Staatssecretaris van Economische Zaken Van Dam wuift de argumenten tegen het direct scheiden van koe en kalf als emotioneel terzijde. Ten onrechte.

emotioneel
Stiertje drinkt bij moederkoe | Foto: publiek domein

Staatssecretaris Martijn van Dam is niet van plan een motie van de Kamer uit te voeren die vraagt naar een plan om kalveren in de melkveehouderij langer bij hun moeder te laten. In zijn brief aan de Kamer zegt de PvdA-bewindsman dat de keus aan de boeren is. De huidige praktijk is dat zij een kalf – dat wordt geboren opdat de moederkoe melk geeft – binnen 48 uur na de geboorte weghalen bij de moeder.

‘Daar waar de een vooral reageert vanuit emotie, benadrukt de ander juist de feiten’, schrijft Van Dam – en besluit na deze ‘boeiende discussie’ dat de boeren de feiten het best kennen. Het gaat hier helaas om een selectieve uitsnede van feiten die nauw samenhangen met bedrijfseconomische belangen.

De vele feiten die tégen het scheiden van koe en kalf pleiten worden niet genoemd; deze zijn kennelijk niet bekend bij de staatssecretaris of zijn ‘emotioneel’. Bijvoorbeeld: het hogere antibioticagebruik, doordat een kalf zonder moeder in de eerste twee levensmaanden geen goed afweersysteem opbouwt.

Antropocentrische blik
In zijn onlangs verschenen boek ‘Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?’ en het recente interview met Wilma de Rek in tijdschrift Sir Edmund betoogt Frans de Waal dat het onderzoek naar het denken en voelen van dieren sterk is belemmerd door een antropocentrische blik. Dat is zeker ook van toepassing op de koe, die in de melkveehouderij is gereduceerd tot productiemachine. We weten hoe sterk moederinstinct kan zijn, maar waarom zou alleen de mens dat instinct hebben?

Net als de mens produceert de koe moedermelk onder invloed van ‘knuffelhormoon’ oxytocine, het hormoon dat ook de band tussen moeder en kind bevordert en doet verlangen naar diens nabijheid. Net als een mensenmoeder zal de koe alles op alles zetten om haar eigen baby te verzorgen, en zich tot het uiterste verzetten wanneer ze gescheiden worden (althans zolang ze niet totaal is uitgeput door jaarlijks kalveren en 8.000 liter melk geven).

Van Dam lijkt niet te beseffen dat ook veeartsen economisch belanghebbenden zijn en dat zij de vertrouwensband met hun klanten in geen geval willen schaden

Familiekuddes
De ervaring van melkveehouders is dat de scheiding van koe en kalf extra stress veroorzaakt wanneer ze al aan elkaar gehecht zijn geraakt. Maar als die hechting inderdaad zo sterk is, zou het streven juist gericht moeten zijn op het langer bij elkaar houden van koe en kalf, bijvoorbeeld in familiekuddes. Dat zou ook stroken met twee belangrijke uitgangspunten die Van Dam in zijn brief noemt: meer kwaliteit in plaats van kwantiteit, en zorgen dat dieren natuurlijk soorteigen gedrag kunnen vertonen.

Van Dam noemt ook het advies van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) over de gezondheid van de dieren. Hij lijkt niet te beseffen dat ook veeartsen economisch belanghebbenden zijn en dat zij de vertrouwensband met hun klanten in geen geval willen schaden. De uitspraken van de KNMvD hebben betrekking op de huidige bedrijfsomstandigheden, die zijn gericht op bulkproductie en het dier reduceren tot productiemachine. Wie heeft gezegd dat die omstandigheden gehandhaafd moeten worden?

Voor dierenartsen – die zijn opgeleid om het welzijn en de gezondheid van dieren te beschermen – had de motie aanleiding moeten zijn om in samenwerking met onderzoekers mogelijkheden te verkennen om de melkveehouderij naar een hoger niveau te tillen, en oplossingen te zoeken voor de nadelen; dat is namelijk precies waar de motie om vraagt.

Eenzijdige selectie
Van Dam heeft gekozen voor een beperkte, eenzijdige selectie van feiten om een doorgedraaide onethische bedrijfsvoering te handhaven en alle bezwaren ‘emotioneel’ te noemen. Wij vinden dit een onaanvaardbare ondermijning van de menselijke rationaliteit, weldenkendheid en moraliteit, waarmee hij tevens zijn eigen doelstellingen volstrekt ongeloofwaardig maakt.

Zijn brief aan de Kamer getuigt van een achteloosheid die je je niet kunt permitteren als je boven de partijen hoort te staan en deze macht hebt over het leven en welzijn van zoveel dieren. De tijd dat het verlangen naar een meer ethische omgang met dieren kon worden afgedaan als ‘emotioneel’ is voorbij, nu we zoveel wetenschappelijke kennis hebben over het denken, voelen en lijden van dieren. De echte emotionele, irrationele component in deze afweging is de hebzucht van de mens, die met alle geweld de babymelk wil drinken van een ander dier en de belangen van dierenwelzijn, klimaat en milieu ondergeschikt maakt aan eigen genoegens.

Roos Vonk is is hoogleraar psychologie, auteur en initiatiefnemer van Animal People Alliance.