Uit een recent onderzoek in de provincie Utrecht blijkt dat verwilderde katten nauwelijks een bedreiging vormen voor beschermde diersoorten. De meeste prooien blijken muizen en ratten te zijn, terwijl (weide)vogels slechts een klein deel uitmaken. Ook bleken de meeste zwervende katten gewoon een eigenaar te hebben. De provincie besloot daarom de pilot niet te verlengen en kiest voortaan vaker voor een diervriendelijke aanpak in plaats van afschot.

Volgens onderzoek blijkt dat verwilderde katten nauwelijks beschermde dieren in Utrecht eten.
Verwilderde katten eten nauwelijks beschermde dieren in Utrecht | Foto: publiek domein

Hoewel afschot van katten sinds 2021 officieel verboden is in Utrecht, stonden uitzonderingen in het faunabeleid nog toe dat er jaarlijks zo’n 400 zwerfkatten werden afgeschoten. Samen met Friesland was Utrecht daarmee de enige provincie die afschot van verwilderde katten nog toepaste, vooral ter bescherming van weidevogels. Critici betwijfelen echter de effectiviteit van deze maatregel en wijzen op andere, grotere oorzaken van de achteruitgang van weidevogels, zoals intensieve landbouw, verlies van leefgebied, landbouwgif en klimaatverandering.

Reden pilot in Utrecht

Omdat afschot niet wenselijk meer werd geacht, startte de provincie Utrecht in mei 2022 een pilot, uitgevoerd door Stichting Zwerfkatten Nederland. Het doel was om predatie van beschermde soorten door verwilderde katten te voorkomen zonder afschot. Zo zouden zwerfkatten worden geneutraliseerd en uit weidevogelgebieden herplaatst worden naar een terrein waar ze geen natuurschade kunnen veroorzaken. Tegelijkertijd onderzocht de stichting in hoeverre verwilderde katten daadwerkelijk een bedreiging vormen voor beschermde diersoorten.

afscheid
Foto: publiek domein

Drie jaar durend onderzoek

In het drie jaar durende onderzoek is op zeven locaties de TNR-C methode (vangen, castreren, terugplaatsen, verzorgen) toegepast. Dit houdt in dat de katten werden gevangen, gechipt, gecastreerd en teruggeplaatst. Ook bepaalde Wageningen Environmental Research het dieet van de katten door hun uitwerpselen en door wildcamera’s vastgelegde prooidieren te onderzoeken. Totaal werden 1249 katten gevangen en behandeld.

Vooral muizen en ratten

De uitkomsten waren anders dan verwacht: van 333 onderzochte prooidieren bestond het merendeel uit muizen, ratten en fazanten. Slechts 3,6  procent was vogelnatuur, vooral algemene soorten als merels en huismussen. Volgens de provincie is in deze pilot in Utrecht dan ook geen bewijs gevonden dat verwilderde katten een significante bedreiging vormen voor beschermde vogelsoorten.

Schuurkatten

Bovendien bleken bijna alle behandelde katten gewoon een eigenaar te hebben. Veel daarvan waren zogenoemde schuurkatten: dieren die wel bijvoorbeeld als muizenvanger bij een boerderij horen, maar hun eigen gang gaan. Deze katten zijn gecastreerd of gesteriliseerd en bij de eigenaar teruggeplaatst.

Beleidskeuze Utrecht

Op basis van de uitkomsten besloot Utrecht de pilot niet te verlengen. Gedeputeerde Staten benadrukken dat goede dierverzorging de verantwoordelijkheid is van eigenaren en dat de TNR-C methode lokaal kan worden ingezet waar nodig. De provincie blijft verwilderde katten in weidevogelkerngebieden monitoren en houdt ruimte voor actie mocht er toch een bedreiging voor natuurdoelen ontstaan.

Advies aan katteneigenaren

Hoewel uit het onderzoek blijkt dat verwilderde katten nauwelijks beschermde diersoorten eten, blijft het belangrijk om verstoring van kwetsbare natuur te voorkomen. Katteneigenaren krijgen daarom het advies om hun dieren te laten castreren, chippen en registreren, zodat de schuurkatten beter op het erf blijven. Ook is het verstandig katten ’s nachts en tijdens het broedseizoen zoveel mogelijk binnen te houden, en geen voer buiten te zetten dat verwilderde katten kan aantrekken naar gevoelige natuurgebieden.

Carien Radstake van Stichting Zwerfkatten Nederland:

“Zowel de unieke samenwerking als de resultaten van dit project zijn goed bevallen. De uitkomsten helpen andere provincies en gemeenten en wij krijgen nu minder meldingen in deze provincie. Het blijft belangrijk om zogenaamde schuurkatten in de beschermde natuurgebieden te laten castreren.”

Hopelijk zijn de uitkomsten van dit onderzoek ook voor Friesland aanleiding om het afschieten van verwilderde katten eveneens te stoppen, zodat er nergens meer in Nederland meer op katten wordt geschoten.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Liesbeth Riekwel