David van GennepJaren geleden werd ik geconfronteerd met een niet nader te noemen universiteitslaboratorium die van hun Java-apen af wilden. De hoogleraar Neurofysiologie die met de dieren gewerkt had ging met pensioen en gunde zijn proefdieren hetzelfde. De gesprekken verliepen moeizaam, want het feit dat ze niets wilden betalen voor de verzorging was nog tot daar aan toe, maar dat het laboratorium geen enkele uitspraak wilde doen over de vraag of ze weer nieuwe jonge apen gingen bestellen, dat was onbespreekbaar. Van de ene op de andere dag werden de besprekingen afgebroken, de dieren bleken afgemaakt te zijn! Ik vroeg me af of we dit wel goed hadden aangepakt: onze kritische houding heeft een prijs!

Java-aap
Java-aap ©Wikimedia Commons

Maar we hebben hier wel van geleerd en de afgelopen jaren  is grote vooruitgang geboekt als het gaat om het verantwoord omgaan met de proefdierpopulatie. Om te beginnen werden de chimpansees uit het BPRC in Rijswijk aan AAP overgedragen; een nieuwe wet verbiedt vanaf 2004 het gebruik van mensapen voor dierproeven in Nederland. Daarna werd een populatie klauwaapjes door een Duits lab afgestaan; het lab werd daarna opgedoekt. De Katholieke Universiteit Leuven besloot tot reductie van het aantal proefapen en pensionering van de dieren die niet meer gebruikt kunnen worden. De Universiteit van Utrecht stopte volledig met het doen van apenproeven op de eigen campus en de 5 laatste dieren gingen naar Almere. MSD-Oss besloot tenslotte afgelopen  december dat de laatste 73 Java-apen van hun oude dag mogen genieten bij AAP; Research & Development verdwijnt uit Europa.

Het bijzondere is dat, afgezien van de Duitse aapjes, in alle overige gevallen niet alleen de dieren werden afgestaan, maar dat tevens een substantieel deel van de verzorgingskosten werd uitgekeerd om de goede oude dag mogelijk te maken. Er lijkt telkens een aantal kritische succesfactoren aanwezig bij de geslaagde projecten:

  • Een sterke pressiegroep die creatief, constructief en absoluut geweldloos opereert;
  • Een driehoeksverhouding Proefdiergebruiker, Dierenbeschermingsorganisatie en Opvangpartner bij de totstandkoming van een overeenkomst;
  • Een open communicatiebeleid bij de proefdiergebruiker;
  • Voldoende kwalitatieve huisvestingsmogelijkheden bij de opvangpartner.

De nieuwe werkwijze begint een soort methode te worden die niet alleen goed nieuws is voor de dieren die erdoor gered worden, maar ook voor de dierenbeschermingsorganisatie die met haar inspanningen borging van haar principes kan bewerkstelligen. Maar vergeet ook niet dat ook de opvangcentra in deze  overeenkomsten voor het eerst niet voor alle kosten hoeven op te draaien. “De vervuiler betaalt” klinkt wat oneerbiedig naar de dieren toe, maar het principe is duidelijk en de dieren varen er wel bij.

©PiepVandaag.nl David van Gennep, directeur Stichting AAP