Foto: Vier Voeters

Door de kap van regenwoud voor palmolieplantages raken veel orang oetans in Indonesië ontheemd. Daarnaast loven palmoliebedrijven, die de dieren als een plaag zien, hoge beloningen uit voor dode orang-oetans. Hierdoor is de populatie tot een dramatisch dieptepunt gedaald.

De internationale dierenwelzijnsorganisatie Vier Voeters zet zich,  samen met BOS Foundation, al jaren in voor verweesde orang-oetans en zal nu de Indonesische regering steunen bij het redden van volwassen orang-oetans. Zondag werden de eerste twee dieren – een moeder en haar jong – op het nippertje van de dood gered. Gisteren werden zij uitgezet in een afgelegen en beschermd regenwoud.

Volgens de Indonesische media zijn er de afgelopen twee jaar honderden orang-oetans in Oost-Borneo gedood. Hun jongen worden gespaard voor de dierenhandel. VIER VOETERS en BOS doen er alles aan om deze dieren te bevrijden en ze naar het Samboja opvang- en revalidatiecentrum te brengen, waar ze worden klaargestoomd voor een leven in de vrije natuur.

Hoewel palmoliebedrijven jarenlang systematisch werden beschuldigd van hun aandeel in de verdwijning van orang-oetans, was er nooit hard bewijs. Tot in september 2011 massagraven werden ontdekt met beenderen van de apen. Het schandaal werd breed opgepikt door de Indonesische media en leidde tot geschokte reacties onder de bevolking. Ook politici kwamen eindelijk in actie.

Er volgden arresten, eerst alleen op laag niveau, maar als snel volgde de arrestatie van een senior manager van het palmoliebedrijf Khaleda. Dit bedrijf loofde 1 miljoen Indonesische roepies (circa 85 euro) uit voor elke gedode orang-oetan, een bedrag dat de laatste jaren honderden keren is opgeëist. De afgelopen twee maanden zijn er in totaal tien arrestaties geweest in deze zaak.

Vier Voeters ging op zoek naar overlevenden in het Khaleda-gebied en ontdekte dat hier circa een jaar geleden nog orang-oetans leefden, maar nu was er geen enkel spoor meer van de dieren. Het palmoliebedrijf had haar werk duidelijk grondig gedaan. Het team stond op het punt van vertrek toen ze een melding kregen dat zich aan de rand van het gebied nog twee orang-oetans bevonden. Daar aangekomen zagen ze een orang-oetanmoeder en haar jong, verstijfd van angst, omsingeld door een groep jonge mannen. ‘De timing had niet beter kunnen zijn,’ zegt Signe Preuschoft, primatendeskundige bij Vier Voeters. ‘Als we een uur, of zelfs maar tien minuten later waren gekomen, was het misschien al te laat geweest. De mannen waren dolblij de dieren aan ons te overhandigen… totdat ze erachter kwamen dat wij niet de verwachte beloning zouden uitkeren. Toen hadden we de dieren echter al in veiligheid gebracht. Gisteren hebben we ze voorzien van zenders vrijgelaten in een afgelegen en veilig regenwoud.’

Preuschoft heeft goede hoop dat er nog vele reddingsacties zullen volgen. ‘Eindelijk krijgt het onderwerp steun van zowel de politiek als de bevolking en de media. We hopen dat de vereende krachten zullen leiden tot het gemeenschappelijke doel: het voorkomen van het uitsterven van de orang-oetan, de dieren die zoveel op mensen lijken.’ 

Bron: Vier Voeters