Het gaat slecht met de populatie papegaaiduikers langs de kust van Maine in de Verenigde Staten. Door relatief hoge watertemperaturen in de Golf van Maine verdwijnt het voedsel waar deze grappig ogende dieren van afhankelijk zijn. En ook elders langs de Amerikaanse oostkust zorgen veranderingen in de watertemperatuur ervoor dat dieren in de problemen komen.

papegaaiduikers

Papegaaiduikerkuiken met te grote botervis – screenshot YouTube

De eerste verschijnselen dat er iets grondig mis is met de voedselvoorziening van de papegaaiduikers deden zich voor in 2012. Heel Amerika kon zien hoe een papegaaiduikerkuiken het loodje legde, omdat op Zeehondeneiland in de Golf van Maine een camera was geplaatst om het leven van de vogels te observeren. Normaal gesproken leven papegaaiduikers van haring en koolvis. Deze vissen zijn lang en druppelvormig, ideaal van vorm om makkelijk gegeten te worden door een papegaaiduikerkuiken.  Het bleek echter dat de ouders van de kuikens alleen nog maar botervissen aan land brachten. Deze vissoort is veel dikker en ronder dan bijvoorbeeld een haring. De jonge papegaaiduikers kregen het daarom niet of nauwelijks voor elkaar om deze vissen te verorberen en verloren langzaamaan hun krachten, om uiteindelijk te sterven door ondervoeding.

Onderzoek

De camera was geplaatst door Stephen Kress van de Audubon Society’s Project Puffin, gesteund door een gift van de Annenberg Foundation, een maatschappelijk betrokken organisatie die zich richt op educatie en de ondersteuning van non-profit initiatieven. Vanaf 1973 heeft Kress zich ingezet voor de papegaaiduiker, onder meer door dieren vanaf Newfoundland uit te zetten langs de kust van Maine, waardoor in 2012 zo’n 1.000 paartjes een nest hadden. Gealarmeerd door de plotselinge sterfte onder de papegaaiduikers werd een onderzoek gestart naar de oorzaak.

Het bleek dat het water in de Golf van Maine door een extreem warme periode in maart 2012 aanzienlijk hoger was van temperatuur (8,6 graden)  dan gemiddeld (6,7 graden), waardoor de haringen en koolvissen waren vertrokken, samen met nog 9 andere vissoorten. Hun voedsel was verdwenen, omdat het fytoplankton door de relatief hoge watertemperatuur niet tot bloei was gekomen. Ze zochten daarom koeler en meer voedselrijk water op in noordelijke richting, of gingen naar grotere diepte waar de temperatuur nog wel laag genoeg is. De papegaaiduikers konden daarom alleen nog maar botervissen vangen, die zich wel thuis voelden in de opgewarmde golfstroom. In 2013 deed zich hetzelfde voor, toen het water opnieuw erg warm was. Het blijkt dat dit gebied een van de snelst opwarmende golfstromen is op aarde, waarmee het lot van veel dieren is bezegeld. Slechts 10 procent van de papegaaiduikerkuikens overleefde het broedseizoen van 2013.

Florida
Soortgelijke ontwikkelingen vonden eind 2012 ook plaats voor de kust van Florida, waar opeens grote groepen alken werden waargenomen die daar normaal niet voorkwamen. De vogels zochten tevergeefs naar voedsel, wat uit noordelijk gelegen wateren was verdwenen. Na verloop van tijd spoelden steeds meer dode alken aan op de stranden van Florida, en er werden zelfs dode papegaaiduikers gevonden, die nooit eerder in Florida waren waargenomen.

Het is nog afwachten wat de zomer van 2014 gaat brengen, maar de klimaatrapporten van het IPCC beloven weinig goeds voor de toekomst, en daarmee voor het lot van vele diersoorten.

Papegaaiduikerkuiken heeft moeite met eten van botervis: 

Bron ©PiepVandaag.nl Bart van Riel