Staatssecretaris Dijksma heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van het bruinvisbeschermingsplan in Nederland. Voor de komende vier jaar is er een wetenschappelijke adviescommissie ingesteld die waakt over de kwaliteit van het onderzoek.

bruinvis
Foto: Bas Kers / Foter.com / CC BY-NC-SA

De visserijsector kan aan de gang gaan met zogenoemde ‘pingers’ en camera’s. Onderwatergeluiden zijn prioriteit in het onderzoek om de bruinvis te beschermen. Deze kunnen mogelijk een bedreiging voor de bruinvissen zijn; denk bijvoorbeeld aan heiwerkzaamheden, sonargebruik en onderwaterexplosies. Hierover is naar sommige aspecten al onderzoek gestart, op andere zal dit nog gedaan worden. Momenteel is het onderzoek in opstartfase, maar in 2016 zullen de eindresultaten worden opgeleverd.

Door middel van monitoring en uitvoerig onderzoek moet er meer inzicht komen in de verspreiding en ontwikkeling van de bruinvispopulatie. Ook vliegtuigtellingen gaan een belangrijke rol spelen in het controleren en onderzoeken van de diersoort.

Het beschermingsplan wijst uit dat ‘bijvissen’ de grootste bedreiging is voor deze kleine zoogdierensoort. Volgens Dijksma is het daarom cruciaal om te weten welk materiaal er wordt gebruikt voor het vissen, in welke periodes van het jaar en in welk gebied dit gebeurt.

Aangespoelde, overleden, bruinvissen zullen pathologisch onderzocht worden door de Faculteit Dierengeneeskunde van de Universiteit Utrecht om doodsoorzaken vast te stellen.

Bron ©PiepVandaag.nl Brechje van Otterdijk