Premier Rutte moet Nederland vertegenwoordigen op de Rio+20 conferentie over duurzame ontwikkeling. Daar roept de Partij voor de Dieren de premier vandaag toe op. Twintig jaar na de eerste grote VN-conferentie over de draagkracht van de aarde lijkt duurzame ontwikkeling namelijk verder weg dan ooit. Net als het tijdstip is ook de plaats van de Rio+20 symbolisch: ook die eerste internationale conferentie, in 1992, werd gehouden in Rio de Janeiro. Het is van het grootste belang dat juist de regeringsleiders bij elkaar komen om een ambitieus actieplan af te spreken: de toekomst van onze planeet staat op het spel.

In 1987 sprak de VN-Commissie Brundtland over de toekomst van de aarde en concludeerde dat ‘duurzame ontwikkeling de ontwikkeling is die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’ Het Brundtland-rapport leidde tot de eerste wereldwijde VN-conferentie over duurzame ontwikkeling, waar stevige ambities werden vastgelegd in verdragen. Wereldleiders spraken er af dat duurzame ontwikkeling centraal zou staan bij de verdere economische groei. Ook vanuit Nederland werd er toen een positieve bijdrage geleverd aan de onderhandelingen in Rio.

De Partij voor de Dieren heeft ervoor gezorgd dat de onderhandelingsinzet van twintig jaar geleden binnenkort naar de Kamer wordt gestuurd, als leidraad voor de inzet van de Nederlandse regering nu. Er is ambitie nodig, want veel van de in 1992 besproken problemen zijn daarna alleen nog maar verergerd. De opwarming van de aarde gaat door, grondstoffen worden steeds schaarser en plant- en diersoorten sterven in onrustbarende snelheid uit. Omdat we maar één planeet tot onze beschikking hebben, zullen we het tij snel moeten keren.

Nu alle landen twintig jaar na de eerste VN-conferentie opnieuw samenkomen in Brazilië om een mondiaal akkoord te sluiten over duurzame ontwikkeling is dat een kans die we met beide handen moeten grijpen om de uitputting van de aarde een halt toe te roepen. De Partij voor de Dieren wil dat er tijdens Rio+20 vergaande afspraken worden gemaakt over landbouw. Die sector zorgt voor de meeste vervuiling, maar is tot nu toe onderbelicht in duurzaamheidsvraagstukken. Juist daarvoor moeten afspraken komen: regionalisering van de voedselproductie, afremmen van de vleesconsumptie en kleinschalige, ecologische landbouw in plaats van massaplantages waarop gewassen overdadig met pesticiden worden bespoten.

Tot nu toe hebben nog maar weinig regeringsleiders toegezegd om bij de conferentie aanwezig te zijn. De milieuministers die in hun plaats komen, hebben echter te weinig bevoegdheid om werkelijk ambitieuze maatregelen te nemen. Hiermee lijkt de VN-duurzaamheidstop van te voren gedoemd tot mislukken. Esther Ouwehand: “Onze toekomst hangt af van de leefbaarheid van de aarde. Duurzaamheid zou bovenaan de prioriteitenlijst van onze regeringsleiders moeten staan. Rutte kan het goede voorbeeld geven door zijn agenda vrijmaken voor Rio+20 en andere regeringsleiders op te trommelen voor een serieus actieplan voor wereldwijde verduurzaming.”

Ook duurzame jongeren zijn een campagne gestart om de premier op te roepen om naar Rio+20 te gaan; #dusRuttenaarRio. De conferentie, in het kort Rio+20 genoemd, vindt plaats van 20 tot 22 juni 2012.

Bron: Partij voor de Dieren