Apen in het Braziliaanse Amazonegebied passen hun roep aan om beter met hun buren te kunnen communiceren, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Dit overnemen van het ‘accent’ van de andere soort doen ze wanneer ze zich in een gedeeld territorium bevinden.

accent
Apen nemen ‘accent’ van andere soort over | Een roodhandtamarin | Foto: Mathias Appel/flickr

De wetenschappers onderzochten het gedrag van vijftien groepen van twee verwante primatensoorten ter grootte van ongeveer een eekhoorn: het mantelaapje (Saguinus bicolor) en de roodhandtamarin (Saguinus midas).

Het ernstig bedreigde mantelaapje – een soort met een zwart, onbehaard gezicht en verder een wit en amandelkleurige vacht – leeft voornamelijk alleen nog rond de stad Manaus. De roodhandtamarin, die goudgele handen en voeten heeft en verder met een zwarte vacht is bedekt, is te vinden in het noordoostelijke gedeelte van het Amazonegebied. Het mantelaapje wordt steeds zeldzamer en de roodhandtamarin profiteert hiervan door zijn leefgebied uit te breiden.

accent
Het ernstig bedreigde mantelaapje | Foto: Tjarko Busink/flickr

Roepjes

In tegenstelling tot de mens gebruiken andere primaten geen verschillende talen. In plaats daarvan hebben zij een vast aantal ‘roepjes’ die ze in verschillende contexten gebruiken, zoals waarschuwingen voor roofdieren en paringsvoorstellen. Ze kunnen geen nieuwe roepjes leren met een geheel andere betekenis, aldus dr. Jacob Dunn, universitair hoofddocent evolutiebiologie aan de Anglia Ruskin University en auteur van de studie. Wel kunnen ze dus subtiele aanpassingen maken.

Door opnames te vergelijken van de roep van de twee soorten op drie locaties – plaatsen die alleen bewoond worden door een van de twee soorten en gebieden die bewoond worden door beide soorten – ontdekten de onderzoekers dat de roodhandtamarin de roep van hun buren in de gedeelde regio overnamen. Dunn:

“Je hebt een roep nodig die door die andere soort begrepen kan worden, zodat je territoriale geschillen kunt regelen. Ze moeten misschien ’tomahto’ zeggen in plaats van ’tomayto’ – dat is het soort nuance in het accent, zodat ze elkaar echt kunnen begrijpen. En dus spelen ze een beetje binnen de beperkingen. Ze kunnen de roep langer maken of iets hoger of lager van frequentie, of een beetje harder of een beetje meer tonaal. Ze kunnen het geluid een beetje veranderen, maar in wezen zeggen ze nog steeds dezelfde ‘woorden’.”

Waarom de roodhandtamarin zich meer aanpast aan het mantelaapje dan andersom, is het onderwerp van lopend onderzoek. De roodhandtamarin staat wel bekend om zijn relatief luidruchtige territoriaal gedrag, dus mogelijk ligt de oorzaak in die natuurlijke aanleg, speculeerde Dunn.

Bronnen:

© AnimalsToday.nl Meia van der Zee