Sinds 2013 worden de bijen en zweefvliegen in het Land van Wijk en Wouden, onderdeel van het Groene Hart in Zuid-Holland, in de gaten gehouden. In het kader van project Groene Cirkel Bijenlandschap wordt door een grote groep betrokken partijen gewerkt aan de uitbreiding van het aantal bloemen en insecten. Recent verscheen een rapport van de tweede drie-jaarlijkse meting. Worden de doelen bereikt?

bijenlandschap
Het Bijenlandschap bij Leiden boekt succes: wederom meer bijen waargenomen | Foto: Pixabay

Het Land van Wijk en Wouden ligt tussen Leiden, Leidschendam-Voorburg, Alphen aan den Rijn en Zoeterwoude. Dit landelijke gebied bestaat uit typisch polderlandschap met weiden en akkers. Grote delen van dit land zijn bloemenarm en trekken daarom minder bijen en andere bloembezoekers aan. Om daar verandering in aan te brengen is een unieke samenwerking gestart tussen de provincie Zuid-Holland, bedrijven (Heineken), kennisinstituten (zoals Alterra), gemeenten, vrijwilligersorganisaties en boeren. Het project Bijenlandschap moet bloemen en insecten in het gebied aantrekken, om bij te dragen aan bestuiving, biodiversiteit en landschapsbeleving.

Bijen en zweefvliegen

Dan wil je natuurlijk wel weten of de inspanningen vruchten afwerpen, daarom wordt de situatie gemonitord. Na een nulmeting gericht op bijen en zweefvliegen op ruim veertig locaties in 2015, is de meting op vergelijkbare wijze herhaald in 2018 en 2021. Bij de laatste opname bleken er ten opzichte van 2018 nauwelijks nieuwe soorten bijgekomen te zijn, het aantal is gestabiliseerd op 97 bijen- en 85 zweefvliegsoorten. Kijkt men echter naar de soortverspreiding, dan blijkt dat de bijen zich versterkt hebben en in meer locaties met meer soorten voorkomen. Een duidelijke verrijking van de bijenpopulatie, die in de periode ervoor ook al met 34 procent was toegenomen. De zweefvliegen laten een gematigder beeld zien, daar was geen sprake van vooruitgang of achteruitgang. De aantallen blijven gelijk.

Andere doelsoorten

De onderzoekers keken niet alleen naar het totaal aantal soorten, maar identificeerden vooraf enkele specifieke doelsoorten waarvan ze de komst of terugkeer graag zouden zien. Van de acht gekozen doelsoorten heeft de weidebij zich vermeerderd, en dat lijkt ook te gelden voor de geelstaartklaverzandbij. De klaverdikpoot en de zwartgespoorde houtmetselbij werden in 2018 voor het eerst aangetroffen en hebben zich in de drie afgelopen jaren gehandhaafd. De veenhommel werd in 2018 nog wel gezien, maar is helaas in 2021 niet meer aangetroffen. Op drie doelsoorten wordt nog met smart gewacht: daarvan is de zwartbronzen houtmetselbij al bij Den Haag gezien, en is die misschien onderweg naar het Bijenlandschap. De moshommel (zie video hieronder) en de zandhommel zitten nog ten zuiden van Rotterdam. Met extra maatregelen wordt geprobeerd ook hen over de streep te krijgen.

En een paar verrassingen

De telling leverde een paar verrassingen op. Bijzonder zijn de waarnemingen van de gebandeerde dwergzandbij en de kleine lookmaskerbij. Hun voortbestaan is inmiddels ernstig bedreigd en ze worden dan ook niet vaak meer gezien. En de zeldzame kortsprietkorsetzweefvlieg heeft zich in het Bijenlandschap gevestigd. Een populatie van deze moerasliefhebber heeft een plekje gevonden aan de Elfenbaan bij Zoeterwoude-Rijndijk. Samen met vele anderen want op deze natte strook grond tussen de N11 en de spoorlijn is na enkele bijvriendelijke ingrepen het aantal bijensoorten gestegen van zeven naar zeventien. Binnen één jaar, zo snel kan het gaan.

https://twitter.com/WillemMilieu/status/1486245754104688641

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Laura Lancée