Er is flinke beroering in de pers geweest vanwege de opmerkelijke uitspraken over zeehondenbont door Greenpeace. Campagneleider Jon Burgwald poseerde in een zeehondenbontvest. Vervolgens plaatste hij een bericht ‘heel cool’ op twitter als reactie op een zeehondenbontjas bij een modeshow en in een interview zei hij: “We moeten inzien dat niet elke zeehondenjacht slecht is. Het is juist duurzaam. Ik denk dat het goed is dat we duurzame zeehondenproducten promoten”.

duurzame zeehondenjacht
Foto: Pixabay

Koren op de molen voor de Canadese bontindustrie! In 1985 ging er een beleidsdocument uit van het Canadese Buitenlandse Zaken departement getiteld ‘In defense of the Fur Trade’. Om weerstand te bieden aan de anti-bont beweging en de bedreiging van de bontindustrie stelde dit document dat er wellicht ‘dramatische tegenacties’ geboden waren. ’Zulke acties’, suggereerde dit document, ‘zouden gebaseerd kunnen worden op emotionele thema’s …  zoals het behoud van inheemse culturen’. De oplossing werd gevonden in een uitzondering voor de traditionele, kleinschalige jacht van de Inuit (vroeger Eskimo’s genoemd). Wie kan erop tegen zijn als een lokale, arme bevolking ‘af en toe’ een zeehond doodt om te overleven? Maar Canada verschuilt zich achter deze uitzondering en gebruikt het ‘traditionele zeehondenjacht’ verhaal  om de wrede commerciële jacht op tienduizenden zeehonden te verbergen.

In 2009 nam de Europese Unie, na jarenlange intensieve lobby van ons en andere dierenwelzijnsorganisaties, een importverbod aan van zeehondenproducten. Voor de kleinschalige traditionele Inuit jacht werd een uitzondering gemaakt. Niemand protesteerde, omdat deze jacht in het niet valt bij de grote boosdoener- de commerciële jacht in Canada.

Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen de jagers?

De grootschalige commerciële zeehondenjacht met een vangstquotum van 400.000 zadelrobben en klapmutsen vindt plaats in het Canadese Arctische gebied in de Golf van St. Lawrence en voor de kust van Labrador en Newfoundland. De zeehonden worden hier in een recordtempo doodgeschoten of doodgeknuppeld. Dat gebeurt zo vanwege de barre weersomstandigheden en hoge concurrentie tussen de jagers. De Inuit zeehondenjacht in Canada is echter kleinschalig en vindt plaats in het Arctische gebied. Hierbij gaat het om een jacht op open water en worden er ongeveer 2000 zadelrobben gedood per jaar.

De Inuit zeehondenjacht in Groenland daarentegen is een ander verhaal. Van de totale bevolking van Groenland is ongeveer 88 procent is Inuit. We zijn geneigd om te denken dat een jacht in Groenland door Inuit per definitie kleinschalig en duurzaam zou zijn, maar dit klopt niet.

De Groenlandse zeehondenjacht met een gemiddelde van 80.000 gedode zeehonden per jaar is  uitzonderlijk wreed. Voor elke aan land gebrachte dode zeehond, ontsnapt er een zeehond en gaat verloren in zee. De jagers hebben de beschikking over motorboten en ongeveer 85 procent van de zeehonden wordt geschoten, de rest sterft een verdrinkingsdood via het gebruik van netten, omdat er in bepaalde periodes niet genoeg zonlicht is. Gemiddeld wordt ongeveer de helft van het totale aantal gedode zeehonden verhandeld. De rest zou voor eigen consumptie zijn, maar er zijn meerdere artikelen gepubliceerd over het dumpen van duizenden zeehonden karkassen en de verspilling van het vlees, omdat er onvoldoende vraag naar zeehondenvlees is.

De Inuit uitzondering in het EU verbod is opgesteld om de kleinschalige jacht te beschermen en de traditionele jager een levensonderhoud te bieden. Deze uitzondering mag niet misbruikt worden door commerciële jagers met subsidies en grootschalige jachtpraktijken. Naar aanleiding van de zaak  Canada en Noorwegen vs. EU bij de Wereld Handelsorganisatie, is het EU importverbod aangepast en aangescherpt. In deze nieuwe versie zijn er voor de Inuit-uitzondering zeer specifieke beperkende voorwaarden toegevoegd, gericht op het welzijn van dieren, op traditie en op zelfvoorziening. Producten waarbij het sterke vermoeden bestaat dat deze afkomstig zijn van een hoofdzakelijk commerciële jacht mogen geweigerd worden en eindigen hopelijk niet meer op de Europese markt.

Het is Canada kennelijk gelukt om verwarring te creëren, maar voor de duidelijkheid: nee, een jas van zeehondenbont is niet duurzaam en zeker niet ‘cool’. Zolang het gesubsidieerd en op grootschalige wijze geëxporteerd wordt naar Europa of elders in de wereld heeft het met traditie of zelfvoorziening niets te maken. Laat staan met dierenwelzijn of duurzaamheid.

Nicole van Gemert, directeur Bont voor Dieren

©PiepVandaag.nl