Een aantal relatief recente onderzoeken wijst uit dat bijna iedere huishond in meer of mindere mate last heeft van verlatingsangst. Daarbij zitten hele extreme gevallen, maar het betreft ook honden waarvan de eigenaren ervan overtuigd waren dat hun hond op dat gebied geen problemen had. Maar volgens deze onderzoeken vertoont ook deze laatste groep dus wel degelijk stresssignalen.

verlatingsangst
Foto: publiek domein

De grondslag hiervan ligt in de mate van binding tussen mens en hond. Een (te) sterke binding kan de oorzaak zijn van deze stresssignalen. Doorgaans wordt de oplossing gezocht in het geleidelijk laten wennen aan het alleen zijn. De aangeboden methode is dat de eigenaar, zeker in het geval van heftige en aanhoudende uitingen van stress (huilen, blaffen, slopen..) steeds iets langer wegblijft om vervolgens precies voordat de hond de stresssignalen geeft, terug te keren.

Bijvoorbeeld:

  • U legt de hond op zijn eigen plaats en beloont hem;
  • Wanneer dit werkt, neemt u langzaam aan meer afstand tot de hond;
  • De volgende stap: u gaat op de gang staan en als de hond even ontspannen blijft, beloont u hem;
  • Als dat lukt, kunt u voorzichtig de stap maken om door de voordeur naar buiten te gaan, u keert snel terug om de ontspanning te belonen;
  • Tussen elke stap neemt u de tijd om te blijven werken aan succes, leg de lat niet te hoog. De tijd die het uiteindelijk nodig heeft, kan sterk variëren al naar gelang het karakter van de hond;
  • Bij een terugval gaat u twee stappen terug en bouwt u het geleidelijk weer op;
  • Dit blijft u herhalen, totdat de hond enkele uren alleen kan blijven.

Theorie versus praktijk (realiteit)

Een goede voorbereiding is hierbij het halve werk! Zorg ervoor dat u iemand heeft of inhuurt om uw boodschappen te doen en eventueel de kinderen naar school te brengen. Bericht vervolgens uw werkgever dat u ontslag neemt of informeer naar de mogelijkheid van onbetaald verlof, misschien zelfs een sabbatical. Zorg er verder voor dat u alle andere zaken en personen die deel uitmaken van uw dagelijks leven, maar die de training mogelijk negatief beïnvloeden, tijdelijk uit uw leven bant! Als uw hond c.q. pup na een lange periode trainen alleen thuis kan blijven, dan kunt u eventueel voorzichtig aan weer andere dingen in uw leven oppakken. Zoals uw eigen kinderen weer zelf naar school rijden, de sportschool bezoeken of weer eens afspreken met vrienden of familie.

Bovenstaande raad wordt in de hondenwereld vaak gegeven. En hieruit blijkt precies waaruit het grootste probleem voor onze honden tegenwoordig bestaat: uit het menselijke onvermogen om de uitkomsten van theoretisch onderzoek te vertalen naar de realiteit van de dagelijkse praktijk.

Onderzoekers stellen vaak kaders die in een ‘steriel’ onderzoek wel kunnen, maar weinig tot soms geen raakvlakken hebben met de werkelijkheid waarin we leven.

Bovendien is het uitgangspunt in deze onderzoeken dat het welzijn van een hond alleen dan gewaarborgd is, als deze geen stresssignalen vertoont. Maar dat is een aanname die al helemaal niet klopt! Stress en signalen van stress of welke spanningsvorm dan ook, zijn onderdeel van het leven. Het idee dat alles stressvrij moet zijn om welzijn te garanderen is een heel vreemd idee! Als je bij mij zo nu en dan geen stresssignalen meer zou waarnemen… nou dan is mijn leven ver over denk ik… En van iemand die in grote spanning (dus stuiterend van de stress) een WK-finale zit te kijken, kun je toch ook niet zeggen dat zijn leven alleen daarom al dramatisch is?

Invloed hebben op is niet hetzelfde als schuldig zijn aan!

Een hond die werkelijk in angst is bij het alleen blijven, is iets anders dan een hond die onrust laat zien wanneer hij alleen thuis is. Even een uitstapje naar onze wereld, mensenbaby’s: uit een onderzoek naar huilbaby’s blijkt dat 97 procent geen lichamelijke oorzaak heeft die ten grondslag ligt aan het huilen. Tijdens een opname op de kinderafdeling ziet men dan ook vaak binnen een paar dagen een normaal huilpatroon ontstaan. Het is duidelijk dat de omgeving een enorme invloed heeft op het ontstaan van dit huilen. ‘Invloed hebben op’ betekent overigens niet hetzelfde als ‘schuldig zijn aan’! Maar het betekent wel dat je vaak zonder het zelf te weten een oplossing in handen hebt! Natuurlijk liggen niet in alle gevallen omgevingsfactoren aan de basis  van huilgedrag: er zijn soms ook gewoon lichamelijke oorzaken. Een voorbeeld hiervan is de mate van angst en/of stress die tijdens de zwangerschap door een moeder wordt ervaren, waardoor het ongeboren kind wordt blootgesteld aan een overmaat aan stresshormonen. De overproductie van deze hormonen heeft wel degelijk een negatieve invloed op de fysieke gesteldheid van een kind. Dit is een parallel die we zonder probleem kunnen doortrekken naar de broodfokkerij. Ook deze moeders leven in angst en geven daardoor vaak al schade door aan de ongeboren pups.

  • Voor de nuances bij huilbaby’s lees ook even deze link!

Waar de ziekenhuisopname voor huilbaby’s een belangrijke bijdrage is aan de oplossing, geldt dat voor honden een tijdelijke opname in het Training&Transformation Center enorm bijdraagt aan het verminderen van ‘verlatingsangst’!

Los van een eventuele fysiologische oorzaak, hebben omgangspatronen dus een enorme invloed op het gedrag van de pup, hond of kind. De rode draad hierin is veiligheid en bescherming. Waar gaat het dan vaak mis met pups? Het gaat dus vaak mis vanwege adviezen die in de praktijk niet haalbaar zijn. Maar ook wordt vaak helemaal niet de juiste oorzaak aangehaald. De meest voorkomende reden dat pups stress ervaren tijdens het alleen zijn, is het voorliggende patroon waarin er een enorme aandacht is voor de nieuweling. Deze overmaat aan aandacht vindt al helemaal plaats wanneer  er activiteit  is om naar buiten te gaan, bijvoorbeeld bij zindelijkheidstraining. Al snel ontstaat de gewoonte dat als de groep zich verplaatst, de pup mee mag of moet. Zodra dit verankerde patroon doorbroken wordt, ontstaat er stress. Deze uiting van stress is echter geen spanning ten gevolge van het alleen zijn, maar stress die ontstaat doordat een snel ingesleten gewoonte onderbroken wordt. En al in de eerste levensfase bouwen zowel wij als honden echt razendsnel gewoontes op. Daarbij mag duidelijk zijn dat het ene individu daarvoor ontvankelijker is en sterker reageert op het onderbreken van deze patronen dan het andere. Ga maar eens aan de andere kant van het bed liggen als je gaat slapen, dan voel je direct dat er iets niet klopt, en de impact die deze verandering bij iemand teweegbrengt wordt door sommigen nu eenmaal sterker ervaren dan door anderen. De één merkt het een beetje, de ander kan simpelweg niet in slaap komen aan de andere kant van het bed…

Het is een natuurlijk gegeven dat een dier zich veilig moet voelen in de eigen omgeving, het territorium of gegraven hol. Er moet immers een redelijk mate van ontspanning bestaan voor het dier om te kunnen rusten en in slaap te vallen. Het bieden van voldoende rust in de eerste weken (vanaf dag één!), maakt dat de eigen omgeving als veilig wordt ervaren en dat de gewoonte van veiligheid en rust wordt uitgebouwd, verankerd en geïnternaliseerd. Dan is er ook geen gewoonte die onderbroken hoeft te worden en ontstaat er geen stress.

Daarnaast moeten we leren om te accepteren dat de uitgangspunten in allerlei onderzoeken niet altijd zonder meer toepasbaar zijn in de dagelijkse realiteit. Onze levens kunnen nu eenmaal heel erg van elkaar verschillen, net als de honden die deel uitmaken van ons bestaan. De vertaling en interpretatie van theoretische kennis naar de realiteit, moet men daarom niet overlaten aan de theoreticus van het onderzoek, maar aan de praktijkmensen die met beide benen in de – niet altijd leuke en perfecte – realiteit staan.

©AnimalsToday.nl Bert van Straten, Pack Leader