Zijn alle dieren gelijk of zijn mensen beter? Elma Drayer schreef in De Volkskrant dat we dieren teveel status toedichten. Ze wordt ‘giechelig’ van mensen als Antoinette Scheulderman, die zich hechten aan een huisdier, of Eva Meijer die zegt dat dieren ons, in hun eigen taal, vertellen wat hun behoeftes zijn. Ik vermoed dat Drayer, net als velen, aan de lage kant scoort op wat wetenschappers ‘human-animal continuity’ noemen: de gedachte dat we allemaal dieren zijn, dat iedere diersoort eigen kwaliteiten heeft en de ene soort niet beter is dan de andere, en dat de overgang van menselijke naar niet-menselijke dieren gradueel is.

mens-dier
Zijn mensen beter? | Foto: publiek domein

Dergelijke opvattingen, die een egalitaire kijk op soorten weerspiegelen, worden gemeten met stellingen als ‘Dieren kunnen lijden net als mensen’ en ‘In een ideale wereld zouden mensen en dieren op basis van gelijkwaardigheid behandeld worden’. Het tegendeel hiervan komt tot uiting in bijvoorbeeld ‘Dieren hebben geen bewustzijn’ en ‘Mensen zijn superieur aan dieren’. Mensen die hiermee instemmen hebben een meer hiërarchische kijk op soorten. In hun perceptie is er een grote, essentiële kloof tussen mens en dier en zijn dieren minderwaardig aan mensen.

Wederzijds onbegrip
De test volgt een normaalverdeling, dus de meeste mensen zitten ergens hier tussenin. Voor mensen als Drayer, die een wezenlijke kloof zien tussen mens en dier, is het moeilijk zich te verplaatsen in degenen die meer egalitair over dieren denken; die een emotionele band met dieren aangaan en zich aan dieren hechten zoals we ook met medemensen doen, of die proberen de taal van dieren te verstaan zoals we ook doen bij baby’s of mensen die een andere taal spreken.

Als je denkt dat er weinig omgaat in een dier, ligt het voor de hand dat je dit waarneemt als projectie van menselijke gevoelens op het dier, vergelijkbaar met wanneer iemand zich hecht aan bijvoorbeeld een robot. Omgekeerd begrijpen meer egalitair denkenden niet hoe anderen de gevoelens en natuurlijke behoeftes van dieren kunnen ontkennen. Vanuit hun perspectief is er juist sprake van menselijke projectie als een boer bijvoorbeeld zegt: ‘Die dieren hebben het prima, ze zitten lekker warm binnen, krijgen elke dag hun natje en hun droogje’. Dat zou hij zelf misschien fijn vinden, maar gaat voorbij aan de soorteigen behoeftes van het dier.

mens-dier
Proberen de taal van dieren te verstaan | Foto: BrittneyBush/flickr

Het wederzijds onbegrip lijkt moeilijk te overbruggen met argumenten. De kloof-denkers hebben Descartes, alle monotheïstische religies en het dominante denken binnen het kapitalisme aan hun kant; de egalitairen hebben inzichten uit de hedendaagse wetenschap aan hun kant. Het lijkt allemaal weinig uit te maken; het is een gevoel. Interessanter is daarom de vraag waar dat gevoel mee samenhangt.

Uit onderzoek weten we dat mensen die zijn opgegroeid met huisdieren meer egalitair over dieren denken. Deels is het dus vermoedelijk een kwestie van eigen ervaring met dieren als deel van het gezin. Verder scoren links georiënteerde kiezers en mensen zonder religie hoger op human-animal continuity en empathie met dieren. Er is ook een verband tussen empathie met mensen en met dieren, maar dat is zwak. Er zijn ook heel empathische mensen die gevoelsmatig weinig met dieren hebben.

mens-dier
Dieren als deel van het gezin | Foto: publiek domein

Machtsverhoudingen
Vrouwen zijn gemiddeld empathischer dan mannen, en bij empathie met dieren is dat verschil nog groter. Dat lijkt samen te hangen met hun meer egalitaire houding in het algemeen. Mannen zijn meer geneigd door een dominantie-georiënteerde bril te kijken (wie is wie de baas), vrouwen meer door een affiliatie-bril (met wie wil ik me verbinden). Dat uit zich in de manier waarop men naar dieren kijkt, maar ook naar menselijke groepen met een lagere status.

Vanuit de dominantiebril is er een sterkere neiging om bestaande machtsverhoudingen te legitimeren. Dat heeft effect in veel domeinen, zoals het denken over immigranten, klimaatverandering en natuurbescherming. Voor iemand als Trump – een prototypische dominantie-denker – zijn natuur, dieren, klimaat, vluchtelingen, allen minderwaardig en ondergeschikt aan het belang van zijn groep, zijn land en zijn soort. Dit weerspiegelt de overtuiging van dominantie-denkers dat de mens gerechtigd is alles wat niet-mens is te exploiteren of onderdrukken. De aarde, de natuurlijke hulpbronnen, de dieren, ze zijn er voor de mens.

Er zijn grote materiële belangen gemoeid met deze overtuiging, die ook flexibel wordt ingezet als rechtvaardiging: experimenteel onderzoek heeft aangetoond dat de kloof vaak selectief is en kan verschuiven, naargelang de belangen die op het spel staan. Rechts-conservatieve mensen in de VS zijn sterker geneigd klimaatverandering te ontkennen als ze de indruk hebben dat klimaatmaatregelen hun economisch belang schaden. Vleeseters kennen minder morele status toe aan dieren als ze net een vleessnack hebben gekregen dan na een zoutje, en minder aan dieren die eetbaar zijn (bv. varkens) dan niet eetbaar (bv. honden).

mens-dier
Ondergeschikt aan het belang van zijn groep | Foto: publiek domein

De grenzen tussen ‘wij’ en ‘zij’ kunnen dus schuiven en dat gebeurt ook binnen samenlevingen als geheel. Ooit bestond het idee dat vrouwen geen ziel hadden, net als dieren, en waren zwarte mensen niet ‘onze soort’. Wie weet had Drayer in de negentiende eeuw de activisten tegen slavernij ook wel lachwekkend gevonden. Lachen en bespotten kan een manier zijn om een bedreiging van de eigen superieure positie af te weren.

Maar de kloof tussen ‘wij’ en ‘zij’ is ontegenzeglijk rekbaar en aan verandering onderhevig, en het ziet ernaar uit dat de cirkel van ‘wij’ zich steeds verder uitbreidt. Zelfs de dominantie-denkers zullen daar uiteindelijk in mee moeten, nu de gevolgen van die denkwijze voor ons leefklimaat pijnlijk duidelijk worden.

Roos Vonk is hoogleraar psychologie en auteur en schreef ‘Je bent wat je doet‘. Haar Facebook-community voor dierenvrienden is Animal People Alliance.

  • Lees ook:

Eva Meijer: Dierentalen 6: We moeten met dieren in gesprek