De lente is begonnen! De zon schijnt bescheiden, en de bloemetjes en bijtjes laten zich af en toe zien. Hoewel de meeste mensen naar de bloemetjes verlangen, zijn ze niet altijd even gecharmeerd van bijen. Maar, niet alle bijen steken. De grijze zandbij, een wilde bijensoort, is hier een voorbeeld van. Ze leven alleen, waardoor ze geen kolonie hoeven beschermen. Net als alle andere bijensoorten hebben ze wél een angel, maar die van de grijze zandbij is niet sterk genoeg om de mensenhuid te doorboren.

zandbij
De zandbij leeft onder de grond, in een holletje | ©Rollin Verlinde Vilda natuurfotografen

Zandbijen
Grijze zandbijen leven niet in een korf, ze leven alleen. Ze leggen eitjes in met stuifmeel en nectar gevulde cellen onder de grond in een holletje. De larven verpoppen zich, en wachten tot de winter voorbij is. Op een warme lentedag komen de grijze zandbijen tevoorschijn. Meestal is dit eind maart, begin april. Ze graven zich door de afgesloten uitgang naar buiten en vliegen hun korte leven tegemoet. De mannetjes en vrouwtjes paren in de zon, en daarna gaan de mannetjes dood. Ze leven zo kort, dat ze geen tijd hebben om te eten. Sterker nog, ze hebben niet eens een mond. De vrouwtjes leven iets langer, een week of zes. Zij graven nieuwe holen en leggen nieuwe eitjes.

Zandbijwaaiertjes
Soms verlaten de bijen eerder hun hol dan april. Dan zijn ze geparasiteerd door de zandbijwaaiertjes. De vrouwtjesparasieten leven namelijk in de grijze zandbij. Ze scheiden een stofje uit dat de grijze zandbij een soort dronken maakt. De ‘dronken’ bij is de kluts kwijt, en verlaat het holletje dan veel eerder dan april. Soms zelfs al in februari. Verward, suf en verkleumd komt de bij maar moeizaam vooruit. Dit is precies het doel van de parasieten; de grijze zandbij is nu een makkelijk doelwit voor de mannetjesparasieten. De vrouwtjesparasiet boort letterlijk een gaatje door het achterlijf van de grijze zandbij, en scheidt een bepaalde geur uit naar buiten. Voorbij waaiende mannetjesparasieten ruiken de geur, en storten zich op de bij om te paren met de vrouwtjesparasiet. De parasietenlarfjes kruipen door de doorboorde opening in de grijze zandbij naar buiten, beklimmen een bloem en houden zich vast aan een nieuwe zandbij, die op de bloem gaat zitten. De larven liften mee naar het bijenhol, en parasiteren een bijenlarf.

Bronnen: Natuurtijdschriften, AABC journalistiek & tekst ©Animals Today Varja Dijksterhuis