Biodiversiteit is de samentrekking van biologische diversiteit. Met deze term wordt de gehele omvang van de levende natuur bedoeld. De variatie aan dieren, planten, microben en ecosystemen, maar ook de diversiteit binnen deze groepen. Hoe komt het dat deze diversiteit zo sterk afneemt en waarom is het zo belangrijk hier een stokje voor te steken? Dit artikel is het eerste van een minireeks van twee ter ere van de internationale dag van de biodiversiteit op 22 mei 2021.

biodiversiteit
Het belang van biodiversiteit | Foto: Pixabay

Waarom mag de biodiversiteit niet afnemen?

Het meest voor de hand liggende antwoord op deze vraag is natuurlijk dat alle dieren het recht op leven hebben en dat we geen dier- of plantensoorten verloren willen zien gaan. Echter is er nog een essentiëlere reden voor het behoud van de biodiversiteit, namelijk het in evenwicht houden van onze ecosystemen. Deze bestaan uit een samenhang van natuurlijke kringlopen binnen een gebied, zoals in onze oceanen, bossen, graslanden en regenwouden.

Dieren spelen een grote rol in de consumptie en het deponeren van voedingsstoffen en maken dus een belangrijk deel uit van verschillende essentiële cycli, tevens vaak van ecosysteemdiensten; bijvoorbeeld insecten bij het bestuiven van gewassen. Vallen zij weg, dan heeft dit ernstige gevolgen voor de voortplanting van deze gewassen en voor de voedselvoorraad voor dier en mens.

Insectenpopulatie krimpt wereldwijd in rap tempo

Planten zorgen weer voor de omzetting van water, CO2 en stikstof in zuurstof en voedsel, waaronder eiwitten. De afname in biodiversiteit heeft daarom een direct effect op deze natuurlijke kringlopen.
De overmaat aan schadelijke emissies van gemotoriseerd verkeer en industrieën verstoort het natuurlijk evenwicht en versnelt de opwarming van de aarde. Welke gevolgen heeft dit voor de biodiversiteit?

Verlies van diersoorten door de mens

Dieren leven in evenwicht met het ecosysteem van hun habitat. Om te overleven, zijn zij afhankelijk van verschillende factoren. Zo moet er voldoende water, voedsel en beschutting aanwezig zijn. Klimaatverandering kan de aanwezigheid van deze natuurlijke hulpbronnen verstoren, bijvoorbeeld door een toename van droogte of een sterke daling van de temperatuur. Momenteel zijn er al gebieden met extreme droogte, waardoor er voedselschaarste heerst voor dieren en het verbouwen van bepaalde gewassen onmogelijk is geworden. Daarnaast kan de beschutting verdwijnen, bijvoorbeeld door boskap of verzuring van het oceaanwater.

Natuurlijke vijanden vormen ook een gevaar voor het overleven van een bepaalde dierenpopulatie. Bij een sterke toename of afname van een soort, kan een andere diersoort de overhand krijgen of juist helemaal verdwijnen. Denk maar eens aan een jager die vossen afschiet. Vossen eten konijnen en worden daarom ook gezien als natuurlijke concurrenten van jagers. Door het jagen op vossen wordt een kettingreactie in gang gezet. Daalt het aantal vossen in een gebied, dan groeit de konijnenpopulatie. Meer konijnen zullen strijden voor dezelfde voedselvoorraad. Indien de jager de konijnen afschiet, neemt deze populatie af en komen de vossen in voedselnood of vangen zij meer vogels als prooi. Hierdoor kan de vogelpopulatie in het gebied afnemen.

Het komt ook voor dat de mens een predator introduceert in een gebied waar deze soort niet thuishoort. Zo is de nijlbaars, een zoetwatervis die eigenlijk in de Nijl thuishoorde, in de jaren vijftig losgelaten in het Victoriameer in Oost-Afrika. Deze roofvis heeft gezorgd voor het uitsterven van meer dan tweehonderd lokale vissoorten.

Verzuring van oceanen door CO2-uitstoot

Vaak is de mens verantwoordelijk voor verstoringen in ecosystemen, met name door de grote CO2-uitstoot. Deze zeer schadelijke stof komt uiteindelijk in onze oceanen terecht, waardoor de biodiversiteit sterk afneemt.

Zelfs de kleinste waterorganismen in zee, zoals plankton, vormen een belangrijke schakel in ons bestaan. Fotosynthetische organismen maken zuurstof en waterflora dient als voedsel en beschutting voor mariene dieren. Door de te grote hoeveelheid CO2-uitstoot verzuren onze oceanen. In zuur water lost calcium op. Koraal, weekdieren, krabben en kleine organismen gebruiken calcium als hun bouwstenen. Zij kunnen zich dus niet handhaven in een verzuurde oceaan. Zonder koraalrif als barrière tussen zee en land, zal de kust slijten door tropische stormen en niet worden beschermd tegen de stijgende zeespiegel.

Daarmede brengt de mens nog meer schade toe aan het waterleven, door overbevissing, kwekerijen en vervuiling. Als gevolg van deze activiteiten sterven veel mariene dieren.

Nutriëntarme bodem door vee-industrie

De vee-industrie is verantwoordelijk voor een uiterst grote bijdrage aan bodemverzuring door het gebruik van ammoniak in kunstmest, eveneens voor de uitstoot van broeikasgassen als CO2 en stikstof in de vorm van lachgas. Vee eet sojavoer afkomstig uit het prachtige Amazoneregenwoud, waar bomen plaats moeten maken voor landbouwgronden. De afname van vegetatie in dit unieke ecosysteem, betekent een afname van zuurstof en luchtzuivering, tevens een toename van CO2, habitatverlies van vele diersoorten en het uitsterven van flora en fauna.

 

Bij het gebruik van kunstmest spoelt stikstof uit de bodem weg, waardoor er een stikstofgebrek
ontstaat in de bodem. Planten nemen minder stikstof op en dieren die deze planten eten, krijgen minder eiwitten binnen. Vogels leggen hierdoor zwakke eieren en het nageslacht overleeft het zelfs vaak niet. De vogelpopulatie neemt dan af.

Een verzuurde bodem zorgt daarnaast voor een slechte begroeiing van bepaalde plantsoorten,
waardoor dieren hun habitat verliezen en hun voedselvoorziening reduceert. Uiteindelijk komt de uitgespoelde stikstof in natuurlijke waterbronnen terecht, waar deze de algenbloei stimuleert. Deze overmaat aan algen veroorzaakt een zuurstoftekort in het water, waardoor waterdiertjes en -planten stikken. Op deze manier ontstaat er een aaneenschakeling van rampen.

Van ego naar eco

Het is van groot belang dat de biodiversiteit niet verder afneemt. Het wegvallen van bepaalde dierenpopulaties of -soorten creëert verstoringen in de ecosysteemdiensten die van belang zijn voor de kwaliteit van voedsel, water en lucht. Het menselijk gedrag verstoort de natuurlijke kringlopen met onomkeerbare schadelijke gevolgen voor deze cycli en voor diersoorten die het leven op aarde mogelijk maken.

De antropogene blik op de wereld moet plaats gaan maken voor een ecologische visie waarin wij als mens begrijpen dat de mens slechts onderdeel uitmaakt van de ecosystemen op aarde en de verantwoordelijkheid draagt de nog overgebleven biodiversiteit zoveel mogelijk te beschermen.

Bronnen:

Het belang van biodiversiteit (2)

©AnimalsToday.nl Jennie Cools