Oorsmeer afkomstig uit het oor van een walvis blijkt boordevol informatie te zitten over de giftige stoffen waarmee het dier in aanraking komt en de stress waaraan het wordt blootgesteld gedurende zijn leven.

Blauwe vinvis
Foto: mikebaird via photopin cc

Een team van de Baylor Universiteit van Texas onder leiding van milieuwetenschapper Sascha Usenko, onderzocht oorsmeer afkomstig uit het oor van een blauwe vinvis die in 2007 omkwam bij een aanvaring met een schip voor de kust van Santa Barbara, Californië. Het dier bleek blootgesteld aan verschillende organische giftige stoffen en zag de niveaus van het stresshormoon cortisol aanzienlijk toenemen bij het bereiken van seksuele volwassenheid.

“Het is bij bijna alle dieren lastig om specifieke, tijdsgevoelige informatie over chemische blootstelling aan stoffen te achterhalen”, aldus Stephen Trumble, bioloog verbonden aan Baylor en coauteur van het artikel over het onderzoek dat deze week verscheen in Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). “Bij de blauwe vinvis, het grootste dier ter wereld en relatief zeldzaam, in het bijzonder.”

Vet of smeer

Door walvisjacht in het verleden, bestaat de populatie blauwe vinvissen wereldwijd naar schatting uit nog maar zo’n 5.000 tot 12.000 individuen, die nu blootgesteld worden aan andere, nieuwe bedreigingen, zoals vast komen te zitten in visnetten, lawaai en vervuiling. Wetenschappers hebben voorheen walvisvet van kadavers onderzocht om te achterhalen aan welke gevaren deze reuzen van de zee worden blootgesteld tijdens hun leven. Dergelijke analyses geven echter geen enkele indicatie voor wanneer een chemische blootstelling heeft plaatsgehad en hoe lang die duurde.

Oorsmeer daarentegen beschikt over dezelfde informatie met als extra dat dit materiaal in laagjes is opgebouwd, wat doet denken aan de ringen van een boom, waarbij iedere laag staat voor een periode van om en nabij de zes maanden. Bij baleinwalvissen, die zich voeden door voedsel uit water te filteren door middel van een zeefachtige structuur (de balein) in de bek, wordt oorsmeer een vaste substantie van lagen die tientallen centimeters lang kan worden en intact blijft zelfs wanneer het dier is overleden.

Walvis met baleinen
Walvis met zichtbare baleinen | Foto: ejhrap via Compfight cc

Analyse

Usenko en zijn team identificeerde hun oorsmeer als afkomstig van een mannetjes blauwe vinvis van rond de 12 jaar oud. Gedurende zijn korte leven kwam hij in contact met 16 verschillende persistente organische gifstoffen, zoals pesticiden en vuur vertragende chemicaliën. Blootstelling aan de meest persistente gifstoffen viel hem vooral tijdens zijn eerste jaar ten deel en stond gelijk aan één vijfde van de totale blootstelling gezien gedurende zijn hele leven. Dit gegeven suggereert dat overdracht van gifstoffen plaatshad tussen hem en zijn moeder gedurende de zwangerschap en de periode waarin hij werd gezoogd.

Van overdracht van giftige stoffen tussen moeder en kind is bekend dat dit vaker voorkomt bij zoogdieren, zoals bij zeehonden, maar ook bij mensen. Wanneer gifitige bestanddelen terechtkomen in de voedselketen, worden ze verder verspreid en stapelen ze zich op.

Usenko: “Sommige van deze chemicaliën worden al lang niet meer gebruikt, zoals vuurvertragers die bij wet verboden zijn sinds 2005, maar deze stoffen blijven zeker 50 tot 60 jaar aanwezig in het milieu.”

Andere toxines zoals onder andere kwik, dat werd aangetroffen in het oorsmeer, is ergens onderweg opgepikt. Rond zijn vijfde en zijn tiende levensjaar werden pieken van deze stof aangetroffen. Kwikvergiftiging kan leiden tot hersenbeschadiging.

Cortisol

Gedurende zijn leven verdubbelde het niveau van het stresshormoon cortisol. Een piek werd gezien nadat de vinvis zijn seksuele volwassenheid bereikte, zo rond zijn tiende levensjaar. Die stress kwam waarschijnlijk voort uit seksuele competitie met soortgenoten. Het is onduidelijk of de totale verdubbeling van de stof toe te schrijven is aan natuurlijke omstandigheden of aan door menselijke activiteiten veroorzaakte factoren zoals vervuiling en lawaai.

Om daar meer over te kunnen zeggen, zetten Usenko en zijn team hun onderzoek voort en gaan zij het oorsmeer van de zeker 1.000 andere walviskadavers die wereldwijd in musea zijn ondergebracht bestuderen.

Bron: Nature ©PiepVandaag.nl