De wereld werd even bruut wakker geschud toen de computers van het Indiaase tijgerreservaat Bori-Satpura in september 2013 bleken te zijn gehackt. Via deze weg waren de gps-coördinaten van de in het reservaat levende, gezenderde (via GPS-halsbanden) Bengaalse tijgers, waarschijnlijk in handen gekomen van stropers. Een aantal maanden ervoor was het bijna raak in het Panna Tiger Reserve, ook in India.

Bengaalse tijger - cyberpoachers
Foto: Arsh_86 via photopin cc

De mooie technologie die ingezet wordt om dieren te beschermen is natuurlijk een nachtmerrie wanneer in verkeerde handen. En ineens moet er serieus rekening worden gehouden met een nieuw soort stroper, de cyberpoacher. Het is een (ongelijke) strijd tegen een steeds slimmer wordende vijand die beschikt over uitgebreide middelen (geld) en natuurbeschermers daar tegenover met veel beperktere middelen. Voor deze nieuwste dreiging hebben zij dan ook nog geen pasklare oplossing.

GPS-halsbanden

Dankzij GPS kunnen dieren op de voet worden gevolgd en kan allerlei data worden verzameld, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot migratiepatronen. Waardevolle informatie die de bescherming van de meest kwetsbare soorten ten goede komt.

GPS-halsband - cyberpoachers
GPS-halsband

Stropers daarentegen kunnen de locatie van die dieren ook tot op meters nauwkeurig achterhalen, wanneer zij de handen weten te leggen op die data. Een griezelig gegeven.

Cyberpoachers blijken vooral geïnteresseerd te zijn in data afkomstig van specifiek, GPS-halsbanden. Waarom? De drager van een dergelijk duur apparaat (de GPS-halsbanden zoals die van de Bengaalse tijgers uit de Indiase reservaten kosten zo’n €3.600,- per stuk) is in het algemeen een zeer waardevol dier, zoals een neushoorn, tijger, sneeuwluipaard of olifant, waarvan bescherming hoge prioriteit heeft. Het zal je niet verbazen, dit zijn exact ook de dieren die een heel veel geld opleveren op de zwarte markt.

Crawford Allan, hoofd van het Wildlife Crime Technology Project van het WWF verklaarde tegen het technologie-blog Mashable:

“Het is een wapenwedloop – een race van technologieën. Een constant gevecht de stropers een stap voor te blijven.”

Allan waarschuwt dat stropers zullen blijven zoeken naar betere en effectievere manieren om dieren te doden zolang winsten zo hoog zijn en risico’s relatief klein.

“Criminelen die zich bezighouden met stroperij hebben zulke hoge inkomsten, dat het hen niet zoveel moeite kost de laatste technologieën aan te schaffen en te gebruiken. Stroperij is BIG BUSINESS en investeren in technologie als stroper is een geslepen strategie”, aldus Allan.

Achterstand

Antistroperij-initiatieven, zoals inzet van rangers, worden aan de andere kant juist weer gekarakteriseerd door een achterstand op het gebied van training en uitrusting. Wapens, communicatie en computertechnologie zijn ten opzichte van de stropers vaak onvoldoende. Rangers gebruiken bijvoorbeeld simpele radiosystemen die eenvoudig zijn af te luisteren. Allan is dan ook vanuit zijn organisatie aan het testen met militaire en veiligere systemen.

“Wanneer je allerlei zaken op orde hebt om wildlife te beschermen, maar je hebt geen goed getrainde mensen met dito uitrusting om bij alarm in actie te komen, wordt het een doelloze exercitie.”

Met betrekking tot de GPS-halsbanden plaats Richard Vigne, directeur van het Keniaanse Ol Pejeta Conservancy een kritische noot. Volgens hem speelt deze technologie namelijk nog maar een bescheiden rol.

“Deze zijn onderdeel van een veel uitgebreidere strategie. Vanwege de kosten en de beperkingen met betrekking tot batterijduur, concentreren wij ons nu juist veel meer op wat er gebeurt in de praktijk en op het vergroten van kennis.”

Anticiperen

Hoewel nog maar een klein aantal dieren is gezenderd met GPS, vraagt de race tegen de stropers om anticiperende maatregelen en meer aandacht voor veiligheid en effectief gebruik van de apparaten.

Allan zegt:

“Het is een trieste situatie, maar de oorlog tegen de stropers betekent dat de gekozen maatregelen die nodig zijn het tij te keren heel serieus moeten worden geëvalueerd. Daar is de tijd rijp voor.”

Bron ©PiepVandaag.nl