De toestand van onze zeeën en oceanen is dramatisch. Als we doorgaan met het vangen van vis in het huidige tempo, zullen de zeeën in 2048 geen vis van betekenis meer bevatten. De zeeën zijn stervende. 

Bijvangst
Bijvangst | Foto: via Wikimedia Commons

Een van de oorzaken is de visserij dat tot een uit de hand gelopen economisch monster is verworden: met grote sleepnetten worden de bodems van de zeeën leeg geschraapt, alles wat leeft met een vernietigende kracht met zich meenemend. De massale zogenaamde bijvangst gaat verminkt of dood terug de zee in.

Feiten over bijvangst

Officieel is de gemiddelde bijvangst wereldwijd ongeveer 23 procent van de totale visvangst (FAO). Dit betekent dat gemiddeld per 4,3 kilo geconsumeerde vis, 1 kilo vis bijgevangen wordt. In totaal worden er per jaar 2 miljard borden vis (van 1 kilo) bijgevangen! Deze cijfers zijn echter gebaseerd op gegevens die de vissers zelf opgeven of op gedocumenteerde cijfers door observanten aan boord van schepen. De werkelijke bijvangstcijfers zijn hoogstwaarschijnlijk veel hoger dan nu bekend. Volgens Greenpeace gaat het om 7 tot 27 miljard kilogram.

Vissers gooien vaak hun vangst overboord als deze commercieel niet interessant lijkt te zijn. Dit wordt ‘slippage’ genoemd. Op zich is deze vis prima gezond en verkoopbaar, maar omdat de visser beter denkt te kunnen krijgen, wordt de vis weer (dood) overboord gegooid. (Borges et al., 2008)

De ministers van visserij van 27 verschillende landen deel uitmakend van de Europese Unie hebben in 2012 laten weten niet meer te willen dat vissers hun bijvangst teruggooien in zee.

De garnalenvisserij kent de hoogste bijvangst. Tot maar liefst 96 procent van de totale vangst. Gemiddeld genomen wordt zo’n tweederde deel van de vangst weer overboord gezet (FAO). Jaarlijks sterven er zo’n 300.000 dolfijnen en walvissen als bijvangst. Dat betekent dat er elke 2 minuten een dolfijn of walvis het leven laat in een visnet. Hierbij worden nog niet eens de strandingen van dolfijnen en walvissen meegenomen, waarvan ook indicaties bestaan dat de oorzaak in minimaal 40 procent van de gevallen visserij is.

Ook haaien lijden ernstig onder de visserij. In de Northwest Atlantic zijn de haaienpopulaties al met gemiddeld 85 procent gedaald. De hamerhaaien zijn het hardst getroffen (Baum et al., 2003). Uit onderzoek van meer dan 300 wetenschappers uit 64 landen blijkt dat een kwart van de roggen- en haaiensoorten met uitsterven wordt bedreigd.

Tot slot: ongeveer 100.000 albatrossen worden gedood door longlining (Greenpeace). Alleen al de Japanse longlinevisserij is verantwoordelijk voor de dood van 44.000 albatrossen per jaar (Brothers, 1991). Wat voor haaien en walvisachtigen geldt, geldt ook voor albatrossen. Ze worden pas op hoge leeftijd (10 jaar) reproductief en leggen maar 1 ei per 2 jaar. Ze verzorgen hun jong gemiddeld 270 dagen. Hun reproductie ligt dus erg laag, en daarom zijn albatrossen relatief veel gevoeliger voor uitsterving omdat het erg lang duurt voordat hun populatie weer op peil is.

©AnimalsToday.nl