De Rechtbank Den Haag heeft op verzoek van De Faunabescherming de ontheffing voor het doden van roeken in Zuid-Holland vernietigd. De ontheffing voldeed niet aan de vereisten van de wet.

roek
Foto: Wikimedia Commons, Martin Addison

Geen belangrijke schade
In april 2016 verleende de provincie Zuid-Holland een ontheffing voor het doden van roeken, waarbij deze vogels in de zuidelijke helft van de provincie in feite het hele jaar geschoten mochten worden op percelen met granen, maïs en fruit. Deze ontheffing werd aan de Faunabeheereenheid verleend op basis van het Faunabeheerplan. Hierin werd aangegeven dat er sprake zou zijn van 2000 broedparen. De Faunabescherming heeft daartegen beroep ingediend, aangezien er in het verleden vrijwel geen sprake is geweest van schade aan granen en maïs. Eventuele schade aan fruit kan worden voorkomen met alternatieve middelen, zoals angstkreten of netten. Wij hebben daarbij ook gewezen op het feit dat roeken in de eerste plaats vleeseters zijn. Zeker in de periode dat ze jongen hebben, eten ze vrijwel geen plantaardig materiaal. Ten slotte hebben wij erop gewezen dat er in de provincie Zuid-Holland sprake is van een forse afname van de aantallen.

Aantallen veel lager
Twee dagen voordat de zitting zou plaatsvinden in december 2016 heeft de provincie de rechtbank verzocht om de zaak aan te houden, aangezien er nieuwe informatie beschikbaar was gekomen. De rechtbank keurde dit uitstel goed. De zitting vond uiteindelijk half augustus 2017 plaats. In de tussentijd bleek dat het in het Faunabeheerplan genoemde aantal broedparen onjuist was en dat het in feite gaat om ongeveer 850 broedparen. Dat was voor de provincie echter geen aanleiding om de hele ontheffing in te trekken. Nee, de provincie besloot om een ‘afschotquotum’ vast te stellen. In de ontheffing werd toegevoegd dat er jaarlijks maximaal 40 roeken mogen worden geschoten. Dat zou de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar brengen, aldus de provincie, want in de periode 2007 tot 2013 werden er gemiddeld 40 roeken geschoten en was de stand stabiel gebleven. Wij gaven aan dat de stand helemaal niet stabiel is, maar daalt. Bovendien is de controle en handhaving van dit quotum natuurlijk volstrekt onmogelijk.

Uitspraak
De rechtbank was het gelukkig volledig met ons eens. Zo stelde de rechtbank dat de provincie niet had aangetoond dat het verlenen van deze ontheffing noodzakelijk is. Ook had de provincie de concrete dreiging van belangrijke schade onvoldoende onderbouwd. Bovendien meende de rechtbank dat niet aannemelijk was gemaakt dat de staat van instandhouding van de roek niet zal verslechteren door het afschot. De rechtbank vernietigde het besluit van de provincie en daarmee zijn de roeken in Zuid-Holland voorlopig veilig.

Persbericht Faunabescherming