De Strategische Milieukamer (SMK) komt tot de conclusie dat milieucriminaliteit een dreiging vormt voor de gezondheid van mensen, planten en dieren. Het heeft grote gevolgen voor de leefomgeving, de economie en de maatschappij. Onder meer de politie, het Openbaar Ministerie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zien de noodzaak in meer opsporingscapaciteit om de aanpak van milieucriminaliteit te verbeteren. 

milieucriminaliteit
NVWA, OM en politie: aanpak milieucriminaliteit schiet ernstig tekort | Foto: Pixabay

Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021

De SMK publiceerde vorige week het rapport Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021, het vierde in een reeks analyses van de stand van zaken. Het trekt alarmerende conclusies:

“Voor u ligt het vierde opeenvolgende Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit. De tijd heeft niet stilgestaan en de vraag die terecht gesteld kan worden is ‘wat zijn we de afgelopen decennia opgeschoten met de aanpak van milieucriminaliteit?’ Het antwoord op die vraag is moeilijk te geven. We kunnen wel concluderen dat het plegen van milieucriminaliteit lucratief is, er volop gelegenheid is en dat de aanpak niet op orde is. En, de tijd dringt!”

 

Aan de hand van negen vormen van milieucriminaliteit, die in het rapport worden geanalyseerd, wordt aangetoond dat handhaving en bestrijding ernstig tekort schieten. Dit heeft te maken met het ingewikkelde karakter van de delicten waarbij veel verschillende partijen een rol spelen, maar ook met het feit dat de daders via fraude en sjoemelpraktijken de gevolgen van hun daden actief proberen te verdoezelen.

En dat terwijl milieucriminaliteit ons dubbel en dwars raakt.

Miliecriminaliteit wordt gekenmerkt door de grote winsten voor daders, die worden verdiend door de veoorzaakte schade volledig af te wentelen op de maatschappij, op ons allemaal dus. Dit levert natuurlijk schade op aan milieu en natuur, maar het leidt ook tot aantasting van de maatschappelijke en economische orde. Immers, degene die zich wel aan wet en regelgeving houdt en zorg draagt voor de leefomgeving van ons allemaal, verdient beduidend minder dan degene die elke verantwoordelijkheid aan zijn laars lapt. Dat levert een groot concurrentievoordeel op voor kwaadwillenden, die door gebrekkige opsporingscapaciteit en lage straffen bij veroordeling, weinig reden zien met hun activiteiten te stoppen.

Strategische Milieukamer

De Strategische Milieukamer is opdrachtgever van het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit. Onder voorzitterschap van het Openbaar Ministerie zijn de belangrijkste spelers in de strafrechtketen vertegenwoordigd: de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de NVWA en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), de Politie en de Omgevingsdiensten. Iedere partij heeft een deel van het rapport verzorgd waardoor het dreigingsbeeld nu completer is dan ooit. Naast de gevolgen en de verwachting van de impact van milieucriminaliteit voor de toekomst is ook een beschrijving van de ketens, de regelgeving en de handhaving beschreven. De onderzoekers sluiten ieder hoofdstuk af met aanknopingspunten om de beschreven vorm van milieucriminaliteit tegen te houden of terug te dringen.

Negen vormen van milieucriminaliteit

De negen vormen van milieucriminaliteit die worden uitgediept in het rapport variëren van dreigingen voor bodem en waterkwaliteit en biodiversiteit tot dreigingen gerelateerd aan de circulaire economie.

Mestfraude, illegale handel in en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, afvalcriminaliteit en gesjoemel met bodem- en grondstromen vormen een serieuze dreiging voor onze bodem- en waterkwaliteit en daarmee de volksgezondheid. Daarnaast heeft het streven naar een circulaire en duurzame economie zwaar te leiden onder de fraude en gerommel op het gebied van olie, afval en koelmiddelen. Het financiële gewin van criminelen heeft zelfs een negatieve invloed op het behalen van de gestelde klimaatdoelen. De vraag naar exclusief voedsel, luxe producten en decoratie houdt wereldwijd de wildlife crime in stand, waardoor de biodiversiteit wordt bedreigd en (wilde) flora en fauna definitief kunnen verdwijnen. Tot slot vormen zeer zorgwekkende stoffen als asbest, lood, benzeen en sommige PFAS-emissies uit onze (chemische) industrie een dreiging als het gaat om fysieke veiligheid.

De conclusies stemmen somber

De conclusies van het rapport zijn niet rooskleurig. In aansluiting op andere recente rapporten – van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, de commissie Van Aartsen (‘omgevingsdiensten moeten op de schop’) en de Algemene Rekenkamer (‘Aanpak milieucriminaliteit is tasten in het duister’) – stelt het vast dat de aanpak van milieucriminaliteit ernstig te wensen overlaat. Opsporing en vervolging zijn te weinig slagvaardig, de opsporing is gefragmenteerd, vervolging en berechting duren te lang en de uiteindelijke sancties zijn vaker niet dan wel afschrikwekkend. Grote vermijdbare milieuschade is het gevolg. Er is niet alleen meer capaciteit nodig, maar ook een andere aansturing en meer gebonden slagkracht voor een effectieve strafrechtelijke aanpak.

Serieuze inzet op langetermijn milieudoelstellingen vraagt om blijvende aandacht voor de aanpak van milieucriminaliteit. De uitvoering is aan zet en mede gelet op de genoemde rapporten geldt dat ook zeker voor ‘de politiek’.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Laura Lancée