Kun je je voorstellen dat er binnenkort geen wilde dieren zoals olifanten en neushoorns meer zouden zijn? Helaas wordt dit schrikbeeld realiteit als we nu geen effectieve maatregelen nemen om stroperij fors terug te dringen. Veterans Empowered to Protect African Wildlife (VETPAW) denkt hierop een antwoord te hebben: Amerikaanse oorlogsveteranen zetten hun training en ervaring in om tegenstand te bieden aan de golf van geweld jegens Afrikaanse wilde dieren.

Veteranen
© Burrard-Lucas Photography

Stropers zijn allang geen kruimeldieven meer; door de georganiseerde misdaad worden kwetsbare dieren en masse gedood. Gewapend met kalashnikovs slachten gewetenloze moordenaars hele kuddes olifanten en neushoorns tegelijk af, soms zelfs vanuit helikopters.

VETPAW is opgericht door veteraan Ryan Tate, die na zijn diensttijd zeer getroffen werd door de wreedheid van stroperij en de verhalen over rangers die werden gedood terwijl ze hun best deden dieren te beschermen. Hij besloot zijn expertise in te zetten om de massale stroperij terug te dringen door Afrikaanse rangers te trainen en te ondersteunen. Meer militairen voelden zich aangetrokken tot zijn gewaagde plan: inmiddels bestaat zijn team uit zeker negen mensen en stromen de sollicitaties binnen.

Een van de veteranen ter plaatse in Tanzania en vooralsnog de enige vrouw in het team is Kinessa Johnson, een monteur en wapenexpert die vier jaar in Afghanistan diende.

“Het is niet onze intentie iemand kwaad te doen, we zijn hier om parkrangers te trainen, zodat zij stropers kunnen traceren en aanhouden, waardoor stroperij uiteindelijk verhinderd wordt.”

Johnson vermoedt dat de aanwezigheid van VETPAW al een afschrikwekkend effect heeft, aangezien de veteranen merken dat stroperij daalt zodra hun aanwezigheid bekend is.

VETPAW werkt nauw samen met rangers, nationale parken en overheden. De militairen geven onder meer tactisch advies, gaan mee op patrouille, en zorgen ervoor dat de rangers de beste uitrusting hebben om het gevecht aan te gaan met goed bewapende stropers.

Gemiddeld wordt elk kwartier een olifant gedood voor zijn ivoor, en elke zeven uur een neushoorn voor zijn hoorn. Door de absurde vraag uit Azië naar lichaamsdelen van deze wilde dieren stevenen we af op een ramp. Inmiddels is bijna het punt bereikt dat het aantal gedode neushoorns het aantal geboortes overtreft en is de kans reëel dat er omstreeks 2025 bijna geen wilde olifanten en neushoorns meer zijn. In sommige Afrikaanse landen, zoals Senegal en Sierra Leone, zijn olifanten uitgestorven. Ook leeuwen en berggorilla’s hebben ernstig te lijden. Leeuwen zijn voornamelijk de klos vanwege conflicten met landbouwers en verlies van leefgebied. Inmiddels zijn ze in zeven Afrikaanse landen uitgestorven. Er zijn nog maar 900 berggorilla’s, vanwege habitatverlies en de verkoop van babygorilla’s. Niet alleen zou het verlies van deze dieren een tragedie zijn vanwege de iconische diersoorten zelf, maar ze vervullen ook een cruciale rol in het ecosysteem.

De hebzucht van gefortuneerde Aziaten lijkt geen grenzen te kennen, door de vraag naar slagtanden, neushoornhoorn, maar ook vellen van Grévyzebra’s (inmiddels ook een bedreigde diersoort), is er geen tijd meer te verliezen.

Bronnen: VETPAW, 11alive ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde