Is een hond nog wel een huisdier? Voor mij allang niet meer, want dagelijks ervaar ik tijdens mijn werk en huisbezoeken, dat een hond veel meer een gezinslid is geworden.

huisdier
© Pack Leader

Begrijpelijk voor sommigen en onbegrijpelijk voor anderen. Wanneer ik het heb over de gevoelens die ik voor mijn honden heb – deze gevoelens voor een dier worden vaak uitgedrukt in ‘gehecht zijn aan’ of ‘geven om’, -… nou ik hou gewoon van mijn honden! Soms geeft dat de reactie dat dit helemaal niet kan, omdat het nu eenmaal maar een hond is. Maar de zin “ik hou van mijn hond” gaat niet over de hond, maar over het feit dat ik ervan hou. En ik kan nu eenmaal van mensen, dieren en dingen houden. Het gaat dus over mijn eigen gevoel en niet over dat van de hond! Best vreemd eigenlijk dat iemand met één opmerking, “het is maar een hond” de indruk wil wekken mensen ver boven dieren te zetten, maar tegelijkertijd met één beweging het gevoel en emoties van diezelfde mensen zonder enig probleem van tafel kan vegen…

Onder de hondenbezitters zijn de meningen dus verdeeld. De ene persoon ziet de hond als een huisdier, terwijl de andere de hond veel meer als lid van het gezin beschouwt. Beiden zullen het er doorgaans over eens zijn dat hun hond bescherming en zorg nodig heeft. Maar hoe anders wordt er in de samenleving als geheel over de hond gedacht! De hond wordt daarin een zeer aparte status toegekend, die zelfs uniek is in de dierenwereld. Honden worden namelijk als enige diersoort verantwoordelijk gehouden voor hun eigen gedrag. Een hond die voor overlast zorgt door bijvoorbeeld overmatig te blaffen, daaraan heeft de omgeving al snel een hekel. Binnen de kortste keren wordt het dier een k*thond genoemd. Blijkbaar is ‘houden van’ raar, maar een hekel hebben aan….., tja,…dat kan dan weer wel… Maar wat nu eigenlijk raar is, is dat niet een persoon verantwoordelijk wordt gehouden voor de overlast – zoals we met andere vormen van overlast wel doen – maar de hond zelf.

Zo kan het zomaar gebeuren dat een hond, bijvoorbeeld een Duitse Herder, in beslag genomen wordt, nadat hij op straat volkomen onverwacht twee mannenhanden over zijn kop voelt gaan, met de uitroep “héé hondjeee!!” Als hij daarop van schrik van zich afbijt met tot gevolg drie hechtingen in de hand van de ‘ongewenste aaier’, dan wordt de herder in beslag genomen (lees: gevangen gezet), getest (door middel van allerlei vreemde psychologische testen) en als hij deze niet doorkomt, dan volgt de doodstraf (euthanasie). Over de hond in dit voorbeeld wordt gesproken als over een persoon, over een individu die zelf verantwoordelijk is voor zijn gedrag.

Maar wat nu als iemand op straat naar een paard loopt en het dier vervolgens op zijn achterste slaat met de tekst “héé dikbil!!” En dat dit paard zo iemand vijf gebroken ribben schopt? Dan roept iedereen “ja hallo zeg, wie gaat er dan ook achter een paard staan!?” In het geval van het paard is deze helemaal niet verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. En hij wordt niet in beslag genomen, niet getest en niet gedood! Hetzelfde geldt voor katten die krabben, papegaaien die bijten en kangoeroes die een klap uitdelen. Geen van deze diersoorten is verantwoordelijk voor het eigen gedrag. Waarom gaat dit voor honden dan niet op?

De wetenschap dat honden deze bijzondere status hebben gekregen, betekent dat de prioriteit in de omgang met honden bij opvoeding moet liggen. Dit is belangrijker dan het trainen waarin het uitgangspunt het aanleren van commando’s is. Je kunt een vogel wel ‘koppiekrauw’ leren, maar dat is iets anders dan dat je aan het opvoeden bent en uitlegt wat er wel kan en wat niet. In mijn boek dat binnenkort verschijnt, ga ik dieper in op de relatie tussen mens en dier en laat ik zien dat het opvoeden van honden een hele andere communicatie vergt dan het trainen van een hond.

©PiepVandaag.nl Bert van Straten, Pack Leader