De Canadese overheid steekt 150.000 Canadese dollar in de promotie van de noordelijke zeehondenindustrie in Nunavut. Nunavut neemt een groot deel van het noorden van Canada en het overgrote deel van de Canadese Arctische Eilanden in beslag.

Zeehonden - Canadese overheid
Zadelrob met pup | Foto: Pixabay

In de Europese Unie geldt een importverbod voor zeehondenbont. Het verbod kent een uitzondering voor de jacht van de inheemse Inuit bevolking. Met de promotie van producten van zeehonden, welke zijn gejaagd door deze inheemse bevolking, wil de Canadese overheid een voordeel halen uit de uitzondering op het importverbod.

De protesten tegen de zeehondenjacht concentreerde zich nooit op de noordelijke zeehondenjacht. Hier werd er in eerste instantie gejaagd om de bevolking van voedsel en kleding te voorzien om ze in leven te houden. Nu verschuift dat steeds meer naar de commerciële jacht. De Nunavut overheid hoopt dat de verkoop van zeehondenbont in Europa er aan bijdraagt dat de jacht meer betaalbaar wordt zodat de inheemse bevolking in staat is om meer zeehondenvlees te eten. Volgens de Nunavut overheid is het vlees rijk aan ijzer en cultureel gezien erg belangrijk voor de Inuit.

In andere delen van Canada mag er worden gejaagd op zadelrobben vanaf het moment dat zij ongeveer twee weken oud zijn. Uit signalen uit de markt blijkt dat het aanbod groter is dan de vraag. Overal is het lastig om andere producten afkomstig van de zeehond dan bont af te zetten in de markt. Ook het Europese importverbod heeft een negatieve impact op de afzetmarkt. De industrie draait op subsidies.

Enquêtes tonen aan dat degene die tegen de commerciële zeehondenjacht zijn meestal positief tegenover de jacht op zeehonden door de inheemse bevolking staan. De Canadese overheid gooit beide jachten op één hoop en doet alsof ze onderdeel zijn van één en dezelfde industrie. De internationale protesten, waarin wordt opgeroepen om de jacht een halt toe te roepen, betuigen een voordeel voor de jacht door de inheemse bevolking, omdat zij niet onder het verbod vallen. Het geld dat door de Canadese overheid wordt uitgegeven gaat voornamelijk naar ‘ambachtelijke’ en ‘hippe’ nieuwe producten, zoals de stropdas van zeehondenbont die de Canadese minister van Visserij Hunter Tootoo onlangs droeg.

Het feit dat de Canadese overheid de inheemse bevolking ‘helpt’ door de jacht in hun gebied te promoten is buitengewoon triest te worden. Tot voor kort was de jacht pure noodzaak voor de Inuit, nu wordt de jacht steeds commerciëler. Canada probeert op deze manier het Europese importverbod te omzeilen door de uitzondering op het verbod volop te benutten. Niet in het belang van de inheemse bevolking, maar zeker ook niet in het belang van de vele zeehonden die op een afschuwelijke manier aan hun einde zullen komen.

Bron: Born Free USA ©PiepVandaag.nl Lianne Raat