Een Indonesisch programma voor sociale bosbouw, dat plaatselijke gemeenschappen toegang geeft tot het beheer van de bossen, heeft niet geleid tot een vermindering van de lokale ontbossing. Bosverlies is in deze gemeenschappelijk beheerde gebieden zelfs toegenomen, zo blijkt uit een nieuwe studie.

ontbossing
Gemeenschappelijk bosbeheer leidt alsnog tot ontbossing in Indonesië | publiek domein (CC0)

Mogelijke verklaringen voor de toename van de ontbossing zijn een gebrek aan capaciteit en middelen voor de gemeenschappen om de bossen duurzaam te beheren, en een gebrek aan financiële stimulans om niet te kappen.

Sociale bosbouw-experiment

Het programma is een van de grootste sociale bosbouw-experimenten van zijn soort en heeft als doelstelling om 12,7 miljoen hectare staatsbos opnieuw toe te wijzen aan plaatselijke gemeenschappen en hen de bevoegdheid te geven over de bossen. Deze beheerrechten staan bepaalde activiteiten wel toe, zoals het verzamelen van andere bosproducten dan hout (zoals honing), agrobosbouw en ecotoerisme, alsmede beperkte houtkap voor niet-commerciële doeleinden. Deze selectieve kapactiviteiten zijn alleen toegestaan in gebieden die zijn aangewezen als productiezones.

In het kader van het programma heeft de regering sinds augustus 2021 al aan 1 miljoen huishoudens grondbewijzen verleend voor 4,7 miljoen hectare staatsbos. Maar uit een analyse van Duitse denktank Mercator Research Institute on Global Commons and Climate Change (MCC) blijkt dat het programma niet heeft geleid tot een vermindering van het bosverlies. Dit ondanks het feit dat het sociale bosbouwprogramma door de regering wordt aangeprezen als een van de factoren die bijdragen aan een daling van het ontbossingspercentage in het land.

Gebrek aan financiering

Een van de redenen waarom de ontbossing op deze gemeenschapsgronden aanhoudt of zelfs toeneemt, is de afwezigheid van gedeelde sociale structuren of formele regels die de toegang tot de bossen en het gebruik ervan regelen, aldus de onderzoekers.

Als gevolg daarvan hebben mensen open toegang tot de bossen en handelen ze waarschijnlijk volgens hun eigenbelang in plaats van het algemeen belang van alle gebruikers. Om dit probleem op te lossen zijn sterke en doeltreffende instellingen nodig op dorps- of gemeenschapsniveau, die kunnen zorgen voor gezamenlijke regels en de naleving hiervan. Maar aan dit soort instellingen ontbreekt het juist bij veel van de Indonesische gemeenschappen.

Daarnaast is het mogelijk dat het programma voor sociale bosbeheer door dorpelingen en gemeenschapsleden wordt gezien als een teken van verminderde aanwezigheid van de overheid, en dus van een lager risico op sancties als het rooien van land voor landbouw. Dit kan ertoe leiden dat gemeenschappen meer geneigd zijn om in hun land te investeren, en deze investering kan de vorm aannemen van het ontginnen van land om er de meest lucratieve gewassen te planten.

Ahmad Dhiaulhaq, een postdoctoraal onderzoeker op het gebied van bos- en landbeheer aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zuidoost-Aziatische en Caribische Studies (KITLV), vertelt over de situatie:

“Misschien wordt niet in hun behoeften voorzien door te vertrouwen op de bossen, en hebben ze dus geen andere optie dan ze te kappen.”

Ingrediënten voor succes

Om te bepalen welke voorwaarden nodig zijn om wel succes te bereiken met deze en soortgelijke programma’s, zullen volgens co-auteur en klimaatwetenschapper Sabine Fuss meer studies nodig zijn. Volgens Ahmad moet het programma voor sociale bosbouw in ieder geval rekening houden met de heterogeniteit van de plaatselijke en inheemse gemeenschappen in Indonesië. Hij zegt:

“Voordat we vergunningen voor sociale bosbouw verlenen, moeten we een grondige evaluatie uitvoeren. We moeten kijken naar wat de gemeenschappen nodig hebben, wat hun doelstellingen zijn bij het beheer van hun bossen. En dan moeten ze ook hun capaciteit vergroten.”

Bovendien moet de regering de sociale bosbouwgebieden beter controleren, voegde Ahmad eraan toe.

“Er moet voortdurend toezicht zijn, zodat problemen zoals ontbossing onmiddellijk kunnen worden opgespoord. Laat ontbossing dus niet op grote schaal gebeuren voordat je het hebt ontdekt.”

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Meia van der Zee