Vaak probeer ik te denken ‘erger je niet, verwonder je slechts’, maar ik kan heel slecht tegen mensen die allerlei redenen verzinnen om dieren in nood te laten creperen. En erger nog, ook niet de ruimte geven aan mensen die zulke dieren wél willen helpen. Nu zijn moederloze babyzeehonden – huilers genoemd – weer onderwerp van gesprek.

huilers
Zwaar vermagerde huiler op het strand | Foto: Wikimedia (maker onbekend)

De stelling van sommige natuurbeschermers is: Laat zeehondenbaby’s met rust, hun moeder komt wel terug en zo niet dan is dat de ‘natuur’ en jammer dan. Hoe durven ze het te zeggen, als zo’n zielig hoopje ellende op het strand, op de dijk of in het slik ligt te huilen. Het klinkt zo mooi: de moeder komt wel terug… Maar je zal daar maar liggen als hulpeloze zeehondenbaby! En langzaam maar zeker sterven van de honger, terwijl meeuwen je ogen uitpikken. Dat is voor zo’n dier een lijdensweg van weken… Dat kan ik als dierenactiviste niet over mijn hart verkrijgen!

Vaak is deze ellende voor huilers (jongen die hun moeder zijn kwijtgeraakt) veroorzaakt door de mens. Een mooi voorbeeld is de Dollard, in het noorden van Groningen. Daar is een geul gegraven, want er moest land onder water worden gezet en ze hebben kunstmatig – computer gestuurd – eb en vloed nagebootst. Dat gaat echter met veel watergeweld gepaard…. Met alle risico’s voor de jonge zeehonden van dien: de sterke stroming brengt hen in geval van paniek in no-time ver van de groep.

Moederzeehonden in de Dollard gebruiken deze plek toch als kraamkamer. De steile wanden van de geul suggereren een “veilige vluchtroute”. De moeders liggen dan onder aan de dijk en laten hun jongen soms daar liggen om zelf even te gaan vissen. Dit is echter geen ‘natuurlijk’ gedrag. Uit gedegen wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat er geen enkel bewijs is gevonden voor de stelling dat de huilers in de Dollard weer aansluiting bij hun moeder vinden.

Normaal gesproken worden zeehondenjongen namelijk op de zandbanken in de Waddenzee geboren en moeten bij hoogwater direct met hun moeder meezwemmen. Een moederzeehond laat in principe haar jong nooit alleen. Alleen bij de kunstmatig aangelegde inlaat bij de Dollard, waar zeehonden ook bij hoog water op het droge gaan liggen, komt dit afwijkende gedrag voor. Hier komt het incidenteel voor dat rustende jonge zeehonden gedurende korte tijd door hun moeder alleen worden gelaten. In andere leefgebieden van zeehonden elders op de wereld (zoals o.a. op Sable Island bij Canada) worden jongen ook slechts door de moeder alleen gelaten als er permanent droge ligplaatsen beschikbaar zijn.

In 2014 en 2015 is een onacceptabel groot aantal huilers dood aangetroffen langs de Dollardkust. Kun je zo’n gebied met twee grote industriehavens en dagelijkse verstoring door agrarische en recreatieve activiteiten nog wel ‘natuur’ noemen? Het lijkt mij meer een zaak van menselijke verantwoordelijkheid, zelfs beschaving, wanneer zeehonden die in problemen zijn gekomen zonder voorbehoud een tweede kans krijgen. Vroeger werden zeehonden in nood ook altijd door mensen gered en opgevangen.

Dus mensen: vind je een huiler op het strand, op de dijk of in het slik, ver van de zandbanken vandaan, meld dat dan! Geef zo’n babyzeehond het voordeel van de twijfel. Natuurlijk haalt niemand een zogende zeehond bij de moeder vandaan. Maar laat een zeehond in nood niet de dupe worden van getouwtrek tussen zogenaamde natuurbeschermers en dierenbeschermers. Ik pleit voor een beleid waarbij dierenwelzijn centraal staat en er niet wordt weggekeken bij in nood verkerende huilers. U ook?

Lenie ’t Hart is oprichter van de zeehondencrèche Pieterburen en het Lenie ’t Hart Zeehondenfonds

©PiepVandaag.nl