andere landen in het Verre Oosten. Winstbejag is het enige wat telt voor de vissers. Het haaienvinnen is een miljardenindustrie en voor vele visserijen een uiterst lucratieve “bijzaak”.

De meeste haaiensoorten zijn inmiddels met 90% of meer in aantallen afgenomen. Door roofdieren uit het ecosysteem te halen ontstaat er een enorme disbalans in de populatie van allerlei zeedieren. De haaienmoord draagt dus bij aan de niet-duurzaamheid van de visserij.

Gelukkig is er beweging in de Europese wetgeving en zijn enkele soorten inmiddels beschermd, maar het is nog lang niet voldoende.

Tonijn is ook een ernstig bedreigde vissoort. De blauwvintonijn is al zo goed als uitgestorven, waardoor de andere tonijnsoorten nu ernstig overbevist worden. U eet toch ook geen broodje panda of Bengaalse tijger?! Voor alle informatie over tonijn zie: http://www.noble-house.tk/html/nederlands/vissen_dos_winkel/Bescherm_de_tonijn_tonijn_is_toxisch_te_overbevist_en_sterk_bedreigd.html  Een gezamenlijke actie van Aman Prana en Sea First Foundation.

5. Kweekvis en mangrovebossen

Mangrovebossen zijn zeer belangrijke kraamkamers voor vele vissoorten, terwijl er tevens verschillende endemische soorten leven. Mangroves zijn struiken en bomen die in zout water leven. Zij groeien in ondiep water en van vele soorten zijn de worels zwaar begroeid met algen, wieren, oesters, sponzen en zeeanemonen. Tussen deze wortels kunnen jonge vissen zich prima verschuilen wanneer er gevaar dreigt. Zo kunnen ze veilig opgroeien totdat zij groot genoeg zijn om naar open zee te gaan. Deze kraamkamers zijn onontbeerlijk voor honderden vissoorten. Over de hele wereld verdwijnen deze bossen om plaats te maken voor scampikwekerijen en viskwekerijen. In verreweg de meeste gevallen worden de dieren met veel te veel per kubieke meter gehouden. Dit is zeer dieronvriendelijk en zeker niet duurzaam, want omdat de dichtheid van de dieren te groot is wordt de kwekerij overgoten met antibiotica en andere medicatie, zoals die tegen visluis. Op dit moment is ongeveer 50% van alle garnalen wereldwijd uit zulke kweekvijvers afkomstig. Waar garnalen gekweekt worden is de omgeving zo zwaar vervuild dat de mensen die er werken en een hongerloon verdienen ziek worden en datzelfde geldt voor de mensen die voor water van grondwater afhankelijk zijn. Tot in de wijde omtrek is het grondwater vervuild. Dit kan een radius van 100 km bereiken! Zelfs de garnalen kunnen na vier à vijf jaar niet meer overleven en dus wordt een volgend stuk mangrovebos gekapt voor een nieuwe kweekvijver.

Door het verdwijnen van de mangroven, verdwijnen ook veel vissoorten. In de Nederlandse Antillen bijvoorbeeld is het aantal grote vissen door overbevissing en het rooien van de mangrovebossen aan de noordkust van Zuid-Amerika, sterk afgenomen.

Vis kweken in open water, zoals zalm in Noorwegen en in Chili, veroorzaakt grote problemen. Op de bodem onder de kwekerijen en in de omgeving daarvan ontstaan zogeheten “Dead Zones”, dode gebieden waar helemaal niets meer leeft. Dit komt door de grote hoeveelheden uitwerpselen, die gecontamineerd zijn met medicijnen.

De meeste vissoorten die gekweekt worden zijn carnivoor. Dat betekent dat zij alleen kunnen leven wanneer zij dierlijke voeding krijgen. Meestal is dat wilde vis die daarvoor speciaal gevangen wordt (grote industrie in Peru en Chili). Voor kweekzalm is 2-6 kilo wilde vis nodig om 1 kilo zalm te krijgen. Verre van duurzaam dus, mede door de enorme afstanden die de gevangen vis moet afleggen tot de viskwekerijen in bijvoorbeeld Noorwegen. Vaak  wordt door de kweken van vis overbevissing dus in de hand gewerkt.

Zie voor een uitgebreid overzicht: De Huilende Zee, Dos Winkel, Uitgeverij Elmar

6. Vervuiling

Er zijn verschillende soorten vervuiling van ons milieu en van de zeeën. Er is vervuiling door chemicaliën, door niet- of nauwelijks verteerbare stoffen zoals plastic, door radioactiviteit, door viskweek, door lawaai, door radioactief afval en ook door CO2 (verzuring – zie PUNT 9).

Gifstoffen
De meest voorkomende chemicaliën zijn dioxines, dioxineachtige pcb’s, zware metalen zoals kwik en cadmium en brandvertragers. De meeste van deze stoffen produceert de mens zelf en sommige komen in mindere mate ook in de natuur voor. Er zijn inmiddels heel wat studies gedaan naar de gevolgen van deze gifstoffen op de menselijke gezondheid. Het probleem is dat er meestal alleen gekeken wordt naar één enkele stof, of één enkele groep van stoffen. Bilau (2008) onderzocht vooral dioxineachtige stoffen in voeding, maar beveelt aan om ook de effecten van combinaties van contaminanten (gifstoffen) op de gezondheid van de mens te gaan onderzoeken. Hier weten we eigenlijk nauwelijks iets van. De hoeveelheid dioxines in de Noordzee is in de afgelopen decennia aanzienlijk gedaald, maar vis uit de Noordzee bevat nog altijd veel meer dioxines dan vis uit het zuiden van de Indische en de Atlantische Oceaan. Ondertussen zijn er weer andere stoffen die juist in steeds grotere hoeveelheden in het milieu, in zee en dus ook in vis – vooral vette vis – komen. Een voorbeeld hiervan is de groep van de toxische en kankerverwekkende brandvertragers.

De meeste Europese dioxines vinden hun oorsprong in industriële verbrandingsprocessen in een chlooromgeving: metaalgieten, bleken van papierpulp en de vervaardiging van bepaalde pesticiden of herbiciden. Andere grote dioxineveroorzakers zijn bijvoorbeeld vuilverbrandingsinstallaties.

Mensen nemen 95-98% van de dioxines (giftige stoffen) op door middel van consumptie van voedsel. De dioxines zitten vooral in dierlijke producten en daarvan vooral in vis. Het grootste probleem van dioxines is hun hoge chemische stabiliteit. Wanneer ze zich eenmaal in een levend organisme hebben genesteld, blijven de dioxines er heel lang zitten. Zij stapelen zich op in de voedselketen en hoe verder we ons dus in de voedselketen bevinden, hoe hoger de concentratie dioxines. De meest kwetsbare personen zijn zwangere vrouwen en pasgeborenen. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, zal men zwangere vrouwen moeten afraden om vette vis te eten – zie ook punt 7. In de huidige Europese richtlijn voor onder meer de maximale hoeveelheid dioxine die de mens mag consumeren, staat dat vooral vis veel giftige dioxine bevat: twintig keer meer dan vlees en melk, tien keer meer dan eieren.

Kwik zit in de vorm van methylkwik (giftiger dan kwik) vooral in roofvis. Niet alleen in het vetweefsel, maar ook in de huid, spieren en organen van de vis. Wie twee maal per week een portie sushi van tonijn eet, heeft een reële kans op gezondheidsproblemen.

Het is onbegrijpelijk dat voedingscentra en overheden zo gemakkelijk omgaan met het feit dat er zoveel gif in vis en andere dierlijke vetten bevattende producten zit. Gif is gif en dat kan zelfs in de laagste concentraties schadelijke gevolgen voor de gezondheid hebben. Kennelijk prevaleert het in stand houden van de vis- en vleesindustrie boven de gezondheid van de mens.

Zie voor een zeer uitgebreid overzicht: De Huilende Zee, Dos Winkel, Uitgeverij Elmar

Plastic
Midden op de Stille Oceaan, is een gebied dat minstens zo groot is als West-Europa en dat een enorme hoeveelheid plastic afval bevat: de “plastic soep”. Dit is waarschijnlijk nog conservatief geschat; sommigen schatten de omvang tweemaal zo groot als die van de Verenigde Staten. Het betreft een gigantische hoeveelheid drijvend plastic afval. De plastic massa ontstaat en wordt in stand gehouden door de maalstroom van de Stille Oceaan, die op zijn beurt ontstaat door de passaatwinden. De randen van de maalstroom zijn continu in beweging en hebben een hoger zeeniveau dan verder naar binnen, waardoor de plasticbrij steeds geconcentreerd in het centrum blijft drijven. In alle oceanen zijn inmiddels dit soort gebieden ontdekt. In 2006 bleek uit een studie van de UNEP (de United nations Evironment Programme, het milieuprogramma van de VN), dat op elke anderhalve vierkante kilometer zee 46-duizend plastic deeltjes zwerven, variërend van verloren teenslippers tot minuscule deeltjes. Veel vogels, kreeftachtigen en zeehonden raken verstrikt in de plastic ring van een sixpack, een plastic zak of een nylon koord. Stormvogels zijn net als veel zeeschildpadden echte alleseters. Soms sterven de vogels doordat een groot object als een plastic zak de keel en het maagdarmstelsel afsluit, maar veel dieren verzwakken doordat kleinere stukjes plastic afval in de maag het hongergevoel van de vogel wegnemen. De hersenen krijgen daardoor geen seintje meer van “nu eten!”, waardoor veel vogels verhongeren. Van de onderzochte vogels heeft 98% plastic in de maag; gemiddeld gaat het om dertig stukjes.

Miljoenen vissen en zeezoogdieren zien de drijvende kunststofdeeltjes met de aangehechte chemische verontreiniging als een lekker hapje, omdat zich hierop algen afzetten. In deze gebieden wordt veel vis gevangen en zo belandt uiteindelijk de vis op het bord. Zo vormt ook dit giftige plastic nog eens een extra bedreiging voor de gezondheid van de mens. In de verschillende soorten plastic heeft men inmiddels zo´n tachtigduizend gifstoffen ontdekt.

Lawaai
Bij vervuiling van de oceanen denkt men niet zo snel aan lawaai. Toch is lawaai voor miljoenen dieren per jaar funest: olieboringen, heien in zee voor het plaatsen van windmolens en sonar. Zo zullen naar verwachting in de komende jaren miljoenen walvissen, dolfijnen en ander zeeleven vermoord worden door de Amerikaanse marine. Het gaat hier met name om de Atlantische Oceaan, de Grote Oceaan en de Golf van Mexico. De schepen van de Amerikaanse marine gebruiken o.a. sonar om onderzeeërs op te sporen. Sonar is een groeiende bedreiging sinds president Bush in 2002 de Amerikaanse marine toestemming gaf sonar in 80% van de oceanen te gebruiken.

Actieve sonar bestaat onder andere uit zeer luide geluidspulsen in de oceaan die terugkaatsen via alle grote objecten in het bereik van deze pulsen. Walvissen raken hierdoor hun oriëntatiegevoel kwijt en zo ontstaan de bekende strandingen van dolfijnen en walvissen, maar voor de meeste dieren is het dodelijk omdat hun oren en hersenen worden opgeblazen als zij te dicht bij deze sonarbronnen komen. Deze dieren zakken dan direct naar de zeebodem, waardoor men geen idee heeft hoeveel dieren door deze sonartests het leven laten.

In 2004 heeft de regering Bush een wet ondertekend voor het afzwakken van de Amerikaanse milieuwetten die gelden voor de Amerikaanse marine. Daarna, in 2008, tekende president Bush een ‘Executive Order’, waarin hij toestemde dat de marine zou worden vrijgesteld van de milieuwetten ter bescherming van bedreigde diersoorten.

De marine van de VS zal in de komende vijf jaar (2010-2015), miljoenen zeezoogdieren en ander zeeleven in grote aantallen opofferen voor hun ‘Warfare Testing Range Complex Expansions’. Dat zijn reeds bestaande oorlogsvoering testprogramma’s en deze worden enorm uitgebreid in de wateren van de Atlantische Oceaan, de Grote Oceaan en de Golf van Mexico. De Nationale Marine Visserij Service heeft al toestemming gegeven om zeezoogdieren te doden in meer dan een dozijn Marine Oorlogvoering Test Programma’s en bereidt een nieuwe aanvraag voor waarbij als gevolg van het testen met sonar – zoals zij zelf aangeven – 11,7 miljoen… zeezoogdieren (32 verschillende soorten) het leven zullen laten. Met het groeiend aantal vergunningen dat wordt afgegeven voor sonar-testprogramma’s in meer dan 12 gebieden in de Grote Oceaan, de Golf van Mexico en de Atlantische regio’s van de Verenigde Staten, zijn de zeezoogdieren en veel van het andere zeeleven gedoemd om compleet te worden vernietigd.

Radioactiviteit
Tien jaar geleden waren radioactieve lozingen in zee nog een groot probleem. Deze vorm van vervuiling is in de afgelopen jaren echter sterk verminderd. Lozingen van radioactiviteit door met name Engelse nucleaire bedrijven in Sellafield is met zo’n 75% verminderd.

De huidige Europese lozingen vormen geen bedreiging meer voor zeeflora en fauna en zijn slechts een lichte belasting voor mensen die er van eten. Wat wel schadelijk voor het zeeleven is, is het enorme verbruik van koelwater door kerncentrales aan zee. Al het leven in het koelwater wordt gedood, dus ook de vislarven en -eitjes. Of dat alleen lokaal schadelijke gevolgen heeft voor het zeeleven, of voor de hele Noordzee, Ierse, Baltische en Japanse Zee, is bij gebrek aan onderzoek moeilijk te beoordelen. In landen als Japan, Engeland en Frankrijk staan veel kerncentrales aan zee. Wat daarvan het gevolg kan zijn hebben we recent met de ramp in Fukushima kunnen beleven.

7.    Gifstoffen in vis

Het niet eten van vis heeft nog andere grote voordelen. Vooral vette wilde vis bevat veel meer gifstoffen zoals pcb’s, dioxines, dioxineachtige pcb’s, zware metalen zoals kwik, en brandvertragers, die je maar beter niet binnen kunt krijgen. Dit zijn allemaal zeer carcinogene stoffen, die zelfs in de kleinste hoeveelheden kanker kunnen veroorzaken. Onderzoek aan de Universiteit van Gent toonde aan (2008) dat ongeveer 50% van alle pcb’s, dioxines en dioxineachtige pcb’s in ons lichaam afkomstig zijn van vis en andere zeedieren, terwijl maar 1-2% van al het voedsel dat we eten hieruit bestaat! Volgens het Nederlandse Voedingscentrum is het Belgische onderzoek niet correct en zou maar 12% van alle dioxines in het voedsel van de Nederlander via vis in het voedsel van de Nederlander via vis in het lichaam komen.

Hoewel voor de meeste gifstoffen geldt dat de gemeten hoeveelheden in vis onder de door Europa gestelde toegestane limiet zitten, is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de effecten van de optelsom van de vaak tientallen gifstoffen in vis. Hoe vetter de vis, hoe meer gifstoffen de vis bevat. Dit komt omdat vele gifstoffen lipofiel zijn. Dit betekent dat zij zich in het vetweefsel nestelen. Ook de positie in de voedselketen bepaalt hoe giftig een vis is. Roofvissen, zoals tonijn, zwaardvis en haai, bevatten meer gifstoffen dan kleine visjes aan de basis van de voedselketen.

Toch wordt vaak gezegd dat het eten van vette vis belangrijk is vanwege de vetzuren die zij bevatten. Deze Omega-3 vetzuren maken de vissen echter niet zelf, maar krijgen zij binnen met hun voedsel en tijdens de ademhaling via hun kieuwen. Het betreft Omega-3 bevattende eencellige planktonalgen. Daar men op steeds grote schaal deze algensoorten kweekt voor de Omega-3 derivaten (EPA en DHA) die daar in zitten, hoeft men dus geen vis te eten om Omega-3 binnen te krijgen. Overigens bevatten veel andere plantaardige producten ook de moedervorm van Omega-3, Alfalinoleenzuur (ALA), zoals postelein, walnoten, lijnzaad(olie) en koolzaad(olie).

Zie voor een uitgebreid overzicht: De Huilende Zee, Dos Winkel, Uitgeverij Elmar

8. Voedselvergiftiging

Voedselvergiftiging door het eten van vis en andere zeedieren zoals garnalen en oesters of mosselen is verreweg de meest voorkomende vorm van voedselvergiftiging.

Ciguatera is een vergiftiging die vooral veroorzaakt wordt door het eten van tropische vis. Deze aandoening komt vooral voor in gebieden waar ook koraalriffen zijn, maar dus ook bij mensen die uit deze gebieden geïmporteerde vis eten. Het betreft een vergiftiging met giftige stoffen die geproduceerd worden door dinoflagellaten (soort giftige algen). Deze dinoflagellaten zitten in koraal, plankton en zeewier. Deze worden gegeten door vegetarische vissen die op hun beurt worden gegeten door grotere carnivore vissen. In this way the toxins move up the food chain and bioaccumulate . Gambierdiscus toxicus is the primary dinoflagellate responsible for the production of a number of similar toxins that cause ciguatera. Barracuda, zeebaars, snapper, murene, papegaaivissen en trekkervissen, zijn het meest frequent de bron van  ciguateravergiftiging, maar ook veel andere vissoorten kunnen deze ernstige vergitiging veroorzaken. Ciguatoxine is zeer hittebestendig, zodat met ciguatoxine vergiftigde vis niet kan worden ontgift door koken.

Ciguateravergiftiging geeft vooral maag-, darm- en neurologische klachten. De belangrijkste symptomen zijn: misselijkheid, overgeven, diarree, hoofdpijn, spierpijn, gevoelsstoornissen en hallucinaties (Wikipedia). Het meest typische verschijnsel bij ernstige gevallen is de koude allodynie: hierbij krijgen patiënten een heet, brandend gevoel wanneer ze met iets kouds in aanraking komen. Mogelijk wordt het gif ook door seksuele gemeenschap of borstvoeding doorgegeven door reeds besmette patiënten. De klachten en symptomen kunnen weken en soms wel jaren aanhouden. Na jaren kunnen de klachten spontaan weer terugkeren, deze recidieven kunnen uitgelokt worden door diverse factoren zoals het consumeren van vis of alcoholische drank.

Er bestaat geen specifieke behandeling tegen ciguateravergiftiging. Alleen symptoombestrijding en ondersteunende behandelingen zoals pijnstilling zijn mogelijk. Het meest belangrijk is preventie door geen vis te eten (uit risicogebieden).

Op de tweede plaats van vergiftiging door vis en andere zeedieren is scombrotoxin, ook wel scombroidvergiftiging genoemd. Deze vorm van histaminevergiftiging wordt vooral gezien na het eten van tonijn, makreel, sardines, geelstaart, en abalone (oorschelp). Het is het gevolg van onvoldoende koeling van de vis. De symptomen ontstaan snel na het eten van de vis: tintelingen of brandend gevoel in de mond; huiduitslag op het gezicht en het bovenlichaam; kloppende hoofdpijn; netelroos en jeuk van de huid; misselijkheid, braken en diarree.

Ook kan vis besmet raken met listeria. Deze bacterie groeit ook bij lage temperaturen. Listeria is vooral gevaarlijk is voor zwangeren en ouderen. Zij kunnen beter geen voorverpakte gerookte vis eten, zoals gerookte zalm, forel, paling of makreel. Voorverpakte gerookte vis kan lang bewaard worden. Dit geeft de bacterie de kans zich te vermenigvuldigen tot schadelijke hoeveelheden.

Naast ciguatera en scombroidvergiftiging zijn er nog vele andere micro-organismen in vis die voedselvergiftiging kunnen veroorzaken. Overigens is het verstandig uw hond en kat ook geen vis te voeren, omdat ook zij daar ernstig ziek van kunnen worden.

9. Verzuring: CO2 en O2

Oceanen zijn de grootste zuurstofbron op aarde. Tot 70% van alle zuurstof wordt door zeeplanten gemaakt. Zij nemen CO2 op en geven O2 (zuurstof) af, net als alle planten op het land. Wij ademen dankzij de zee! De meeste planten leven in zee: het betreft naast wieren, het plantaardige plankton, of fytoplankton. Door de enorme wereldwijde CO2-emissies, kan het fytoplankton lang niet al het CO2 verwerken en omzetten in zuurstof. CO2 en andere broeikasgassen zoals die uit de intensieve veehouderij (de vleesindustrie is verantwoordelijk voor bijna 20% van alle broeikasgasemissies op aarde. Dat is meer dan van al het gemotoriseerde verkeer bij elkaar, dus inclusief vlieg- en scheepvaartverkeer) zorgen voor verzuring van het zeewater. De Ph wordt dus lager. Hierdoor lost kalk op. De wetenschap is bang dat hierdoor tegen 2050 alle koraalpoliepen dood zullen zijn. Op dit moment bedraagt de hoeveelheid CO2 in zeewater 383 ppm (= parts per million). De veilige grens voor koraalpoliepen ligt rond de 120 ppm en het kalk van de huisjes van de poliepen begint op te lossen bij 360 ppm. Hier zijn we inmiddels dus al ver voorbij! Dit is een van de belangrijkste redenen (naast vervuiling en overbevissing) waarom koraalriffen het wereldwijd steeds slechter doen. Maar ook andere dieren aan de basis van de voedselketen die uit kalk bestaan (schelpen en schaaldieren) hebben het moeilijk. Klimaatopwarming als gevolg van de veel te hoge CO2-emissies, zorgt ook al voor grote problemen in de vorm van koraalverbleking (coral bleaching). Zou er genoeg vis in zee zwemmen, dan zou nog heel wat CO2 opgenomen kunnen worden. Vis krijgt met zijn voedsel en tijdens zijn ademhaling via de kieuwen het in het zeewater opgeloste kalk (calcium = Ca) binnen. In het lichaam van de vis wordt de calcium omgevormd tot calciumcarbonaat, CaCO3, dat met de ontlasting in zee komt. Calciumcarbonaat is een uitstekende buffer voor CO2. Helaas worden de zeeën in een hoog tempo leeggevist, met als gevolg toenemende verzuring en daardoor onder andere het afsterven van koraalriffen. Elke vis die nu nog uit de zee getrokken wordt is er één te veel!

10. Dierenwelzijn

Ik noem dit punt als laatste al is het in mijn optiek het allerbelangrijkste punt waarom we geen vis en visproducten zouden moeten eten. ZeedierenONwelzijn is een enorm probleem. Jaarlijks worden tussen de 1 en 3 triljoen dieren in de zeevisserij gevangen, die alle een verschrikkelijke dood sterven. De laatste vijftien jaar is het onderzoek naar vissenwelzijn in een stroomversnelling gekomen. Toen ik ruim zes jaar geleden aan mijn onderzoek naar de vernietiging van het “ecosysteem zee” begon, waren er slechts enkele tientallen onderzoeken naar pijnbeleving bij vissen. Inmiddels zijn dat er meer dan duizend. Dieren die voor consumptie gedood worden, behoren volgens Europese wetgeving binnen één seconde te sterven, of zodanig verdoofd zijn dat zij van het sterven niets merken. Dat dit in de praktijk helaas lang niet altijd het geval is, is treurig, maar er bestaat tenminste wetgeving hierover. Helaas geldt deze regelgeving niet voor vissen. Inmiddels weten we dat vissen een uitstekend ontwikkeld centraal zenuwstelsel hebben (hersenen en ruggenmerg) en een goed ontwikkeld perifeer zenuwstelsel, met pijnreceptoren (= nocisensoren) tot in te toppen van hun vinnen en rond de mond). Vissen voelen dus wel degelijk pijn en ondergaan angst en stress, op min of meer dezelfde wijze als vogels, reptielen en zoogdieren dat doen (kippen, kalkoenen, schildpadden, mensen, koeien, enz). En toch behandelt men deze dieren alsof het bakstenen zijn. De dodingsmethoden van vis zijn meer dan gruwelijk en het kan soms enkele uren duren voordat een vis sterft. Vissen hebben een groot probleem: zij kunnen niet schreeuwen!

Voor meer informatie:
De Huilende Zee, Dos Winkel, Uitgeverij Elmar
Do Fish feel Pain, Prof. Victoria Braithwaite, Oxford University Press

Een zeer belangrijke studie: Worse things happen at sea: the welfare of wild-caught fish, Alison Mood.  Het hele artikel: http://www.fishcount.org.uk/published/standard/fishcountfullrptSR.pdf

 

Dos Winkel
Onderwaterfotograaf en oprichter Sea First Foundation

www.seafirstfoundation.org
www.vissenbescherming.nl

Steun de campagne ‘Tuna Free’ van Dos Winkel’s Sea First Foundation met je lidmaatschap van Omroep Piep!