Tegen de achtergrond van extreem weer en een wereldpandemie worden de huidige klimaatplannen van lidstaten onder de loep genomen. 2021 is het jaar waarin plannen en doelen moeten worden bijgesteld om de klimaatcrisis tegen te gaan. 

'make-or-break jaar'
2021 ‘make-or-break jaar’: klimaatbeleid moet veel ambitieuzer | Foto: Pixabay

Forse kritiek

Het leek er even op dat de aarde op adem kon komen in 2020, doordat veel mensen thuisbleven. De uitstoot ging in Nederland met tussen de zeven en acht procent omlaag. Maar ondanks de coronapandemie was er in december 2020 toch meer koolstofdioxide in de lucht dan in december 2019. En volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) komen we niet dichter bij het behalen van de klimaatdoelen. De wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide zal in 2023 zelfs hoger zijn dan ooit. Dit komt grotendeels door het geld dat lidstaten in hun economieën pompen voor snel economisch herstel. Het agentschap komt met forse kritiek op de plannen van lidstaten. “De lidstaten hebben enorme sommen vrijgemaakt om de coronapandemie het hoofd te bieden, maar slechts twee procent van de fondsen gaat naar een overgang ten voordele van groene energie.” Van de 16.000 miljard Amerikaanse dollars die wereldwijd zijn vrijgemaakt, gaat slechts 380 miljard naar duurzame energieprojecten. Het IEA roept de landen op om juist nu, in deze fase van economisch herstel, de wereld(economie) te verduurzamen en in te zetten op groene energie.

Ook de Verenigde Naties spreken zich uit over de invloed van corona op de verduurzaming van de economie. “2021 is een make-or-break-jaar als het gaat om klimaatcrisis,” aldus VN Secretaris-Generaal António Guterres.

“Covid-19-herstelplannen bieden de mogelijkheid voor een groenere en schonere heropbouw. Verbintenissen op lange termijn moeten gepaard gaan met onmiddellijke acties om het decennium van transformatie te lanceren dat de mensheid en de planeet zo hard nodig hebben.”

Cop26

Paris Equity Tracker onderzocht de plannen van de lidstaten van het Parijsakkoord. China, Rusland, Brazilië en Australië voeren beleid waarvan de wetenschappers waarschuwen dat als de rest van de wereld ze volgt, de wereld met 5°C stijgt. En dat overschaduwt de Cop26 klimaattop in Glasgow die over drie maanden gehouden wordt. Het zal een van de belangrijkste toppen ooit worden. Het voornaamste doel is om het Parijsakkoord te bevorderen en beleidsplannen te concretiseren. Of de top slaagt, is nog maar de vraag. Tussen een paar van de grootste spelers zit een groot gat als het gaat om klimaatmaatregelen en dat maakt het lastig om tot effectieve uitkomsten te komen. Aan de ene kant staan China, Rusland, Brazilië en Australië. Zij blijven afhankelijk van de fossiele brandstof-industrie en doen weinig om die afhankelijkheid te beperken. De EU en Groot-Brittannië staan aan de andere kant, met beloften die dichter bij de 1,5°C komen. “Zonder meer ambitie van China, Brazilië, Rusland en Australië zal Cop26 falen om te doen wat de toekomst nodig heeft,” waarschuwde Tanya Steel, algemeen directeur van het WWF.

Yann Robiou du Pont, een van de onderzoekers van Paris Equity Tracker:

“Het onderzoek onderschrijft waarvoor we vrezen: grote economieën doen simpelweg niet genoeg om de klimaatcrisis tegen te gaan en in veel gevallen leiden deze landen ons naar een wereld met meer hittegolven, overstromingen en extreem weer.”

In een wereld waarin de aarde met vijf graden is opgewarmd, krijgt een kwart van de wereldbevolking jaarlijks voor tenminste een maand per jaar met extreem weer te maken. In dat scenario zijn regenwouden en koraalriffen verwoest en door de smeltende ijskap stijgt de zeespiegel nog verder.

Vijf jaar na het Parijsakkoord

Wetenschappers voorspellen al langere tijd dat als de aarde met twee graden opwarmt vergeleken met het pre-industriële tijdperk, het ernstige consequenties heeft voor miljarden mensen over de hele wereld. Daarom werd in 2015 het Parijsakkoord door 197 landen ondertekend met als doel onder de 1,5°C te blijven, maar met een maximum van 2°C. Elke vijf jaar dienen lidstaten hun klimaatplannen in om te laten zien wat ze doen en zullen doen op het gebied van klimaatbeleid. Maar volgens de VN zijn al deze plannen ‘lang niet genoeg’ om de klimaatdoelen te halen. Met de huidige plannen neemt de totale uitstoot van koolstofdioxide met één procent af in 2030. Volgens wetenschappers moet de CO2-uitstoot de komende tien jaar met 45 procent afnemen om te voorkomen dat de aarde meer dan 1,5°C opwarmt. Overigens zitten we nu al op 1,2 graad.

Investeringen

De sterke toename in de uitstoot van koolstofdioxide komt doordat landen niet hebben geïnvesteerd in groene energie toen ze hun economieën weer op gang zetten nu het ergste van de pandemie voorbij lijkt te zijn. In de VS, EU, Japan en Zuid-Korea wordt wel meer geïnvesteerd in hernieuwbare energie, maar landen met opkomende economieën als India, Indonesië en Latijns-Amerikaanse landen blijven achter met groene investeringen. Fatih Birol, uitvoerend directeur van het IEA:

“Zo’n negentig procent van de voorspelde groei in broeikasgassen zal komen vanuit ontwikkelingslanden, dus die landen helpen om te investeren in groene energie is van wereldbelang.”

In Parijs besloten wereldleiders dat rijke landen jaarlijks ten minste 100 miljard dollar beschikbaar moeten stellen voor ontwikkelingslanden om te investeren in groene energie en om met extremer weer om te leren gaan.

De EU en Nederland

De nieuwe plannen van de EU zijn om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Het klimaatdoel voor 2030 is een 55 procent vermindering vergeleken met 1990. Daarnaast wil de EU ook meer geld investeren in ontwikkelingslanden voor de verduurzaming van hun economieën.

Volgens de Climate Action Tracker zijn Marokko en Gambia momenteel het meest ambitieus, met als doel binnen de 1,5 graad te blijven. Met een uitstootreductie van 15 procent scoort Nederland middelmatig. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving haalt Nederland met de huidige plannen het reductiedoel van 49 procent in 2030 niet.

Bronnen:

© AnimalsToday.nl Sophie Jongma