De krabbeneter is een zeehond waarvan zowel de mannetjes als de vrouwtjes twee en een halve meter lang worden en 250 kilo kunnen wegen, als ze na 5 jaar volwassen zijn.

Krabbeneter
Krabbeneter | Foto: Erwin Vermeulen

Meestal leven ze solitair en volgen de rand van het pakijs rondom Antarctica met de verandering van de seizoenen naar het noorden en Zuiden, maar soms komen, vooral jongere, dieren samen in groepen van vele honderden. In de lente, van september tot december, vormen krabbeneters voor drie weken tot een maand familiegroepen van een vrouwtje, haar jong, ruim een meter lang en 25 kilo bij de geboorte, en een mannetje; niet noodzakelijk de vader van dit jong, maar met de aspiratie om de vader van haar volgende jong te worden. Het jong komt 4 kilo per dag aan en moet na drie weken, 100 kilo zwaar, op eigen flippers kunnen staan.

De dieren ruien in januari en februari en hun vacht heeft een vaalgeel tot bleekwitte kleur afhankelijk van de tijd van het jaar en leeftijd. De meeste exemplaren hebben duidelijke littekens, van roofdieren als orka en zeeluipaard, die misschien wel 80% van alle jongen verorberen, maar ook van onderlinge gevechten tijdens het paarseizoen.

Niemand weet hoeveel krabbeneters er precies zijn, omdat de ontoegankelijkheid van hun leefgebied en solitaire levenswijze, die hen beschermden tegen grootschalige afslachting voor commerciële doeleinden, het ook moeilijk maakt om een betrouwbare telling te doen.

Een Sovjet-expeditie doodde in het seizoen 1986-87 4.000 krabbeneters voor hun pelsen, maar dit kreeg geen vervolg.

In de zomer van 2000-2001 wilden Noorse wetenschappers 20 krabbeneters en nog 60 andere zeehonden afmaken om de invloed van milieuvervuiling op de dieren te onderzoeken. Onder druk van activisten verwierp de Noorse regering het plan. Dodelijk onderzoek is niet meer van deze tijd.

Overdag rusten krabbeneters op ijsschotsen en ‘s nachts jagen ze op krill door met open mond door scholen te zwemen. Ze zeven het water uit hun bek via hun gespecialiseerde tanden, die voorzien zijn van in elkaar passende uitstulpingen,.

Om te eten duiken ze tot zo’n 40 meter diep voor 5 minuten per keer, maar ze kunnen tien keer zo diep en twee maal zo lang duiken.

Ze kunnen 40 jaar oud worden, maar het gemiddelde ligt op de helft daarvan.

Men schat aan de hand van populatiemodellen, dat krabbeneter-aantallen met 9% per jaar zijn toegenomen in de 20e eeuw omdat de hoeveelheid beschikbare Antarctische krill als voedsel toenam door de bijna uitroeiing van de baleinwalvissen.

Sinds midden jaren negentig is de krillvisserij in opkomst.  In 1995 nam de industrie met 46% toe. Hoewel de gevangen hoeveelheden nu nog relatief klein zijn, heeft de visserij-industrie door haar hele geschiedenis heen, aangetoond te worden geregeerd door hebzucht en korte-termijn-denken en niet in staat te zijn tot zelfregulering en -beperking, heeft ze wetenschappelijke feiten altijd genegeerd en waarschuwingen in de wind geslagen.

Een andere bedreiging is de opwarming van de aarde dat zowel het leefgebied van de krabbeneter, het zee-ijs, als het voedsel, krill, in hoeveelheid zal doen afnemen.

Krabbeneter
Krabbeneter | Foto: Erwin Vermeulen
Krabbeneter
Krabbeneter | Foto: Erwin Vermeulen
Krabbeneter
Krabbeneter | Foto: Erwin Vermeulen

Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.

©PiepVandaag.nl