De eerste vier dagen van het nieuwe jaar genoten de dolfijnenjagers in Taiji van hun traditionele vakantie met Kerst en Oud & Nieuw, maar op de vijfde voeren de schepen voor het eerst in 2017 uit op zoek naar prooi.

dolfijnenjacht in Taiji
Bij de dolfijnenjacht in Taiji worden dolfijnen opgesloten in zeekooien, voor ze verkocht worden | ©Sea Shepherd

Begin van de jacht
De eerste jacht van het nieuwe jaar resulteerde in de slachting van 30 tot 35 gestreepte dolfijnen. De zesde keerden de schepen met lege handen naar de haven terug, de zevende was een traditionele vrije zaterdag zoals de jagers al jaren aanhouden in de tweede helft van het seizoen en de zondag bracht slecht weer (voor de Japanners dan, een dag vrij van vervolging voor de dolfijnen).

Blauw en rood water
De negende januari was opnieuw een dag zonder succes voor de jagers, maar op de tiende was weer een 25 tot 30 leden tellende familie gestreepte dolfijnen het slachtoffer. Op de elfde waren de boten al op weg terug naar de haven toen ze op een groep grampers stuiten. Een gedeelte van de familie wist te ontkomen, maar 9 tot 12 van hen vonden de dood. Na vijf ‘blauwe dagen’(d.w.z. geen bloed in het water) waren het opnieuw gestreepte dolfijnen die op de zeventiende tot de laatste ‘man/vrouw/kind’ werden afgeslacht, 35 tot 45 individuen deze keer.

Horror
Na weer twee blauwe dagen, bracht de twintigste de horrorshow waar ieder seizoen er tenminste een van kent. Alle dagen van het jaar in Taiji zijn verschrikkelijk. Als er al geen bloed vloeit in de beruchte Cove, dan zijn er nog altijd de honderden dolfijnen in slavernij, die weg kwijnen in kleine zeekooien, wachtend op kopers en ondertussen een basistraining krijgen om hun marktwaarde op te drijven. Als er echter op één dag, zoals de twintigste januari, ruim tweehonderd tuimelaars de baai van Taiji worden binnen gedreven dan weet iedereen die deze verschrikkingen over de jaren heeft gevolgd dat wat gaat volgen een dagenlang uitgerekt selectieproces zal zijn, waarin velen voorgoed hun vrijheid verliezen, ‘gezinnen’ uit elkaar worden gerukt en een aantal onder de ontberingen – stress, verwondingen, verhongering, dorst, verstrikking in netten, mishandeling door de eendrachtig samenwerkende trainers en jagers – zal bezwijken.

Wat die dagen van de twintigste tot de vierentwintigste januari ook opnieuw weer aantoonden is dat hier geen sprake is van traditie en voedselcultuur, maar dat de hele jacht in Taiji draait om geld verdienen in de dolfijnenslavernij-industrie.

Op de twintigste werden de dolfijnen achter netten opgesloten en brachten zo hun eerste nacht in gevangenschap door. Op de eenentwintigste splitsten de jagers en trainers de groep in drieën en werden in een beproeving van zeven uur dertig tuimelaars uit het wild gestolen. Op de tweeëntwintigste, de derde dag zonder voedsel, werden nog eens drieëntwintig, voornamelijk jonge tuimelaars, aan hun moeders ontrukt. Op de drieëntwintigste liep het totaal aan nieuwe slaven op tot 82 en registreerden de Cove Guardians tenminste twee dode tuimelaars die naar het slachthuis werden gebracht. De vierentwintigste liep zowel het dodental als het aantal dieren ontvoerd voor de entertainmentindustrie verder op. Toen de overlevenden na het middaguur terug naar zee gedreven waren, bleef de teller staan op honderd (!) gekidnapte tuimelaars …

‘Bij’product
Tot de negenentwintigste vloeide er geen bloed in de Cove; dolfijnen werden op transport gesteld en verplaatst tussen zeekooien en de schepen keerden zonder buit terug van zee. De negenentwintigste werden 12 tot 15 grampers vermoord. Hoe banaal het ook klinkt: zij waren slechts een bijproduct van de jacht op circusdolfijnen. Vergeleken met de goudmijn die in de dagen ervoor was ‘ontgonnen’, valt de vleesprijs van deze dode dolfijnen in het niet bij de bedragen die betaald worden door dolfinariums voor levende slaven. De dertigste bleven de boten aan de kant en ook de laatste dag van januari bleven de jagers met lege handen.

Normaal heeft Taiji nog slechts één drijfjachtmaand, februari, te gaan, al kan er dispensatie worden verleend wanneer ‘blackfish’ – grienden en zwarte zwaardwalvissen – worden gespot en hun quotum in het reguliere seizoen niet bereikt is. Daarnaast vindt er nog een jacht op zee plaats zowel met kleine schepen op grienden en grampers als met handharpoenen vanaf vissersschepen op de kleinere dolfijnsoorten.

Taiji is een dolfijnenhel iedere dag van het jaar!

Erwin Vermeulen is fotograaf, hoofd werktuigkundige bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een éénogige kat, een kat met één nier, een gepensioneerde speurhond en twee dove en blinde honden. Hij schrijft ook regelmatig over de griendenslachting op de Faeröer Eilanden: lees zijn laatste verslag over Taiji hier.

©Animals Today