In de Hoorn van Afrika worden al jarenlang cheetawelpen weggeplukt bij hun moeder. Deze stroperij is niet alleen verwoestend voor de biodiversiteit, het is ook gruwelijke dierenleed. Bovendien wordt de cheeta met uitsterven bedreigd. Dierenwelzijnsorganisaties, een juridisch informatiebureau en de overheid hebben de handen ineengeslagen om de bestrijding van handel in wilde dieren tegen te gaan.

mens-dierconflicten
Illegale handel cheetawelpen neemt toe door mens-dierconflicten | Foto: Pixabay

LICIT-project

Jaarlijks zijn er tussen 2010 en 2020 driehonderd cheetawelpen uit hun natuurlijke omgeving geplukt op het Somalisch schiereiland -het uiterste oostpunt van het vasteland van Afrika, waar de Rode Zee uitmondt in de Indische Oceaan. Dit blijkt uit onderzoek van de Cheetah Conservation Fund (CCF), een organisatie dat wereldwijd toegewijd is aan het redden en behouden van cheeta’s in het wild. Als reactie op dit onderzoek heeft CCF zich aangesloten bij het International Fund for Animal Welfare (IFAW), een bekende internationale non-profitorganisatie die een harmonische samenleving tussen dier en mens stimuleert. Tevens heeft CCF zich aangesloten bij Legal Atlas, een juridisch informatiebureau, om het stropen van en handel in cheeta’s te verstoren tussen de regio’s Hoorn van Afrika, Centraal-, Oost- en Noord-Afrika. Dit gebeurt door middel van het LICIT-project.

LICIT staat voor Legal Intelligence/Cheetah Illicit Trade. Deze samenwerking heeft onlangs geleid tot een vijfdaagse opleidingscursus voor vertegenwoordigers van de Somalische regering die betrokken zijn bij de rechtshandhaving en vervolging van criminaliteit met wilde dieren.

 

De LICIT, mogelijk gemaakt door subsidies van de Britse regering, heeft als hoofddoel om capaciteit op te bouwen bij de wetshandhavingsinstanties en om wettelijke handhavingskaders te versterken. De ambitie is om het stropen en de illegale handel van cheetawelpen terug te dringen, het vergroten van de kennis over de Somalische milieu- en natuurbeschermingswetten, kennis verstrekken over de behandelingsmethode van de opgevangen cheetawelpen en het efficiënt opzetten en uitvoeren van een strafrechtelijke onderzoek bij misdrijven.

Doorvoerluik

Somaliland staat bekend als grootste doorvoerluik van illegale handel in cheetawelpen naar de rijke golfstaten.

Somaliland smokkelgebied voor cheeta’s naar Golfstaten

De kustlijn van dit land, met bijna een lengte van achthonderd kilometer tegenover Jemen, was een lange tijd het mekka voor illegale praktijken. Het is van groot belang om de samenwerking tot stand te brengen tussen Ethiopië, Somaliland, Somalië en Jemen, landen die door CCF worden beschouwd als grootse troef in deze strijd. Minister Shukri H. Ismail van het Ministerie van Milieu en Plattelandsontwikkeling (MoERD):

“Het werk dat wij samen met het LICIT verrichten om de wetgeving te verbeteren en een nationale eenheid op te richten die zich bezig houdt met de bestrijding van handel in cheeta’s, is een belangrijke stap voorwaarts in onze tien jaar durende strijd tegen de illegale handel in wilde dieren hier in Somaliland. Na de arrestatie van Cabdiraxmaan Yusuf Mahdi, die beter bekend staat als Abdi Xayawaan, in oktober 2020, hebben wij geen illegale leveringen meer onderschept van cheetawelpen. We hopen dat deze stilte blijvend wordt.”

Met minder dan 7.500 cheeta’s in het wild, is het stropen van de dieren verwoestend voor de biodiversiteit en wordt het soort bedreigd met lokaal uitsterven binnen tien jaar. Volgens Matt Morley, directeur Wildlife Crime van het IFAW:

“Ondersteuning van interregionale samenwerking op het gebied van wetshandhaving is cruciaal voor een succesvolle bestrijding in handel van wilde dieren. We organiseren al jaren Detecting Illegal Species Through Prevention Trainings (DISRUPT) in Afrika en het Midden-Oosten en met het LICIT delen we de programmering die we hebben ontwikkeld door ons werk in andere landen.”

James Wingard, directeur van Legal Atlas voegt hieraan toe:

“Consistente toepassing van de wetgeving op het gebied van wilde dieren is één van de doelstellingen van LICIT. Daarom hebben we voor elk van de vier landen wettelijke kaders samengesteld. Vervolgens kunnen we de respectieve regeringen helpen bij het versterken van hun wetten door ze te herzien of door nieuwe wetten samen te stellen.”

Verering of vergelding

De illegale handel in cheeta’s wordt vooral gedreven door de vraag naar exotische huisdieren in het Midden-Oosten. Het sierlijke krachtige dier staat bekend als statussymbool en wordt het onder omstandigheden gehouden die voor het dier vreselijk zijn – deels door de extreme armoede in de bronlanden waar de cheeta’s vandaan komen. Conflicten tussen mens en dier bemoeilijken het bestaan van deze roofdieren. Een maaltijd in de vorm van de dierenkudde in het bezit van de mens, is een gewillig menu voor de cheeta. De gevolgen van klimaatverandering die invloed hebben op het voortbestaan van de landbouw, verergeren de situatie des te meer. Dr. Laurie Marker, oprichter en uitvoerend directeur CCF:

“Zelfs nadat wij de illegale handel hebben gestopt, begint ons werk in Somaliland en Hoorn van Afrika pas echt. We ontmoeten de mensen die met de cheeta’s samenleven. In deze gebieden zorgen de samenloop van omstandigheden zoals droogte, hongersnood, armoede, gebrek aan kansen, gebrek aan onderwijs, gebrek aan kennis van de wet en conflicten tussen de dieren en boeren voor een complex web van problemen. Deze moeten worden aangepakt om de cheeta te kunnen redden. We zijn dankbaar voor het LICIT-project, dat ons in staat stelt om reuzenstappen voorwaarts te kunnen zetten in de strijd met de illegale handel.”

 

In de Hoorn van Afrika worden vaak de cheetawelpen gevangen als vergelding omdat de cheetamoeder het vee aanvalt. Soms worden de welpen verkocht als vergoeding voor de verloren schapen en geiten. Of de welpen worden voor langere tijd in gevangenschap gehouden door de gemeenschapsleden die hun vee willen beschermen tegen roof. Deze gevangen jonge dieren worden weer gestolen door professionele handelaren om de illegale huisdierenmarkt op het Arabische schiereiland te bevoorraaden. De schatting is dat drie van de vier jonge dieren binnen twee jaar sterven door een combinatie van ondervoeding, uitdroging en ziekte of gezondheidsproblemen door een slecht opgebouwd immuunsysteem omdat de welpen veel te vroeg worden weggehaald bij hun moeder en onvoldoende verzorging krijgen.

Stip in toekomst

Vorige maand verkondigden de CCF en MoERD dat er gedurende tien maanden geen geval van inbeslagname van jonge cheetawelpen is voorgekomen. Op 6 september jongstleden eindigde deze stilte. Vier jongen cheetawelpen werden binnengebracht bij CCF in Hargeisa. De welpjes, naar schatting tussen de 2,5 en 3,5 week oud, waren door dorpsbewoners gevangengenomen nadat hun moeder werd beschuldigd van het jagen op de geiten van de gemeenschap. Gelukkig wisten de dorpsoudsten dat het meenemen van de welpen een illegale actie is. Zij namen contact op met de regionale MoERD-coördinator. De welpen werden vervolgens vrijwillig afgestaan. Dit is een grote vooruitgang in de strijd tegen illegale handel en stroperij, want de cheeta’s zijn nog steeds de meest bedreigde grote katachtige van Afrika. Het snelste landdier ter wereld gaat een onzekere toekomst tegemoet en hopelijk steekt het LICIT-project hier gauw een grote stok voor.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Jessica Slotman