Duizenden Nederlanders speuren naar recordaantal bijen in de tuin tijdens vierde Nationale Bijentelling

Leiden, 18 april – Opnieuw telden duizenden Nederlanders mee tijdens de Nationale Bijentelling afgelopen weekend. Het weer was zonnig en de temperatuur liep op, toch merkten veel bijentellers op dat er nog weinig in bloei stond in hun tuin. Experts speculeerden dat de winterse kou in april wel eens zijn effecten kon hebben op het aantal getelde hommels. Toch is dit niet terug te zien in de waargenomen aantallen: voor de hommels ligt die per tellocatie zelfs hoger dan tijdens de vorige telling.

Winterse temperaturen
Winterse temperaturen schrikken de bijen niet af | Foto: Anne Kaere/Nationale Bijentelling

Het wisselende weer van de afgelopen tijd maakte deze editie van de Nationale Bijentelling extra interessant. Wat zijn de effecten van de hevige temperatuurwisselingen dit voorjaar op het aantal bijen die we nu buiten zien?

Eerste resultaten

Net als de voorgaande drie jaar staat de honingbij met stip op één als meest getelde soort, met meer dan 40 duizend getelde individuen. Op veel plekken in de stad hebben hobby-imkers kasten staan en hun bijen waaieren over de woonwijken uit. De honingbij maakt met dat aantal meer dan een kwart van de getelde bijen en zweefvliegen uit. De rosse metselbij staat net als vorig jaar op de tweede plek. De gehoornde metselbij is dit jaar van het podium gestoten door de aardhommel. Ook in de editie van 2018 stond de aardhommel in de top drie van meest getelde wilde bijen en zweefvliegen. Het aantal tellingen zal de komende uren nog oplopen tot mogelijk een nieuw record; voor laatkomers staat het telformulier namelijk nog open tot maandagavond 20.00 uur. Het eindresultaat is te vinden op nationalebijentelling.nl.

Hommels blijken veerkrachtig

Onderzoekers keken uit naar de resultaten. Vincent Kalkman, bijenexpert bij Naturalis legt uit waarom:

“Een mogelijke uitkomst was dat hommels, behorend tot de wilde bijen, het dit jaar wel eens slechter zouden doen. We hebben vroeg in het jaar al enkele warme dagen gehad waarin de hommelkoninginnen al uit hun winterrust waren gekomen. Na een lange winter zijn ze uitgehongerd en moeten ze snel nieuwe energie opdoen. We hadden verwacht dat de kou en natte sneeuw die na de warme dagen nog kwam funest zou zijn voor veel koninginnen.”

Dat lijkt niet het geval. Sterker nog: er zijn relatief meer hommels geteld dan vorig jaar. Zowel zaterdag als zondag waren koud voor de tijd van het jaar en hommels hebben daar, met hun warme vacht, minder last van. “Toch blijft het verrassend dat de meeste hommelkoninginnen de kou van begin april hebben doorstaan”, aldus Kalkman.

“Hommels hebben minder last gehad van het winterse weer dan ik had verwacht.”

De bijentelling leeft

Het opnieuw hoge aantal tellers dit jaar is goed nieuws voor de wilde bij. Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur en bijenexpert bij Naturalis legt uit waarom:

“Iedereen wordt zich steeds bewuster van het belang van de wilde bijen en wil zich daar ook voor inzetten. De jaarlijkse tuintellingen dragen bij aan het onderzoek naar de wilde bijen in Nederland. Het geeft ons nieuw inzicht in bijvoorbeeld de verschillen tussen regio’s, of de stedelijke omgeving en het platteland. Maar om hier echt iets over te kunnen zeggen, moeten we komende weken gerichter naar de gegevens kijken.”

Stadse bij doet het goed

De gegevens van deze editie van de Nationale Bijentelling moeten nog nauwkeurig geanalyseerd worden, maar Biesmeijer heeft niet de indruk dat sprake is van een achteruitgang van bijen in het stedelijk gebied.

“Afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor bijen. Niet alleen hebben veel gemeenten hun maaibeleid verbeterd, ook veel tuineigenaren hebben meer aandacht besteed aan een natuurlijke en bijenrijke tuin. Meer groen en bloemen, minder tegels en een bijenhotel hebben veel tuinen aantrekkelijker gemaakt voor bijen. Corona heeft daarbij ook een rol gespeeld: natuur is populairder geworden en veel mensen hebben de tuin ontdekt als waardevol stukje privénatuur. Inventarisaties van stedelijk gebied hebben afgelopen jaren laten zien dat sommige steden een rijkdom aan bijen hebben die kan wedijveren met natuurgebieden.”

Bijen bedreigd

De organiserende partners van de Nationale Bijentelling, LandschappenNL, IVN Natuureducatie, Natuur & Milieu en Naturalis Biodiversity Center, benadrukken allen het belang van aandacht voor wilde bijen en de eenvoudige bijdrage die iedereen kan leveren aan hun bescherming. Daaronder valt het zorgen voor voedsel voor de bij, het aanplanten van bijvriendelijke planten, het creëren van nestgelegenheid en het tegengaan van gebruik van bestrijdingsmiddelen in zowel de professionele als de particuliere sector.

Over de Nationale Bijentelling

De Nationale Bijentelling is een jaarlijks terugkerend onderzoek, georganiseerd door LandschappenNL, IVN Natuureducatie, Natuur & Milieu en Naturalis en uitgevoerd door burgers. Het onderzoek geeft wetenschappers inzicht in de trends van bijenpopulaties in Nederland. Door meer te weten te komen over de stand van de bijen in ons land, kan de bij beter worden beschermd. De bijentelling wordt georganiseerd in samenwerking met EIS Kenniscentrum Insecten en Waarneming.nl.

Persbericht Nationale Bijentelling