De jonge koolmezen die dit voorjaar uit het ei kwamen, hadden het zwaar. Veel jongen stierven nog voordat ze konden uitvliegen. De oorzaak: een voedseltekort veroorzaakt door het warme voorjaar. Dit blijkt uit een onderzoek in Nationaal Park De Hoge Veluwe. Hoewel onderzoekers de overlevingskansen al langer zagen verkleinen door klimaatverandering, is de sterfte dit jaar uitzonderlijk hoog.

Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) doet al zeventig jaar onderzoek naar koolmezen, waarmee het een van de langstlopende studies naar een gewerveld dier wereldwijd uitvoert. Tijdens het broedseizoen worden honderden nestkastjes gemonitord, wat inzichten oplevert in het broedgedrag. Dit jaar viel daarbij een opvallend hoge sterfte onder jonge koolmezen op. De oorzaak is volgens de onderzoekers een tekort aan voedsel voor de jongen.
Mismatch tussen jonge koolmezen en rupsen
Koolmezen beginnen in april hun broedseizoen. De vrouwtjes leggen dagelijks één ei totdat er gemiddeld acht in het nest liggen. Na een broedperiode van ongeveer twee weken komen de jongen uit. De ouders moeten daarna hard werken om hun hongerige kroost van eiwitrijk voedsel te voorzien, voornamelijk rupsen. Maar dat is sinds een aantal jaar een flinke uitdaging door klimaatverandering. Onderzoeksassistent aan NIOO-KNAW Peter de Vries legt uit hoe dat komt:
“Naast koolmezen doen we ook onderzoek naar wintervlinderrupsen en hun voedsel: eikenblaadjes. We zien al jaren dat de eik door klimaatverandering eerder bladeren heeft, waardoor de rupsen ook eerder in het jaar beschikbaar zijn. De koolmees lukt het alleen niet om ook het broeden zo snel naar voren op te schuiven, waardoor je een zogeheten ‘mismatch’ krijgt: de piek van de rupsen valt nu eerder dan de piek van de koolmeesjongen.”
Hierdoor zijn er niet genoeg rupsen om alle jonge koolmezen te voeden. Daarnaast was het dit jaar nog eens extra lastig, want door de warme dagen in april en mei ontwikkelden de rupsen zich nog sneller. De rupsen gingen al verpoppen toen de jonge koolmezen uit hun ei kropen, waardoor het voedseltekort nog groter werd.

Koolmeespopulaties hebben een buffer
Ondanks de sterfte onder de jonge vogels, zorgt dit niet direct voor een negatief effect op de gehele koolmeespopulatie. Volgens Aniek Albers, onderzoeker aan het NIOO-KNAW, balanceert het zich weer uit in de winter:
“Koolmezen lijken een soort buffer hiervoor te hebben. Wanneer minder koolmezen groot worden is er namelijk minder voedselconcurrentie in de winter, waardoor de overgebleven koolmezen betere overlevingskansen hebben.”
Toch blijft het triest dat zoveel jonge koolmezen het niet hebben gered om uit te vliegen. Anderzijds geldt: de een zijn dood is de ander zijn brood. De rupsen kregen hierdoor immers de kans om te ontpoppen. Het valt echter niet te ontkennen dat dit opnieuw een voorbeeld is van hoe kwetsbaar ecosystemen zijn voor stijgende temperaturen. Klimaatverandering kan de natuurlijke systemen steeds verder uit balans halen.
Wil je vogels een handje helpen?
Bijvoeren kan helpen om de overlevingskansen in het vervolg te vergroten. Let wel op hoe je voert. De bekende vetbollen in plastic netten zijn namelijk niet zo diervriendelijk als altijd gedacht is. Vogels kunnen verstrikt raken en de netjes kunnen als zwerfafval in de natuur eindigen door weersomstandigheden of de vogels zelf. Voor voederadvies per seizoen kun je terecht op de website van de Vogelbescherming.
Bron:
- NPO Radio1
- Lees ook op AnimalsToday:
#GNvdD: Meeste Nederlanders willen meer vogels in de tuin (tips)
©AnimasToday.nl Imane Vossen